8.7
Hoeveelheid uit te zaaien zaad instellen met afdraaiproef
2. Trek de hendel met veerbelasting (Afb.
115/1) zijwaarts uit de arretering.
D9 BAH0007.3 08.10
Met de afdraaiproef controleert u of ingestelde en daadwerkelijk
uitgezaaide hoeveelheid met elkaar overeenkomen.
Voer de afdraaiproef altijd uit:
als u een ander soort zaad gaat gebruiken;
als u hetzelfde soort zaad gaat gebruiken, maar met een andere
korrelgrootte, korrelvorm, specifiek gewicht en andere
ontsmetting;
na het overschakelen van het standaardzaaiwiel op het
fijnzaaiwiel of het bonenzaaiwiel en omgekeerd;
na het instellen van de
bodemkleppen;
afsluitschuiven;
na het in- resp. uitschakelen van de roeras.
Herhaal de afdraaiproef na ca. 2 ha.
VOORZICHTIG
Schakel de motor van de tractor uit, trek de handrem aan en
verwijder de contactsleutel.
1. Vul de zaadkast voor ten minste 1/3 (bij fijne zaden
overeenkomstig minder) met zaaigoed (zie hoofdstuk "Zaadkast
vullen", op pagina 100).
Afb. 115
Instellingen
101