Opbouw en werking
5.4
Bedieningsterminal
De boordcomputer
volgende weer:
als hectareteller
de totale hoeveelheid bewerkte grond
(ha);
de gedeeltelijke hoeveelheid bewerkte
grond (ha);
het schakelritme en de teller van de
rijpadenschakeling;
de actieve markeur.
De boordcomputer
waarschuwing
als het ingestelde minimumniveau van de
zaadkast wordt onderschreden
2)
als rijpaden
verkeerd zijn aangelegd;
worden bezaaid;
als het rijpadmarkeerapparaat
bezaaide rijen markeert;
rijpaden niet markeert.
1)
Niveausensor nodig.
2)
Controle van de rijpadenschakeling nodig.
5.5
Bedieningsterminal
De
bestaat uit de
bedieningsterminal (Afb. 61), de basisuitrusting
(kabel- en bevestigingsmateriaal) en de
jobcomputer in de machine.
De
integreert de functies van de
en bevat tevens
de specifieke gegevens van de machine
invoeren;
de gegevens van de opdracht invoeren;
de aansturing van de Vario-aandrijving voor
het veranderen van de hoeveelheid uit te
zaaien zaad tijdens het zaaien
de zaaimachine tijdens het zaaien
controleren.
1)
Vario-aandrijving met elektr. instelling
zaadhoeveelheid nodig.
62
(optioneel)
geeft het
geeft een
Afb. 60
1)
;
2)
(optioneel)
1)
;
Afb. 61
D9 BAH0007.3 08.10