18. Draai het rechter zaaimachinewiel (Afb.
125) met het in de tabel (Afb. 126)
aangegeven aantal omwentelingen
1)
rechtsom
.
1)
Bij zaaimachines met
elektronische instelling hoeveelheid uitgezaaid
zaad, zie bedieningshandleiding
.
Het aantal slingeromwentelingen van het wiel
richt zich naar
de bandenmaat van de zaaimachine (Afb.
126/1);
de werkbreedte van de zaaimachine Afb.
126/2).
Het aantal wielomwentelingen (Afb. 126/3) heeft
betrekking op een oppervlakte van
2
1/40 ha (250 m
) resp.
2
1/10 ha (1000 m
).
Gebruikelijk is de afdraaiproef voor 1/40 ha. Bij
zeer kleine uitzaaihoeveelheden, bv. bij
koolzaad, wordt aanbevolen de afdraaiproef
voor 1/10 ha uit te voeren.
Afb. 126
D9 BAH0007.3 08.10
17. Maak de afdraaigoten in de zaadkast leeg en plaats ze weer op
de trechterrails.
en
Afb. 125
Instellingen
105