6.4 Restwarmte
Wanneer u de oven uitschakelt, geeft het
display de restwarmte aan. U kunt de
7. KLOKFUNCTIES
7.1 Timerinstellingen
Klokfunctie
1) Maximaal 23 uur 59 min
8. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Voedselsensor
Voedselsensor meet de temperatuur
binnenin het voedsel. Wanneer het
voedsel de ingestelde temperatuur heeft
bereikt, wordt het apparaat
uitgeschakeld.
Er worden twee temperaturen ingesteld:
• de oventemperatuur (minimaal
120°C),
Timer naar boven
Duur
Eindtijd
Kookwekker
warmte gebruiken om het eten warm te
houden.
Applicatie
Houdt automatisch in de gaten hoe lang de
functie werkt. De zichtbaarheid van de Timer
naar boven kan aan en uit worden gescha-
keld.
De duur van een programma instellen.
Om de uitschakeltijd van een verwarmfunctie
in te stellen. Deze optie is alleen beschikbaar
als de Duur is ingesteld. Gebruik de functies
Duur en Eindtijd tegelijkertijd om de oven op
een later ingesteld tijdstip automatisch aan
1)
en uit te schakelen.
Om een afteltijd in te stellen.
Deze functie heeft geen invloed op de werk-
ing van de oven.
Kies
en stel de tijd in. Wanneer de tijd is
verstreken, klinkt er een geluidssignaal. Druk
op de draaiknop om het signaal te onderbre-
ken.
Draai bij een uitgeschakelde oven aan de
draaiknop om deze functie in te schakelen.
• de kerntemperatuur van het voedsel.
LET OP!
Gebruik alleen het
meegeleverde accessoire en
de originele vervangende
onderdelen.
Aanwijzingen voor de beste resultaten:
• Ingrediënten moeten op
kamertemperatuur zijn.
• De Voedselsensor mag niet worden
gebruikt voor vloeibare gerechten.
• Tijdens het koken met de
Voedselsensor moet deze in het
NEDERLANDS
21
1)
1)