Montagehandleiding Proceslucht-radiaalventilatoren
•
Op voldoende afstanden aan zuig- en drukkant letten.
•
Buitenopstelling uitsluitend als dit in de besteldocumenten uitdrukkelijk vermeld en bevestigd wordt.
Bij langere stilstandtijden in een vochtige omgeving bestaat gevaar voor lagerschade. Vermijd
corrosie door passende veiligheidsmaatregelen. Een overkoepeling is noodzakelijk.
•
Eigenmachtige veranderingen/verbouwingen van de ventilator zijn niet toegestaan -
veiligheidsrisico.
Aanhaalmomenten voor schroeven voor het verbinden van ventilatordelen in Nm
Vastheidsklasse
8.8 (staal)
A4-80 (edelstaal)
4.3
Montage PL...
Opgelet!
Bij alle werkzaamheden aan de ventilator de schroefverbinding, die de waaier met de naaf
verbindt, in geen geval losmaken!Waaier en naaf vormen samen een uitgebalanceerde
constructiegroep die alleen als complete eenheid gedemonteerd en gemonteerd kunnen worden. Het
losmaken van deze schroefverbinding kan tot onbalans en daardoor tot trillingen leiden, zelfs als de
schroeven, vóórdat zij opnieuw worden gebruikt, terug correct zijn vastgedraaid.
Voor los geleverde loopwielen geldt: de aandrijfeenheid moet zodanig worden gekozen dat de lagers
niet worden onder- of overbelast en een werking in het bereik van het buigkritische toerental kan
worden uitgesloten. De loopwielen worden voorgebalanceerd geleverd. In het samenspel met de
aandrijfmotor resp. met de aandrijfas kan de totale balanceerkwaliteit veranderen. Na montage resp.
hermontage van het loopwiel moet voor de inbedrijfstelling van de balanceerkwaliteit van de
gemonteerde rotor (loopwiel op aandrijfmotor resp. aandrijfas gemonteerd) worden gecontroleerd en
evt. gecorrigeerd.
De aandrijfeenheid moet zodanig worden gekozen dat de lagers niet worden onder- of overbelast en
een werking in het bereik van het buigkritische toerental kan worden uitgesloten.
•
Loopwielen met vaste naaf,
– Het loopwiel wordt met behulp van een vaste naaf met het aseinde van de aandrijfmotor
verbonden.
– Demontage: de koppeling van de zekeringplaat (5) terugbuigen, de axiale schroefborging
losmaken en het loopwiel met de naaf met behulp van een geschikte trekinrichting lostrekken (bij
hoog gewicht met een hefgerei beveiligen). Bij sommige varianten: de tussen de naaf en
asschouder liggende balanceerschijf (7) verwijderen. Alle delen bewaren.
– Montage: alle blanke oppervlakken (aseinde, naafboring) reinigen en licht invetten. Bij sommige
varianten: de bij demontage weggenomen balanceerschijf (7) op de as zetten en tot de aanslag
op de asschouder schuiven. Loopwiel met naaf (1) tot de asschouder (2) resp. balanceerschijf
(7) optrekken (overgangspassing). Bij hoog gewicht met een hefgerei beveiligen.
– Asbeveiliging: De axiale asbeveiliging met behulp van schroef (3) en schijf (4) met
zekeringplaat DIN 432 (5) en spanstift (6) borgen. Aanhaalmomenten volgens tabel aanhouden.
De klamp van de zekeringplaat (5) zo omhoog buigen dat deze tegen de flank van de
schroefkop (3) aanligt en de schroef op die manier tegen het verdraaien resp. lossen wordt
beveiligd.
L-BAL-031-NL 2022 Index 013
M5
M6
M8
5.5
9.5
23
4.9
8.5
20.4
Art.-nr. 00292347-NL
11/38
M10
M12
M16
46
79
195
41
70
167
Montage
M20
M24
390
670
326
714