Geen lasstroom
Lasapparaat ingeschakeld, lampje voor geselecteerde methode brandt
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Geen lasstroom
Apparaat ingeschakeld, weergave voor geselecteerde methode brandt, weergave
'Te hoge temperatuur' brandt
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Gebrekkige
Slechte ontstekingseigenschappen bij het elektrodelassen
functie
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
92
Laskabelverbinding onderbroken
Laskabelverbinding correct herstellen
slechte of geen aarde
Verbinding met het werkstuk maken
Stroomkabel in lastoorts of elektrodehouder onderbroken
Lastoorts of elektrodehouder vervangen
Inschakelduur overschreden - apparaat overbelast - ventilator geacti-
veerd
Inschakelduur aanhouden
De automatische thermische zekering heeft het apparaat uitgescha-
keld
Afkoelfase afwachten (apparaat niet uitschakelen - ventilator koelt
het apparaat); lasapparaat schakelt zichzelf na enige tijd weer in
Ventilator in lasapparaat defect
contact opnemen met de servicedienst
Onvoldoende toevoer koellucht
Voor voldoende toevoer van koellucht zorgen
Luchtfilter verontreinigd
Luchtfilter reinigen
Fout in vermogensfasedeel
Apparaat uitschakelen en daarna weer inschakelen
Neem contact op met de servicedienst als de fout vaker voorkomt
onjuiste methode geselecteerd
Methode 'Elektrodelassen' of 'Elektrodelassen met CEL-elektrode'
selecteren
te lage startstroom; elektrode blijft kleven bij aanschakelen
Startstroom met functie 'HotStart' verhogen
te hoge startstroom: elektrode brandt bij aanschakelen te snel of
spettert flink
Startstroom met functie 'HotStart' verlagen