Elektrodelassen
1
2
3
OPMERKING!
In principe blijven alle met het stelwiel ingestelde gewenste parameterwaarden
tot de volgende wijziging opgeslagen.
Dat geldt ook als het lasapparaat tussentijds uitgeschakeld en weer ingeschakeld
wordt.
4
Elektrodelassen
BELANGRIJK! Voor het lassen van CEL-elektroden moet de Setup-parameter
met CEL-elek-
CEL op 'on' zijn ingesteld (zie ook pagina 83)!
troden
Pulslassen
Pulslassen is lassen met pulserende lasstroom. Het wordt toegepast bij het posi-
tielassen van stalen buizen en bij het lassen van dunne platen.
Bij deze toepassingen is de lasstroom die aan het begin van het lassen is inge-
steld, niet altijd tot nut voor de volledige lasprocedure:
-
-
Instelbereik: off, 0,2 - 990 Hz
Werking:
-
-
64
Door de toets Bedrijfsmodus in te drukken de bedrijfsmodus Elektrodelassen
selecteren:
BELANGRIJK! Als de bedrijfsmodus Elektrodelassen wordt geselecteerd,
staat de lasspanning pas na een vertraging van 3 seconden tot uw beschik-
king.
Aan het stelwiel draaien om de lasstroom in te stellen
De ingestelde waarde wordt meteen overgenomen.
Stel indien nodig meer parameters in het Setup-menu in
(details zijn terug te vinden in het hoofdstuk Setup-instellingen vanaf pagina
83)
Met lassen beginnen
bij een te lage stroomsterkte wordt het materiaal niet genoeg versmolten,
bij oververhitting bestaat het gevaar dat het vloeibare smeltbad druppelt.
Een lagere grondstroom I-G stijgt na een grote stijging tot de duidelijk hoge-
re pulsstroom I-P en daalt na de tijd Duty cycle dcY weer naar de grond-
stroom I-G.
Bij het pulslassen worden kleine delen van de lasplek snel versmolten. Deze
plekken stollen ook snel weer.