Onder het dragen van beschermende kleding wordt onder meer verstaan:
-
-
-
-
-
Personen, vooral kinderen, tijdens het gebruik van het apparaat en tijdens het
lassen van de werkplek weghouden. Bevinden zich echter nog personen in de om-
geving, dan:
-
-
-
Informatie over
Het apparaat produceert in onbelaste toestand en in de afkoelfase na het uitvoe-
de geluidsemis-
ren van werkzaamheden een maximaal geluidsniveau van <80 dB(A) (ref. 1pW)
sie
overeenkomstig het maximaal toelaatbare arbeidspunt bij normbelasting volgens
EN 60974-1.
Voor het lassen (en snijden) zelf kan een werkplekspecifieke emissiewaarde niet
worden gegeven, aangezien deze afhangt van de lasmethode (of snijmethode) en
de omgeving. De emissiewaarde is afhankelijk van uiteenlopende parameters, zo-
als de toegepaste lasmethode (MIG/MAG-, TIG-lassen), de gekozen stroomsoort
(gelijkstroom, wisselstroom), het vermogen, het type werkstuk, de resonantie-ei-
genschappen van het werkstuk, de omgeving van de werkplek enz.
Gevaar door
De rook die bij het lassen ontstaat, bevat gassen en dampen die een gevaar voor
schadelijke gas-
de gezondheid vormen.
sen en dampen
Lasrook bevat stoffen die volgens monografie 118 van het International Agency
for Research on Cancer kanker veroorzaken.
Ruimte op tijd schoon zuigen.
Indien mogelijk een lasbrander met geïntegreerd zuigapparaat gebruiken.
Uw gezicht uit de buurt van lasrook en gassen houden.
Ontstane rook en schadelijke gassen
-
-
Zorg voor voldoende toevoer van buitenlucht. Controleren of te allen tijde een
ventilatie van minstens 20 m³/uur wordt aangehouden.
Indien de ventilatie onvoldoende is, gebruikt u een lashelm met luchttoevoer.
Indien niet geheel duidelijk is of de ventilatie voldoende is, vergelijkt u de geme-
ten emissies van schadelijke stoffen met de toelaatbare grenswaarden.
Het afschermen van ogen en gezicht met een laskap die is uitgerust met de
juiste filters ter bescherming tegen UV-straling, hitte en vonken.
Het dragen (achter de laskap) van een geschikte lasbril met zijbescherming.
Het dragen van stevige schoenen die ook onder vochtige omstandigheden
isoleren.
Het beschermen van de handen met geschikte handschoenen (elektrisch iso-
lerend, hittebestendig).
Het dragen van gehoorbescherming ter vermindering van de geluidsbelasting
en ter voorkoming van gehoorschade.
wijst u deze op alle mogelijke gevaren (schade aan de ogen door het licht van
de boog, letstel door vonken, schadelijke lasrook, geluidsbelasting, risico van
schokken door net- of lasstroom, enz.)
stelt u geschikte veiligheidsmiddelen ter beschikking of
installeert u geschikte beschermwanden en beschermgordijnen.
niet inademen
via een geschikte methode afzuigen uit de werkplaats.
9