Speciale functies
Functie Controle
Als de lichtboog wordt afgebroken en er binnen een in het Setup-menu ingestel-
afgebroken
de tijd geen geleiding tot stand komt, schakelt het lasapparaat zichzelf uit. Het
lichtboog
bedieningspaneel toont de servicecode "no | Arc".
Om verder te lassen, drukt u op de toortstoets of op een willekeurige toets op
het bedieningspaneel.
De instelling van de Setup-parameter Controle lichtboog-insnoering (Arc) wordt
beschreven in het deel "Setup-menu- Niveau 2".
Functie Ignition
Het lasapparaat beschikt over de functie Ignition time-out.
time-out
Als er op de toortstoets wordt gedrukt, begint de gasvoorstroom meteen. Vervol-
gens wordt er begonnen met de ontstekingsprocedure. Als er binnen een in het
Setup-menu ingestelde tijd geen lichtboog tot stand komt, schakelt het lasappa-
raat zichzelf uit. Het bedieningspaneel toont de servicecode 'no | IGn'.
Om het opnieuw te proberen, drukt u op de toortstoets of op een willekeurige
toets op het bedieningspaneel.
Het instellen van de parameter Ignition time-out (ito) wordt beschreven in de pa-
ragraaf 'Setup-menu - Niveau 2'.
TIG-pulsen
De bij het begin van het lassen ingestelde lasstroom is niet altijd gunstig voor de
volledige lasprocedure:
-
-
De functie TIG-pulsen (TIG-lassen met pulserende lasstroom) biedt uitkomst:
een lagere grondstroom I-G stijgt na een grote stijging tot de duidelijk hogere
pulsstroom I1 en daalt volgens de ingestelde tijd dcY (Dutycycle) weer naar de
grondstroom I-G.
Bij het TIG-pulsen worden kleine delen van de lasplek snel versmolten. Deze
plekken stollen ook snel weer.
Bij handmatige toepassingen vindt bij het TIG-pulsen het toevoegen van de las-
draad plaats in de maximale-stroomfase (alleen mogelijk in het onderste fre-
quentiegebied van 0,25 - 5 Hz). Hogere pulsfrequenties worden meestal in geau-
tomatiseerde processen gebruikt en dienen hoofdzakelijk ter stabilisatie van de
lichtboog.
TIG-pulsen wordt toegepast bij het positielassen van stalen buizen of bij het las-
sen van dunne platen.
60
bij een te lage stroomsterkte wordt het materiaal niet genoeg versmolten,
bij oververhitting bestaat het gevaar dat het vloeibare smeltbad druppelt.