Het apparaat zodanig plaatsen dat het voldoende is geïsoleerd voor een elek-
trisch geleidende omgeving, zoals voor een geleidende bodem of geleidende on-
derstellen.
Bij het gebruik van stroomverdelers, units met een dubbele kop enz. rekening
houden met het volgende: Ook de elektrode van de niet-gebruikte lastoorts/elek-
trodenhouder is spanningvoerend. Voor een voldoende geïsoleerde opslagpositie
voor de niet-gebruikte lastoorts/elektrodenhouder zorgen.
Bij geautomatiseerde MIG/MAG-toepassingen moet de elektrode goed geïso-
leerd van de lasdraadhouder, grote spoel of draadspoel naar de draadtoevoer
worden geleid.
EMV-apparaat-
Apparaten van emissieklasse A:
classificaties
-
-
Apparaten van emissieklasse B:
-
EMV-apparaatclassificatie volgens kenplaatje of technische gegevens.
EMV-maatrege-
In uitzonderlijke gevallen kan er, ondanks het naleven van de emissiegrenswaar-
len
den, sprake zijn van beïnvloeding van het geëigende gebruiksgebied (bijvoorbeeld
als zich op de installatielocatie gevoelige apparatuur bevindt of als de installatie-
locatie is gelegen in de nabijheid van radio- of televisieontvangers).
In dit geval is de gebruiker verplicht adequate maatregelen te treffen om de sto-
ring op te heffen.
Controleer en beoordeel of de immuniteit van installaties in de omgeving van het
apparaat in overeenstemming is met de nationale en internationale voorschriften.
Voorbeelden van storingsgevoelige installaties die door het apparaat beïnvloed
kunnen worden:
-
-
-
-
Ondersteunende maatregelen ter voorkoming van EMV-problemen:
1.
2.
3.
4.
5.
12
zijn uitsluitend bedoeld voor toepassing in industriegebieden;
kunnen in andere gebieden leidinggebonden storingen of storingen door stra-
ling veroorzaken.
voldoen aan de emissievereisten voor woon- en industriegebieden. Dit geldt
ook voor woongebieden waar de energievoorziening is gebaseerd op het
openbare laagspanningsnet.
Veiligheidsvoorzieningen
Netkabels, signaalkabels en kabels voor gegevensoverdracht
Data- en telecommunicatie-installaties
Meet- en kalibratie-installaties
Netvoeding
-
Treden er, ondanks reglementaire aansluiting op het elektriciteitsnet,
elektromagnetische storingen op, tref dan extra maatregelen (gebruik
bijvoorbeeld een geschikt netfilter).
Laskabels
-
Houd ze zo kort mogelijk.
-
Laat ze dicht bij elkaar lopen (ook ter voorkoming van EMF-problemen).
-
Leg ze ver verwijderd van andere leidingen.
Potentiaalvereffening
Aarding van het werkstuk
-
Breng, indien noodzakelijk, via geschikte condensatoren een aardeverbin-
ding tot stand.
Afscherming, indien noodzakelijk
-
Scherm andere installaties in de omgeving af.
-
Scherm de complete lasinstallatie af.