Stoelen, stuurwiel en spiegels ›
Stoel in de uitgangspositie instellen
›
De stoel in lengterichting instellen.
›
De stoelleuning terugklappen.
›
Dit controleren door aan de stoel en de rugleuning
te trekken.
Rugleuningen neerklappen
Voor het neerklappen
LET OP
Gevaar voor beschadiging van de lamellen van de
luchtroosters en de voorstoelen.
De hoofdsteunen van de twee zitrij zo laag moge-
▶
lijk instellen.
De voorstoelen zodanig verstellen, dat deze door
▶
de neergeklapte rugleuningen niet worden bescha-
digd.
Rugleuningen vanuit de passagiersruimte neer-
klappen
›
Aan de ontgrendelings-
greep trekken.
›
De rugleuning neer-
klappen en de stoel
naar voren verschui-
ven.
›
Om eenvoudiger bij de
derde zitrij te komen,
de veiligheidsgordel
aan de lus bevestigen.
›
Aan de lus
trekken.
A
›
De rugleuning neer-
klappen tot deze hoor-
baar vergrendelt.
Inbouwstand van de veiligheidsgordels achterin
Rugleuningen vanuit de bagageruimte neerklappen
Rugleuningen terugklappen
›
Aan de lus trekken.
›
De leuning terugklappen tot deze hoorbaar ver-
grendelt.
Middelste rugleuning naar voren klappen
Middelste rugleuning terugklappen
›
De leuning terugklappen tot deze hoorbaar ver-
grendelt.
Inbouwstand van de veiligheidsgordels
achterin
Derde zitrij
Stoelen van de derde zitrij neer- en opklappen
Voor het neerklappen
›
De tweede zitrij naar voren verschuiven.
›
De oprolbare bagageruimteafdekking verwijderen.
39
›
Aan de hendel trekken.
De rugleuning wordt
ontgrendeld en gedeel-
telijk neergeklapt.
›
De rugleuning neer-
klappen tot deze hoor-
baar vergrendelt.
›
De vergrendelingsknop
indrukken en de rug-
leuning neerklappen.