196 Bestuurdershulpsystemen ›
In enkele situaties kan het systeem ten onrechte
een rusttijd aanbevelen.
Werkingsvoorwaarden
✓ Rijsnelheid tussen 60-200 km/h.
Instellingen
Activering/deactivering
In het infotainment in het menu:
Hulpsysteem voor noodsituaties
Emergency Assist
Gebruiksdoel
Het hulpsysteem voor noodsituaties herkent de inac-
tiviteit van de bestuurder, die bv. door een plotseling
bewustzijnsverlies kan worden veroorzaakt. Het sys-
teem neemt vervolgens maatregelen om de wagen
zo veilig mogelijk tot stilstand te vertragen.
Met het hulpsysteem kunnen alleen wagen met au-
tomatische versnellingsbak zijn uitgerust.
Werking
Indien het hulpsysteem inactiviteit van de bestuur-
der herkend
Er klinkt een akoestisch signaal en op het display in
▶
het instrumentenpaneel verschijnt een melding.
Indien de bestuurder na herhaaldelijke waarschu-
▶
wing de besturing niet overneemt, worden de
alarmlichten ingeschakeld en wordt de wagen au-
tomatisch afgeremd.
Nadat de wagen tot stilstand is gekomen, wordt de
▶
parkeerrem ingeschakeld. Afhankelijk van de uit-
rusting kan een noodoproep worden gestart.
Onderbreking van het automatisch remmen
Door het intrappen van het rem- of gaspedaal.
▶
Door een stuurbeweging.
▶
Werkingsvoorwaarden
✓ Lane Assist is geactiveerd en de begrenzingslijnen
van de rijstrook zijn herkend.
✓ ACC is geactiveerd.
Hulpsysteem voor noodsituaties Emergency Assist
Bergafdaalhulp
Werking
De bergafdaalhulp helpt door automatische remin-
grepen een constante snelheid vast te houden bij het
bergafwaarts rijden.
Het systeem werkt ook als in de neutraalstand wordt
gereden of bij ingeschakelde achteruitversnelling.
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen!
Het systeem kan om natuurkundige redenen niet
correct functioneren op een gladde ondergrond, bv.
ijs, modder en dergelijke.
Statusweergave op het display van het instrumen-
tenpaneel
brandt grijs - het systeem is geactiveerd
brandt wit/groen - het systeem grijpt in
Snelheid wijzigen
De rijsnelheid kan worden gewijzigd door het rem- of
gaspedaal te bedienen. Na het loslaten van het pe-
daal houdt het hulpsysteem de actuele snelheid vast.
Werkingsvoorwaarden
✓ De motor draait.
✓ De Offroad-modus is geactiveerd.
✓ De helling bedraagt minimaal 10%.
✓ Zowel gas- als rempedaal worden niet ingetrapt.
✓ De rijsnelheid bedraagt max. 30 km/h.
Instellingen
Automatische activering
Het systeem wordt automatisch geactiveerd bij het
inschakelen van de Offroad-modus.
Activering/deactivering in het infotainment
De deactivering of activering van het systeem vindt
plaats in het volgende menu.
Of: