Inbedrijfstelling – instellingen in de besturing
Informatie
10.6.2.
Gedrag bij signaalverlies (reactie van de aandrijving)
Fail as is:
Fail close:
Fail open:
48
Tabel 10: Instelling ingangsbereik nominale waarde E1
Nominale waarde E1
0/4 – 20 mA
0 – 5 V
0 – 10 V
Tabel 11: Instelling ingangsbereik werkelijke waarde E2
Werkelijke waarde E2
1)
0/4 – 20 mA
2)
0 – 5 V
1)
bij interne terugmelding van de elektronische standmelder RWG
2)
bij interne terugmelding van precisie-potentiometer 5 kΩ
Indien een wijziging van de instelling wordt uitgevoerd, dan moet een nieuwe sticker
[5] met vermelding van het ingestelde soort signaal worden aangebracht. Bovendien
leidt dit tot wijziging van het schakelschema, dat op het typeplaatje van de besturing
is vermeld.
Met behulp van de schakelaar [S2-7] kan de reactie van de aandrijving bij het
wegvallen van het stuursignaal E1 (nominale waarde) of de terugmelding E2
(werkelijke waarde) worden geprogrammeerd. Alleen bij de signalen 4 - 20 mA zijn
alle keuzemogelijkheden ter beschikking.
De hieronder vermelde reacties zijn mogelijk:
De aandrijving schakelt onmiddellijk af en blijft in deze stand staan.
De aandrijving brengt de afsluiter in de eindstand DICHT.
De aandrijving brengt de afsluiter in de eindstand OPEN.
Afbeelding 38: DIP-switch [S2-7] op de printplaat van de positioner
DIP1 = ON, werkelijke waarde E2 wordt bewaakt
DIP2 = ON, nominale waarde E1 wordt bewaakt
SQEx 05.2 – SQEx 14.2 / SQREx 05.2 – SQREx 14.2
[S1–7]
DIP 3 en 5
[S1–7]
DIP 1
AMExC 01.1