Inbedrijfstelling (basisinstellingen)
9.7.2.
Wegschakelmechanisme controleren
9.7.3.
PTC-tripping device (optie) controleren
9.8.
Potentiometer instellen
Informatie
Informatie
40
1.
Keuzeschakelaar in de stand Local control (lokale bediening) plaatsen.
2.
Aandrijving via de drukknoppen OPEN – STOP – DICHT bedienen.
Het wegschakelmechanisme is juist ingesteld, als (standaard-signalering):
-
de gele signaallamp in de eindstand DICHT brandt
-
de groene signaallamp in de eindstand OPEN brandt
-
de signaallampen na een beweging in de tegengestelde richting weer uitgaan.
Het wegschakelmechanisme is verkeerd ingesteld, als:
-
de aandrijving voor het bereiken van de eindstand blijft staan
-
de rode signaallamp brandt (draaimomentfout)
3.
Indien de eindstanden verkeerd zijn ingesteld: wegschakelmechanisme opnieuw
instellen.
4.
Indien de eindstanden juist zijn ingesteld en er geen opties (zoals bijv.
potentiometer, standmelder) aanwezig zijn: schakelruimte sluiten.
1.
Keuzeschakelaar in de stand Test (vegend) schakelen.
Bij correct functioneren wordt het aanspreken van de motorbeveiliging via de
rode signaallamp 'Verzamelstoringsmelding' op de lokale bedieningseenheid
gesignaleerd.
2.
Keuzeschakelaar in de stand Reset schakelen.
Bij correct functioneren wordt de storingsmelding gereset.
3.
Indien geen storing in werking wordt gezet: bekabeling en keuzeschakelaar
door AUMA Service laten controleren.
— Optie —
De potentiometer functioneert als stelwegopnemer en strekt tot vaststelling van de
stand van de afsluiter.
Deze instelling is alleen noodzakelijk, als de potentiometer direct op de aansluiting
van de klant XK is aangesloten (zie schakelschema).
Doordat het tandwielkastje niet traploos functioneert, wordt niet altijd de totale
weerstand/slag in aanmerking genomen. Derhalve dient van een externe mogelijkheid
tot afstellen (instelpotentiometer) gebruik te worden gemaakt.
SQEx 05.2 – SQEx 14.2 / SQREx 05.2 – SQREx 14.2
AMExC 01.1