Inbedrijfstelling (basisinstellingen)
9.2.2.
Eindaanslag OPEN instellen
Informatie
9.3.
Schakelruimte openen
34
3.
Indien de eindstand van de afsluiter niet wordt bereikt:
de stelbout [4] iets tegen de wijzers van de klok in (linksom) draaien totdat
de eindstand DICHT van de afsluiter veilig kan worden ingesteld.
Het met de wijzers van de klok mee draaien (rechtsom) van de stelbout
[4] heeft een kleinere hoekverdraaiing (zwenkhoek) tot gevolg.
Het tegen de wijzers van de klok in (linksom) draaien van de stelbout [4]
heeft een grotere hoekverdraaiing (zwenkhoek) tot gevolg.
4.
De stelbout [4] met de wijzers van de klok mee (rechtsom) tot aan de aanslag
draaien.
Daarmee is de eindaanslag DICHT ingesteld.
5.
De O-ring in de schroefplug controleren, indien beschadigd vervangen.
6.
De schroefplug [3] indraaien en vastdraaien.
Aansluitend op deze instelling kan direct de eindstandherkenning DICHT worden
ingesteld.
De eindaanslag OPEN hoeft normaliter niet meer te worden ingesteld.
1.
Schroefplug [1] verwijderen.
2.
Met het handwiel de afsluiter in de eindstand OPEN brengen.
3.
Indien de eindstand van de afsluiter niet wordt bereikt:
de stelbout [2] iets tegen de wijzers van de klok in (linksom) draaien totdat
de eindstand OPEN van de afsluiter veilig kan worden ingesteld.
Het met de wijzers van de klok mee draaien (rechtsom) van de stelbout
[2] heeft een kleinere hoekverdraaiing (zwenkhoek) tot gevolg.
Het tegen de wijzers van de klok in (linksom) draaien van de stelbout [2]
heeft een grotere hoekverdraaiing (zwenkhoek) tot gevolg.
4.
De stelbout [2] met de wijzers van de klok mee (rechtsom) tot aan de aanslag
draaien.
Daarmee is de eindaanslag OPEN ingesteld.
5.
De O-ring in de schroefplug controleren, indien beschadigd vervangen.
6.
De schroefplug [1] indraaien en vastdraaien.
Aansluitend op deze instelling kan direct de eindstandherkenning OPEN worden
ingesteld.
Voor de hieronder vermelde instellingen (opties) moet de schakelruimte worden
geopend.
SQEx 05.2 – SQEx 14.2 / SQREx 05.2 – SQREx 14.2
AMExC 01.1