Elektrische aansluiting
Informatie
5.2.3.
Aansluitruimte sluiten
20
Bij verkeerd aansluiten: gevaarlijke spanning bij NIET aangesloten aardebus!
Elektrische schok mogelijk.
Alle aardingskabels aansluiten.
Aardebus op de externe aardingskabel van de aansluitkabel aansluiten.
Toestel uitsluitend met aangesloten aardingskabel inbedrijfstellen!
5.
Aardkabel stevig op de aardebus vastschroeven.
Afbeelding 12: Aardebus
[1]
Aardebus (PE) besturingskabel
[2]
Aardebus (PE) motorkabel
Sommige aandrijvingen beschikken over een motorverwarming (extra accessoire).
De motorverwarming reduceert de vorming van condenswater in de motor.
Afbeelding 13: Ex-stekker KPH, KP
[1]
Deksel
[2]
Boutjes deksel
[3]
O-ring
[4]
Aansluitruimte
[5]
Klemmenlijst
1.
Pasvlakken van het deksel [1] en de behuizing schoonmaken.
2.
Controleer of de O-ring [3] in goede staat is. Indien beschadigd door een nieuw
exemplaar vervangen.
3.
O-ring met zuurvrij vet (bijv. vaseline) licht invetten en juist plaatsen.
4.
Deksel [1] plaatsen en boutjes [2] gelijkmatig en kruisgewijs vastdraaien.
5.
Kabelwartels met het voorgeschreven draaimoment vastdraaien, zodat de
desbetreffende beschermingsgraad is gewaarborgd.
SQEx 05.2 – SQEx 14.2 / SQREx 05.2 – SQREx 14.2
AMExC 01.1