SA 07.2 – SA 16.2 /SAR 07.2 – SAR 16.2
AM 01.1/AM 02.1
7.
Indicatoren
7.1.
Signaallampen
Informatie
Verzamelstoringsmelding
Indicatie aandrijving in
bedrijf
Afbeelding 30: Lokale bedieningseenheid met signaallampen
[1]
brandt (standaard groen): eindstand OPEN bereikt
[2]
brandt (standaard rood): verzamelstoringsmelding
[3]
brandt (standaard geel): eindstand DICHT bereikt
De 3 signaallampen op de lokale bedieningseenheid kunnen (afwijkend van de
standaard) met verschillende kleuren worden geleverd.
Het komt tot een verzamelstoringsmelding [2] indien één van de hieronder vermelde
voorvallen plaatsvindt (standaarduitvoering):
Draaimomentstoring: het ingestelde draaimoment werd vóór het bereiken van
een eindstand overschreden. (Deze melding kan met behulp van een schakelaar
in de besturing worden in- en uitgeschakeld)
Thermische fout: de motorbeveiliging is aangesproken, d.w.z. de motor is
oververhit.
Faseuitval: er is een fase uitgevallen (alleen bij draaistroommotoren).
PTC-tripping device: controle wordt uitgevoerd
Indien in de aandrijving een signaalgever is ingebouwd (schakelschema pos.nummer:
S5) kunnen de signaallampen [1] en [3] als 'indicatie aandrijving in bedrijf' worden
gebruikt. De functie 'indicatie aandrijving in bedrijf' kan met behulp van een schakelaar
in de besturing worden in- en uitgeschakeld. Bij een geactiveerde 'indicatie aandrijving
in bedrijf' knippert de desbetreffende signaallamp tijdens het bewegen van de
aandrijving.
Indicatoren
37