Pagina 1
Multi-turn aandrijvingen SA 07.2 – SA 16.2 SAR 07.2 – SAR 16.2 AUMA NORM (zonder besturingseenheid) Bedieningsinstructies Montage en inbedrijfstelling...
Wijzigingen aan de apparatuur zijn uitsluitend met schriftelijke toestemming van de fabrikant toegestaan. 1.2 Toepassingsgebied AUMA multi-turn aandrijvingen SA/SAR worden toegepast voor de bediening van industriële afsluiters zoals kleppen, schuifafsluiters, vlinderkleppen en kogelkranen.
Veiligheidsinstructies Andere toepassingen zijn uitsluitend met uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de fabrikant toegestaan. Niet toegestaan is toepassing voor bijvoorbeeld: • Vloertransportmiddelen volgens EN ISO 3691 • Hijs- en hefmateriaal volgens EN 14502 • Personenliften volgens DIN 15306 en 15309 •...
Veiligheidsinstructies 1.4 Aanwijzingen en symbolen De hieronder vermelde aanwijzingen en symbolen worden in deze bedieningsinstructies gebruikt: Het begrip Informatie vóór de tekst duidt op belangrijke opmerkingen en informatie. Informatie Het begrip Informatie staat in een handelingsinstructie en bevat belangrijke opmerkingen en informatie over een handelingsstap. Symbool voor DICHT (afsluiter gesloten) Symbool voor OPEN (afsluiter open) Resultaat van een handeling...
Aandrijvingen zonder besturingseenheid kunnen ook op een later tijdstip met een AUMA besturingseenheid voor de aandrijving worden uitgerust. Bij vragen hieromtrent dient ons ordernummer te worden opgegeven. Het ordernummer staat op het typeplaatje. (Zie Typeplaatje aandrijving [} 8].)
Typeplaatje 3 Typeplaatje Afbeelding 2: Positie van de typeplaatjes [2] [3] Typeplaatje motor Typeplaatje aandrijving Extra plaatje, bijv. KKS-plaatje Typeplaatje aandrijving Afbeelding 3: Typeplaatje aandrijving (voorbeeld) [13] [12] [10] [11] Naam van de fabrikant Adres van de fabrikant Typebenaming Ordernummer Serienummer Toerental Draaimomentbereik in de richting Draaimomentbereik in de richting DICHT...
Pagina 9
Vermeld bij vragen over het product altijd dit nummer. Op onze website http://www.auma.com via Service & Support | myAUMA bieden wij een service aan, waarmee een bevoegde gebruiker door het invoeren van het ordernummer onder meer orderrelevante documenten zoals schakelschema’s en...
Pagina 10
Typeplaatje DataMatrix-code Met onze AUMA Assistant App kunt u de DataMatrix-code inscannen, waarmee u als geautoriseerde gebruiker directe toegang krijgt tot orderrelevante documenten van het product zonder dat u het order- of serienummer hoeft in te voeren. Afbeelding 5: Link naar de AUMA Assistant App...
SA 14.6/ SAR 14.6 AD... VD... SA 16.2/ SAR 16.2 AD... Zie typeplaatje op de motor Vermelde gewicht omvat multi-turn-aandrijving AUMA NORM, met draaistroommotor, elektrische aansluiting in standaarduitvoering, aandrijfvorm B1 en handwiel. Houd bij andere aandrijfvormen rekening met extra gewichten.
Pagina 12
A 16.2 11,7 Zie typeplaatje op de motor Vermelde gewicht omvat multi-turn aandrijving AUMA NORM, met wisselstroommotor, elektrische aansluiting in standaarduitvoering, aandrijfvorm B1 en handwiel. Houd bij andere aandrijfvormen rekening met extra gewichten. Zie typeplaatje op de motor Vermelde gewicht omvat multi-turn aandrijving AUMA NORM, met gelijkstroommotor, elektrische aansluiting in standaarduitvoering,...
Transport en opslag 4.2 Opslag Corrosiegevaar door verkeerde opslag! AANWIJZING à Materiaal opslaan in een goed geventileerde en droge ruimte. à Bescherm het materiaal tegen vocht uit de bodem door het in stellingen of op houten pallets op te slaan. à...
Montage 5 Montage 5.1 Montagepositie Bij gebruik van vet als smeermiddel kan het hier beschreven product in elke willekeurige montagepositie worden gebruikt. Bij gebruik van olie in plaats van vet in de aandrijvingsbehuizing (schakelruimte) is een verticale montagepositie, met de flens naar beneden, verplicht. Het gebruikte soort smeermiddel is op het typeplaatje van de aandrijving vermeld (afkorting F...= vet;...
Voor het aanpassen van aandrijvingen waarbij gebruik wordt gemaakt van reeds op de afsluiters aanwezige aandrijfvormen A met flensgrootten F10 en F14 uit de bouwjaren 2009 en ouder, is een adapter noodzakelijk. De adapter kan bij AUMA worden besteld. 5.3.2.1 Multi-turn aandrijving met aandrijfvorm A monteren 1.
Pagina 16
Montage Afbeelding 9: Multi-turn aandrijving met aandrijfvorm A Multi-turn aandrijving Aandrijfvorm A, van links naar rechts: met bewerkte, ongeboorde en voorgeboorde draadbus Bouten van de multi-turn aandrijving Bij een ongeboorde of alleen voorgeboorde draadbus moet de draadbus voor de opname op de spindel van de afsluiter eerst bewerkt zijn voordat de volgende stappen kunnen worden uitgevoerd: Draadbus aandrijfvorm A op maat bewerken [} 17]...
11. Bouten [5] tussen afsluiter en aandrijfvorm A met draaimoment volgens tabel Aandraaimomenten voor bouten [} 53] kruisgewijs vastdraaien. 5.3.2.2 Draadbus aandrijfvorm A op maat bewerken Deze werkfase is alleen noodzakelijk bij een ongeboorde of voorgeboorde draadbus. Exacte uitvoering van het product: zie ordergerelateerd gegevensblad of de AUMA Assistant App.
Pagina 18
Montage Afbeelding 13: Aandrijfvorm A [2.1] [2.2] [2.1] [2.1] [2.2] [2.1] Draadbus Axiaalnaaldlager [2.1] Axiaallagerring [2.2] Axiaalnaaldkrans Centreerring Hoe te werk te gaan 1. Centreerring [3] uit aandrijfvorm draaien. 2. Draadbus [1] samen met axiaalnaaldlagers [2] eruit nemen. 3. Axiaallagerringen [2.1] en axiaalnaaldkransen [2.2] van de draadbus [1] wegnemen.
Montage 5.3.3 Aandrijfvormen B/C/D/E Afbeelding 14: Montageprincipe Flens multi-turn aandrijving (bijv. F07) Holle as Busje van de aandrijfvorm As van de tandwielkast/afsluiter (afbeeldingsvoorbeelden) Beknopte beschrijving Verbinding tussen holle as en afsluiter resp. tandwielkast via busje van de aandrijfvorm, die met behulp van een circlip in de holle as van de multi-turn aandrijving is bevestigd.
Montage 5.3.3.1 Multi-turn aandrijving met aandrijfvorm B monteren Afbeelding 15: Montage aandrijfvormen B Multi-turn aandrijving Afsluiter/tandwielkast As van de afsluiter/tandwielkast Bout Hoe te werk te gaan 1. Controleren of aansluitflenzen bij elkaar passen. 2. Controleren of de aandrijfvorm van de multi-turn aandrijving [1] overeenstemt met de aandrijfvorm van de afsluiter/tandwielkast resp.
Montage 5.4 Toebehoren montage 5.4.1 Beschermbuis voor stijgende spindel afsluiter Afbeelding 16: Montage beschermbuis spindel Beschermkap voor beschermbuis Beschermbuis spindel spindel (geplaatst) V-ring (afdichting) Optie: beschermkap van staal (geschroefd) Beschermbuizen die langer zijn dan 2 m kunnen doorbuigen of gaan AANWIJZING slingeren! Beschadiging van de spindel en/of de beschermbuis mogelijk.
Pagina 22
Montage 4. Controleren of de beschermkap [1] voor de beschermbuis voor de spindel aanwezig, onbeschadigd en stevig op de buis is geplaatst resp. vastgeschroefd.
Indien het schema niet meer beschikbaar is, kan het onder vermelding van het ordernummer (zie typeplaatje) worden opgevraagd of direct van onze website (http://www.auma.com) worden gedownload. Beschadiging van de afsluiter bij aansluiting zonder besturingseenheid AANWIJZING voor de aandrijving! à...
Pagina 24
Elektrische aansluiting Afbeelding 18: Voorbeeld typeplaatje van de motor Stroomsoort Netspanning Netfrequentie Beveiliging en ontwerp/ Ter beveiliging tegen kortsluiting en voor het vrijschakelen van de aandrijving moet de berekening door klant/ klant/contractor zorgen voor zekeringen en lastscheiders of installatieautomaten. contractor De stroomwaarde voor het ontwerp en de berekening van de afzekering resulteert uit de stroomopname van de motor (zie Typeplaatje motor [} 9]).
Stuursignaalcontacten als optie tevens als crimp-aansluiting. Uitvoering S (standaard) met drie kabelingangen. Uitvoering SH (verhoogd) met extra kabelingangen. Ten behoeve van het aansluiten van de kabels wordt de AUMA rondstekker losgetrokken en de rondstekker female uit het deksel weggenomen.
Elektrische aansluiting 6.2.1 Aansluitruimte openen Afbeelding 20: Aansluitruimte openen Deksel (afbeelding toont uitvoering S) Bouten deksel O-ring Bouten rondstekker female Rondstekker female Kabelingang Blindstop Kabelwartel (niet bij de levering inbegrepen) Elektrische schok door gevaarlijke spanning! GEVAAR Overlijden of ernstig lichamelijk letsel. à...
Pagina 27
Elektrische aansluiting Signaalcontacten 0,25 – 2,5 mm² (flexibel) 0,5 – 0,7 Nm (1 tot 50) 0,34 – 2,5 mm² (massief) Bij storing(en): gevaarlijke spanning bij NIET aangesloten aardingskabel! WAARSCHUWING Elektrische schok mogelijk à Alle aardingskabels aansluiten. à Aansluitpunt aardingskabel op de externe aardingskabel van de aansluitkabel aansluiten.
Elektrische aansluiting 6.3 Toebehoren voor de elektrische aansluiting (als optie) 6.3.1 Parkeerstekker Afbeelding 24: Parkeerstekker, voorbeeld met stekker S en deksel Toepassing Parkeerstekker voor het veilig ophangen van een losgekoppelde stekker of deksel. Ter voorkoming van het aanraken van de contacten en ter bescherming tegen omgevingsinvloeden.
Elektrische aansluiting 6.3.3 Extern aansluitpunt voor aarding Afbeelding 26: Aansluitpunt aarding multi-turn aandrijving Toepassing Een zich extern bevindende aansluiting voor aarding (klembeugel) voor de aansluiting op de potentiaalvereffening. Tabel 11: Dwarsdoorsneden aansluitkabels en aandraaimomenten aansluitpunt voor aarding Soort kabel Dwarsdoorsneden aansluitkabels Aandraaimomenten enkel- en meerdraads 2,5 mm²...
Bediening 7 Bediening 7.1 Handmatige bediening De aandrijving kan voor de instelling en inbedrijfstelling bij het uitvallen van de motor of bij stroomuitval in de handmatige bediening bediend worden. Via een ingebouwd omschakelmechanisme wordt de handmatige bediening ingeschakeld. De handmatige bediening wordt automatisch ontkoppeld als de motor ingeschakeld wordt.
Bediening Beveiliging tegen Ter bescherming van de afsluiter is er een beveiliging tegen overbelasting bij overbelasting voor de gebruikmaking van de handmatige bediening als optie te verkrijgen. Zodra het handmatige bediening draaimoment op het handwiel een bepaalde waarde overschrijdt (zie het bij de order behorende blad Technische gegevens), breken de breekpennen af en beschermen daarmee de afsluiter tegen beschadiging.
Weergaven (als optie) 8 Weergaven (als optie) 8.1 Mechanische standaanwijzing via pijlmarkering Afbeelding 29: Mechanische standaanwijzing Eindstand OPEN bereikt Eindstand DICHT bereikt Pijlmarkering op het deksel Eigenschappen • is onafhankelijk van de stroomvoorziening • dient als indicatie aandrijving in bedrijf: schijfje mechanische standaanwijzing draait indien de aandrijving een beweging uitvoert en toont bijgevolg continu de stand van de afsluiter (Bij de uitvoering „rechtsdraaiend sluiten“...
Meldingen (uitgangssignalen) 9 Meldingen (uitgangssignalen) 9.1 Terugmeldingen van de aandrijving Schakelaars kunnen als enkelvoudige schakelaar (1 NC en 1 NO), als tandemschakelaar (2 NC en 2 NO) of als drievoudige schakelaar (3 NC en 3 NO) zijn uitgevoerd. De exacte uitvoering is aangegeven in het aansluitschema of op het specifieke technische gegevensblad van de desbetreffende order.
Inbedrijfstelling (basisinstellingen) 10 Inbedrijfstelling (basisinstellingen) 10.1 Schakelruimte openen Voor de hieronder vermelde instellingen moet de schakelruimte worden geopend. Hoe te werk te gaan 1. Bouten [2] losdraaien en het deksel [1] van de schakelruimte wegnemen. Afbeelding 30: Schakelruimte openen Deksel Schroeven deksel Schijfje mechanische standaanwijzing 2.
Inbedrijfstelling (basisinstellingen) Ook tijdens handmatige bediening kan het draaimomentmechanisme worden aangesproken. Afbeelding 32: Meetkoppen draaimoment Meetkop zwart voor draaimoment Meetkop wit voor draaimoment richting richting DICHT OPEN Borgschroefjes Schaalschijfjes Hoe te werk te gaan 1. Beide borgschroefjes [3] van de wijzerschijf losdraaien. 2.
Inbedrijfstelling (basisinstellingen) 4. Instelspindel [1] continu ingedrukt houden en met een schroevendraaier in de richting van de pijl draaien; let daarbij op de wijzer [2]: bij voelbaar en hoorbaar ratelen springt de wijzer [2] steeds 90° verder. 5. Staat de wijzer [2] 90° voor punt [3]: dan alleen nog langzaam verder draaien. 6.
Inbedrijfstelling (basisinstellingen) ð De draairichting is correct indien de aandrijving in de richting DICHT beweegt en de symbolen ( / ) tegen de wijzers van de klok in draaien: Afbeelding 34: Draairichting (bij de uitvoering "rechtsdraaiend sluiten") 10.4.2 Draairichting aan holle as/spindel controleren Afbeelding 35: Draairichting van de holle as/spindel bij beweging in de richting DICHT (uitvoering rechtsdraaiend sluiten) Beschermdop...
Inbedrijfstelling (basisinstellingen) 10.4.3 Wegschakelmechanisme controleren Hoe te werk te gaan 1. Aandrijving handmatig in de beide eindstanden van de afsluiter brengen. 2. Het wegschakelmechanisme is juist ingesteld als: ð schakelaar WSR/LSC naar eindstand DICHT schakelt schakelaar WOEL/LSO naar eindstand OPEN schakelt ð...
Inbedrijfstelling (instellingen van als optie te verkrijgen uitvoeringen) 11 Inbedrijfstelling (instellingen van als optie te verkrijgen uitvoeringen) 11.1 Potentiometer De potentiometer functioneert als stelwegsensor en strekt tot vaststelling van de stand van de afsluiter. Instelelementen De potentiometer bevindt zich in de schakelruimte van de aandrijving. Voor het instellen dient de schakelruimte te worden geopend.
Inbedrijfstelling (instellingen van als optie te verkrijgen uitvoeringen) Gegevens 3- en 4-draadssysteem 2-draadssysteem Invloed temperatuur < 0,3 ‰/K Omgevingstemperatuur –60 °C tot +80 °C Melderpotentiometer 5 kΩ Instelelementen De RWG bevindt zich in de schakelruimte van de aandrijving. Voor het instellen dient de schakelruimte te worden geopend. Zie Schakelruimte openen [} 35].
Inbedrijfstelling (instellingen van als optie te verkrijgen uitvoeringen) Als de maximale waarde niet wordt bereikt, moet nagegaan worden of het juiste tandwielkastje gekozen is. 11.3 Elektronische standmelder EWG 01.1 De elektronische standmelder EWG 01.1 strekt tot vaststelling van de stand op afstand of algemeen tot terugmelding van de stand van de afsluiter.
Inbedrijfstelling (instellingen van als optie te verkrijgen uitvoeringen) 11.3.1 Meetbereik instellen Voor het instellen dient de spanningsvoorziening op de elektronische standmelder te worden toegepast. Ter controle van de uitgangsstroom kan op de meetpunten (+/–) een meettoestel voor 0 – 20 mA worden aangesloten (bij 2-draadssystemen is het aansluiten van een meettoestel absoluut noodzakelijk).
Inbedrijfstelling (instellingen van als optie te verkrijgen uitvoeringen) ð Indien de stroomwaarden (0/4/20 mA) niet correct zijn: zie Stroomwaarden aanpassen [} 44]. ð Indien de stroomwaarde fluctueert (bijv. tussen 4,0 – 4,2 mA): LED signalering eindstanden uitschakelen. Zie LED-signalering eindstanden in-/uitschakelen [} 44]. 11.3.2 Stroomwaarden aanpassen De in de eindstand ingestelde stroomwaarden (0/4/20 mA) kunnen op elk moment worden aangepast.
Inbedrijfstelling (instellingen van als optie te verkrijgen uitvoeringen) Afbeelding 40: Instellingselementen voor het wegschakelmechanisme Instelspindel: richting DICHT (zwart Wijzer: richting DICHT (zwart veld) veld) Punt: tussenstand DICHT ingesteld Instelspindel: richting OPEN (wit veld) (zwart veld) Wijzer: richting OPEN (wit veld) Punt: tussenstand OPEN ingesteld (wit veld) De tussenstandschakelaars geven na 177 omwentelingen (meld- en stuureenheid voor 2 –...
Inbedrijfstelling (instellingen van als optie te verkrijgen uitvoeringen) ð De tussenstand in de richting OPEN is nu ingesteld. 6. Indien te ver werd gedraaid (ratelen ná het omspringen van de wijzer): de instelspindel in dezelfde richting verder draaien en de instelprocedure herhalen. 11.5 Mechanische standaanwijzing instellen Hoe te werk te gaan 1.
De LED op de EWG pulseert a) enkel of b) drievoudig in de instelmodus: Het meetbereik 0/4 – 20 mA op de standmelder EWG kan niet worden AUMA Service aanvragen. ingesteld. a) EWG is niet gekalibreerd. b) De magneetposities van de EWG zijn verschoven.
Verhelpen van storingen Indien in de aandrijving een DUO-wegschakelmechanisme (optie) is gemonteerd, worden met de draaimomentschakelaars tegelijkertijd ook de tussenstandschakelaars WDR/LSA en WDL/LSB geactiveerd. 1. Testknop [1] in de pijlrichting WSR/LSC draaien: wegschakelaar DICHT treedt in werking. 2. Testknop [2] in de pijlrichting WÖL/LSO draaien: wegschakelaar OPEN treedt in werking.
à Reparatie- en onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd als de apparatuur niet in bedrijf is. Service & Support AUMA biedt een uitgebreid servicepakket aan zoals bijv. reparatie en onderhoud, maar ook scholingen voor het personeel van de klant. Contactadressen vindt u op onze website www.auma.com.
Wij adviseren dat tijdens het vervangen van vet tevens de afdichtingen worden vervangen. 13.3 Afvoeren en recycling AUMA producten zijn producten met een lange levensduur. Maar eens komt het moment waarop zij moeten worden vervangen. De apparatuur is modulair opgebouwd en kan daardoor gescheiden en gesorteerd worden naar: •...
De exacte uitvoering staat op het specifieke technische gegevensblad van de desbetreffende order vermeld. Het specifieke technische gegevensblad van de desbetreffende order staat op onze website http://www.auma.com als download in de Duitse en Engelse taal ter beschikking (vermelding van het ordernummer noodzakelijk). 14.1 Technische gegevens multi-turn aandrijving Uitvoering en functies Certificaten worden met het toestel meegeleverd.
Pagina 52
Vervuilingsgraad 4 (in gesloten toestand), vervuilingsgraad 2 (intern) IEC 60664-1 Trillingsvastheid conform 2 g, 10 tot 200 Hz (AUMA NORM), 1 g, 10 tot 200 Hz (voor aandrijvingen met besturingseenheid voor de IEC 60068-2-6 aandrijving AM of AC) Bestand tegen schokken en trillingen tijdens de start-up resp. bij storingen van de installatie. Geldt voor multi-turn aandrijvingen in de uitvoering AUMA NORM en in de uitvoering met besturingseenheid voor de aandrijving, elk met AUMA rondstekker.
AUMA zilvergrijs (gelijkwaardig aan RAL 7037) Optie: Leverbare kleuren op aanvraag Technische levensduur AUMA multi-turn aandrijvingen voldoen aan resp. overtreffen de eisen inzake de technische levensduur van de EN ISO 22153. Gedetailleerde informatie is op aanvraag verkrijgbaar. Geluidsdrukniveau < 72 dB (A)
Reserveonderdelenlijst 15 Reserveonderdelenlijst 15.1 Multi-turn aandrijvingen SA 07.2 – SA 16.2 S / SAR 07.2 – SAR 16.2 S...
Pagina 56
Bij iedere bestelling van onderdelen a.u.b. het type toestel en ons ordernummer vermelden (zie typeplaatje). Er mogen uitsluitend originele AUMA-reserveonderdelen worden gebruikt. Bij toepassing van andere fabricaten vervalt de garantie en is elke vorm van aansprakelijkheid van AUMA uitgesloten. De afbeelding van de reserveonderdelen kan afwijken van de geleverde onderdelen.