Inhoudsopgave
Advertenties
Uitschakelen
Display
FAIL TO START (START MISLUKT)
EMERGENCY STOP (NOODSTOP)
LOW OIL PRESSURE (LAGE OLIEDRUK)
ENGINE HIGH TEMPERATURE (HOGE
MOTORTEMPERATUUR)
FUEL USAGE (BRANDSTOFVERBRUIK)
PHASE ROTATION (FASEROTATIE) (Qc1212
V2.0 of hoger)
OVERSPEED (TE HOOG TOERENTAL)
UNDERSPEED (TE LAAG TOERENTAL)
GENERATOR OVER FREQUENCY
(GENERATOR-OVERFREQUENTIE)
De motor kon niet worden gestart na het vooraf ingestelde aantal startpogingen.
De noodstopknop werd ingedrukt. Dit is een storingsveiligheid (normaal gesloten naar positieve batterijpool) die
de generatorset meteen stillegt als het signaal wordt verwijderd.
Het verwijderen van de positieve batterijtoevoer naar de noodstopingang, verwijdert tevens de DC-voeding van
de brandstof- en startuitgangen van de controller.
!
Het positieve noodstopsignaal moet aanwezig zijn, anders wordt het apparaat stilgelegd.
De motoroliedruk heeft het vooraf ingestelde activeringsniveau voor lage druk onderschreden nadat de
Beveiliging aan-timer is verlopen.
De motorkoelvloeistoftemperatuur heeft het vooraf ingestelde activeringsniveau voor hoge motortemperatuur
overschreden nadat de Beveiliging aan-timer is verlopen.
Geeft aan dat de hoeveelheid verbruikte brandstof hoger is dan de alarminstellingen voor brandstofverbruik. Dit
duidt vaak op een brandstoflek of mogelijke diefstal van brandstof.
De faserotatie wijkt af van de geconfigureerde richting.
Het motortoerental ligt hoger dan het vooraf ingestelde activeringsniveau.
Tijdens de opstartprocedure kan de activeringssoftware voor te hoog toerental worden
!
geconfigureerd om rekening te houden met een extra activeringsmarge. Dit wordt
gebruikt om te voorkomen dat de beveiliging onnodig wordt geactiveerd tijdens het
opstarten.
Het motortoerental heeft het vooraf ingestelde activeringsniveau onderschreden nadat de Beveiliging aan-timer is
verlopen.
De uitgangsfrequentie van de generator heeft het vooraf ingestelde niveau overschreden.
- 77 -
Reden
Advertenties
Inhoudsopgave
