2.3
Mechanische kenmerken
De mechanische kenmerken beschreven in dit hoofd-
stuk worden standaard geleverd op deze generator.
Voor alle andere mechanische kenmerken, zie "Over-
zicht van de mechanische opties" op pagina 100.
2.3.1
Motor en alternator
De alternator wordt aangedreven door een vloeistof-
gekoelde dieselmotor. Het motorvermogen wordt
overgebracht door een directe schijfkoppeling.
De generator bevat een éénlager-alternator met een
speciale spanningsregelaar en een hulpwikkeling.
De synchrone borstelloze alternator heeft een klasse
H rotor en statorwindingen in een IP23-behuizing en
een speciale samenstelling om wikkelingen te be-
schermen.
2.3.2
Koelsysteem
De motor is uitgerust met een waterkoeler. De koel-
lucht wordt gegenereerd door een ventilator, aange-
dreven door de motor.
2.3.3
Veiligheidsinrichtingen
De motor is uitgerust met stopschakelaars voor lage
oliedruk en een watertemperatuursensor.
2.3.4
Carrosserie
De alternator, de motor, het koelsysteem, enz. zijn in-
gebouwd in een geluiddempende carrosserie voorzien
van scharnierdeuren (en afneembare panelen).
De generator kan worden opgetild met het hijsoog dat
geïntegreerd is in de carrosserie (dak). Teneinde de
QAS 30-45 met een vorkheftruck te kunnen optillen,
zijn er in het onderstel rechthoekige heftrucksleuven
voorzien.
2.3.5
Bescherming tegen warme
onderdelen
De bescherming tegen warme onderdelen schermt
warme onderdelen van de generatorset (turbo en uit-
laatsysteem) af om het risico op brandwonden te ver-
minderen.
2.3.6
Identificatieplaatje en
serienummer
De generator is voorzien van een typeplaatje, waarop
de productcode, het typenummer en het uitgangsver-
mogen
staan
(zie
"Identificatieplaatje"
pagina 113).
Het serienummer staat rechts vooraan op het frame.
- 20 -
2.3.7
Aftappluggen en vuldoppen
De aftapopeningen voor motorolie en koelvloeistof,
alsook de brandstofplug bevinden zich in het onder-
stel en zijn gemerkt. De brandstofaftapplug bevindt
zich vooraan en de aftapopeningen aan de onder-
houdszijde.
De aftapslang voor motorolie kan via de aftapopening
uit de generator worden geleid.
De
aftapopening
!
gebruikt worden om de leidingen
van een externe brandstoftank aan
te sluiten. Gebruik, ingeval een
externe brandstoftank aangesloten
wordt, de driewegsafsluiters. Zie
Aansluiting voor externe brandstof-
tank (met/zonder snelkoppelingen).
De vuldop voor de motorkoelvloeistof is bereikbaar
via een opening in het dak. De brandstofvuldop be-
vindt zich in het zijpaneel.
2.3.8
Lekvrij balkraam
op
Een lekvrij balkraam met vorkheftrucksleuven laat de
klant toe om de generator gemakkelijk te vervoeren
met een vorkheftruck. Dit voorkomt morsen van mo-
torvloeistoffen en helpt dus het milieu te beschermen.
Binnenin is een sensor aangebracht die een alarm
geeft als er vloeistof in deze veiligheidswand zit.
De lekkende vloeistof kan worden verwijderd via af-
tapopeningen, beveiligd door aftappluggen. Haal de
pluggen strak aan en controleer op lekken. Als u lek-
kan
eveneens