4
Bedieningsinstructies
Volg steeds nauwgezet de toepasse-
!
lijke veiligheidsinstructies, in uw
eigen belang.
Laat de generator nooit werken bij
waarden die buiten de in de Techni-
sche specificaties vermelde grenzen
liggen.
De plaatselijke voorschriften betref-
fende het opstellen van laagspan-
ningskrachtinstallaties
1000 V) moeten nageleefd worden
bij het aansluiten van stroomver-
deelborden, schakelapparatuur of
belastingen aan de generator.
Bij elke start en telkens een nieuwe
belasting wordt aangesloten, moe-
ten de aarding en beveiligingen (GB-
schakeling en aardlekrelais) van de
generator
gecontroleerd
Het aarden moet gebeuren via de
aardingsstaaf of, indien voorhanden,
via een geschikt bestaand aardings-
systeem.
Het
beveiligingssysteem
tegen te hoge contactspanningen is
slechts effectief, wanneer een aange-
paste aarding is voorzien.
4.1
Vóór het starten
– Als de generator waterpas staat, controleer het
motoroliepeil en vul bij indien nodig. Het oliepeil
moet in de buurt komen van het max. streepje op
de motoroliepeilstok, maar niet hoger.
– Controleer het koelvloeistofpeil in de expansie-
tank van het motorkoelsysteem. Het koelvloei-
stofpeil moet in de buurt komen van de FULL
(vol) markering. Voeg koelvloeistof toe indien
nodig.
– Tap water en bezinksel af uit de brandstofvoorfil-
(beneden
ter. Controleer het brandstofpeil en vul bij indien
nodig. Het is aanbevolen de tank aan het einde van
elke werkdag bij te vullen om condensatie in een
bijna lege tank te voorkomen.
– Tap lekkende vloeistof af van het frame.
– Controleer de vacuümverklikker van de luchtfil-
ter. Indien het rode deel volledig zichtbaar is, het
filterelement vervangen.
worden.
– Druk op de stofklep van de luchtfilter om stofaf-
zetting te verwijderen.
– Controleer de generator op lekken, kijk na of alle
draadklemmen vast aangedraaid zijn, enz. Corri-
geer waar nodig.
– Controleer of de stroomonderbreker Q1 uitge-
schakeld is.
– Controleer dat de zekering F10 niet geschakeld
heeft en dat de noodstopknop ontgrendeld (UIT)
is.
– Controleer dat de belasting uitgeschakeld is.
- 28 -
– Controleer of de beveiliging tegen aardsluiting
(N22) niet geactiveerd werd (resetten indien no-
dig).