5.2
Lage belastingen voorkomen
5.2.1
Algemeen
Alle motoronderdelen zijn ontworpen met toleranties
om te kunnen werken onder volledige belasting.
Wanneer de generator wordt gebruik met lage belas-
ting, zorgen deze toleranties ervoor dat meer smeer-
olie tussen de klepgeleiders, stangen, voeringen en
zuigers komt door de lagere motortemperaturen.
Een lagere verbrandingsdruk heeft een invloed op de
werking van de zuigerveer en de verbrandingstempe-
ratuur. Een lage compressordruk veroorzaakt olielek-
ken langs de afdichting van de turbo-as.
5.2.2
Risico's van gebruik met lage
belasting
– Cilinderverglazing: de hoongroeven in de cilinder
vullen op met lak, die de olie verdringt, waardoor
de zuigerveer niet meer goed gesmeerd kan wor-
den.
– Cilinderwandenslijtage: de cilinderoppervlakken
worden gepolijst, alle verhogingen en de meeste
groeven slijten weg, waardoor de zuigerveer ook
niet meer goed gesmeerd kan worden.
– Sterke koolaanslag: op zuigers, zuigerveergroe-
ven, kleppen en turbolader. Koolstofophoping op
de zuigers kan de compressor doen vastlopen
wanneer die later op volle belasting wordt ge-
bruikt.
– Hoog olieverbruik: door de motor langdurig onbe-
last of op lage belasting te laten werken kan bij
lage toerentallen blauwgrijze rook ontstaan met
een bijbehorend verhoogd olieverbruik.
– Een lage verbrandingstemperatuur: dit leidt tot
een ontoereikende verbranding van brandstof,
waardoor de smeerolie verdund wordt. Ook kan
onverbrande brandstof en smeerolie in het uit-
laatspruitstuk terechtkomen en uiteindelijk via de
verbindingsstukken van het uitlaatspruitstuk ont-
snappen.
– Risico op brand
5.2.3
Beste praktijken
Beperk het gebruik op lage belasting tot het mini-
mum. Dit doet u door de juiste generator te kiezen
voor de toepassing.
Het is raadzaam een toestel altijd te gebruiken op
> 30% van de nominale belasting. Er moeten correc-
tieve acties ondernomen worden als wegens omstan-
digheden deze minimumbelasting niet kan worden
verkregen.
Laat de machine na een periode van lage belasting on-
middellijk op vollast werken. Sluit de eenheid daarom
regelmatig aan op een belastingweerstand. Verhoog
de belasting in stappen van 25% om de 30 minuten en
laat de eenheid 1 uur draaien op vollast. Laat de een-
heid geleidelijk terugkeren naar de werkingsbelas-
ting.
Het interval tussen het aansluiten van een belasting-
weerstand kan variëren naargelang van de omstandig-
heden ter plaatse en de hoeveelheid belasting.
Doorgaans wordt de eenheid na elke onderhoudsbeurt
aangesloten op een belastingweerstand.
- 44 -
Als de motor wordt geïnstalleerd als stand-bygenera-
tor, moet hij ten minste 4 uur/jaar op vollast draaien.
Als regelmatig tests worden uitgevoerd zonder belas-
ting, mogen die niet langer dan 10 minuten duren.
Tests op vollast helpen om koolstofafzettingen in de
motor en het uitlaatsysteem te verwijderen en de pres-
taties van de motor te evalueren. Om eventuele pro-
blemen tijdens de test te voorkomen, moet de
belasting geleidelijk worden verhoogd.
In huurtoepassingen (waar de belasting vaak een on-
bekende factor is), moeten de toestellen op vollast
worden getest na elke huuropdracht of om de 6 maan-
den, naargelang wat zich het eerst voordoet.
Neem voor informatie contact op met uw Atlas Copco
Service Center.
Defecten die het gevolg zijn van het
!
gebruik op een te lage belasting, val-
len buiten de garantie.