5.5.4.2
Vervang de oliefilter
Het filteren van de motorolie is cru-
!
ciaal voor een correcte smering.
Daarom moet het oliefilter regelma-
tig worden vervangen volgens de
intervallen
in
schema".
Gebruik een oliefilter dat voldoet
aan de prestatievereisten van Atlas
Copco.
4 6
1. Vervang de motorolie na de eerste 50 bedrijfsuren
en vervolgens om de 500 bedrijfsuren.
2. Verwijder de oude oliefilter (5) met een filtersleu-
tel (6).
3. Reinig het contactoppervlak van het verbindings-
stuk. Smeer de pakking van het nieuwe element
lichtjes in met olie.
4. Schroef het nieuwe patroon (5) op het verbin-
dingsstuk tot de pakking goed zit. Span met beide
handen aan. Als u de sleutel gebruikt om aan te ha-
len, kunt u het patroon te vast schroeven.
5. Voeg nieuwe olie toe tot aan de bovengrens van de
oliepeilstok (3) (zie "Controle van het motorolie-
peil") en plaats de olievuldop terug (1).
"Onderhouds-
4 5
- 54 -
5.5.5
Controle van de koelvloeistof
Verwijder de vuldop van het koelsy-
!
steem nooit terwijl de koelvloeistof
heet is.
Het systeem kan onder druk staan.
Verwijder de dop langzaam en
alleen als de koelvloeistof op omge-
vingstemperatuur is. Als de druk in
het koelsysteem plots wordt afgela-
ten, kan er hete koelvloeistof uit-
spatten, wat tot persoonlijk letsel
kan leiden.
Als de radiatordop is verwijderd,
volg dan de aanwijzingen op en
draai de dop goed vast.
Raadpleeg
uw
KUBOTA-dealer als zich een lek
voordoet in het koelsysteem.
5.5.5.1
Bewaking van de gesteldheid van de
koelvloeistof
Teneinde de levensduur en de kwaliteit van het pro-
duct te garanderen, en aldus de bescherming van de
motor te verbeteren, is het aanbevolen regelmatig de
gesteldheid van de koelvloeistof te analyseren.
De kwaliteit van het product kan door drie parameters
worden vastgesteld.
Visuele controle
– Controleer het kleuraspect van de koelvloeistof en
vergewis u ervan dat er geen losse partikels in sus-
pensie zijn.
plaatselijke