5.4
Onderhoudsprocedures voor de
alternator
5.4.1
Meten van de isolatieweerstand van
de alternator
Om de isolatieweerstand van de alternator te meten
heeft men een 500 V weerstandsmeter nodig.
Indien de N-klem met het aardingssysteem verbonden
is, moet ze van de aardklem losgekoppeld worden.
Koppel de AVR los.
Verbind de weerstandsmeter tussen de aardklem en
de klem L1 en genereer een spanning van 500 V. Op
de schaal moet een weerstand van minstens 5 M
worden aangegeven.
Raadpleeg de bedienings- en onderhoudshandleiding
van de alternator voor meer details.
- 49 -