kende vloeistof verwijdert, volg dan alle relevante
plaatselijke voorschriften.
2.3.9
Motornabehandeling
Het uitlaatnabehandelingssysteem wordt onmiddel-
lijk na het starten van de motor geactiveerd en blijft
werken zolang de motor draait. Het zorgt ervoor dat
de vervuilende emissies in de uitlaatgassen worden
teruggebracht tot de grenswaarden die in de emis-
sienorm zijn vastgelegd.
De uitlaatgasbehandeling wordt uitgevoerd door:
– De dieseloxidatiekatalysator (DOC).
– De dieselroetfilter (DPF)
Het motorsysteem is uitgerust met een elektronisch
motormanagementsysteem dat bestaat uit het uitlaat-
nabehandelingssysteem (ACM).
De besturingseenheid is verbonden in een elektro-
nisch netwerk. Gegevens worden uitgewisseld via
CAN (Controller Area Network).
2.3.9.1
Dieselroetfilter (Diesel particulate filter)
De dieselroetfilter (DPF) is een apparaat dat is ont-
worpen om dieseldeeltjes of roet uit de uitlaatgassen
van een dieselmotor te verwijderen.
De DPF filtert ongeveer 99% van de deeltjes, kool-
monoxide (CO) en koolwaterstoffen (HC). Tijdens
het regenereren worden de deeltjes omgezet in kool-
dioxide (CO
) en as.
2
Voor de volledige functionaliteit van het DPF-sys-
teem, zie "Emissiesysteem" op pagina 45.
- 21 -