CAN-foutberichten
Indien aangesloten op een geschikte CAN-engine
geeft de controller alarmstatusmeldingen van de ECU
weer.
– Type alarm zoals gemeld door de ECU
– Type alarm dat wordt geactiveerd in de controller
(m.a.w. waarschuwing of uitschakeling)
Gebeurtenissenlog
De Qc2212 module houdt een logboek bij van vorige
alarmen en/of geselecteerde statuswijzigingen. Het
logboek kan de laatste 250 logvermeldingen opslaan.
Zodra het log vol is, overschrijft elk nieuw uitschakel-
alarm de oudste gebeurtenis in het log. Het log zal dus
altijd de meest recente uitschakelalarmen bevatten.
De module slaat het alarm op, samen met de datum en
het tijd van de gebeurtenis (of het aantal bedrijfsuren
indien zo geconfigureerd).
Om het gebeurtenissenlog weer te geven, drukt u her-
haaldelijk op de NEXT PAGE-knop tot het LCD-
scherm het gebeurtenissenlog weergeeft.
Druk op DOWN om het volgende, meest recente uit-
schakelalarm te bekijken. Houd DOWN ingedrukt om
de vorige alarmen na elkaar weer te geven. Vervol-
gens wordt het meest recente alarm weergegeven en
begint de lijst opnieuw.
Om het gebeurtenissenlog te sluiten en terug te keren
naar de instrumentweergave, drukt u op NEXT PAGE
om de volgende instrumentpagina weer te geven.
4.3.1.4
Planner
De Qc2212 bevat een planner waarmee u de genera-
torset automatisch kunt laten starten en stoppen.
U kunt tot 16 geplande start/stopsequenties configu-
reren die in een cyclus van 7 of 28 dagen worden her-
haald.
De geplande werking kan met of zonder belasting
zijn, afhankelijk van de moduleconfiguratie.
STOP-modus
– De geplande werking vindt niet plaats als de mo-
dule zich in de STOP/RESET-modus bevindt.
MANUAL-modus
– De geplande werking vindt niet plaats als de mo-
dule zich in de MANUAL-modus bevindt.
– Activering van een geplande werking 'belast'
wanneer de module OFF LOAD draait in manuele
modus zal geen effect hebben, de generatorset
blijft OFF LOAD draaien.
- 38 -
AUTO-modus
– De geplande werking draait ALLEEN als de mo-
dule zich in de AUTO-modus bevindt zonder uit-
schakelalarm of elektrisch onderbrekingsalarm.
– Als de module zich in de modus STOP of MANU-
AL bevindt wanneer een geplande werking be-
gint, zal de motor niet starten. Als de module
echter in de AUTO-modus wordt gezet tijdens een
geplande werking, wordt de motor gestart.
– Afhankelijk van de configureren door de systee-
montwerper, kan een externe input worden ge-
bruikt om een geplande werking te negeren.
– Als de motor OFF LOAD draait in de AUTO-mo-
dus en een geplande 'belaste' werking is geconfi-
gureerd, wordt de set ON LOAD geplaatst
gedurende de ingestelde planning.