Situatie/Probleem
De console wordt uitgeschakeld
(slaapstand) tijdens het gebruik
De ventilator start of stopt niet
De ventilator start niet, maar de
console werkt
Het toestel schommelt/staat niet
gelijk
Loszittende voetpedalen/toestel
moeilijk te bedienen
Klik/tik-geluid aandrijflijn
eenmaal per volledige
crankomwenteling
Klopgeluid tijdens de werking
van het toestel
Te controleren
Controleer het stopcontact
Controleer de aansluiting aan
de voorkant van het toestel
Controleer de integriteit van de
datakabel
Controleer de aansluitingen/
oriëntatie
van de datakabel
Reset het toestel
Controleer de positie van de
magneet (hiervoor moet de be-
schermkap worden verwijderd)
Controleer de snelheidssensor
(hiervoor moet de beschermkap
worden verwijderd)
Controleer de integriteit van de
datakabel
Controleer de aansluitingen/
oriëntatie
van de datakabel
Reset het toestel
Controleer of de ventilator niet
geblokkeerd is
Controleer de afstelling van de
stelpootjes
Controleer de vloer onder het
toestel
Montagemateriaal
Controleer crank/poelie-
samenstel
Controleer de gemonteerde
voeten, benen en handgrepen
Controleer op loszittend mon-
tagemateriaal
Controleer het
montagemateriaal aan de
verbinding tussen de onderste
handgreep en het pedaal
Montage-/Gebruikershandleiding
Zorg dat het toestel is aangesloten op een werkend stopcontact.
De aansluiting moet veilig en onbeschadigd zijn. Vervang de adapter of
aansluiting van een toestel als een van beide beschadigd is.
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel als u vaststelt
dat er draden geplooid of doorgesneden zijn.
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd is. De kleine
kabelsluiting op de connector moet juist zijn ingevoerd en vastklikken.
Trek de stekker uit het stopcontact gedurende 3 minuten. Steek de stekker
terug in het stopcontact.
De magneet moet op de poelie bevestigd zijn.
De snelheidssensor moet gelijk worden gezet met de magneet en met de
datakabel worden verbonden. Verplaats de sensor indien nodig. Vervang de
sensor als u schade vaststelt aan de sensor of de aansluitdraad.
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel als u vaststelt
dat er draden geplooid of doorgesneden zijn.
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd is. De kleine
kabelsluiting op de connector moet juist zijn ingevoerd en vastklikken.
Trek de stekker uit het stopcontact gedurende 3 minuten. Steek de stekker
terug in het stopcontact.
Trek de stekker uit het stopcontact gedurende 5 minuten. Vuil van de
ventilator verwijderen. Maak de console indien nodig los om dit te verge-
makkelijken. Vervang de console als u niet in staat bent om de blokkering te
verhelpen.
Verstel de stelpootjes totdat het toestel waterpas staat.
Het verstellen van de stelpootjes is mogelijk niet voldoende in het geval van
een extreem oneffen vloer. Verplaats het toestel naar een effen ruimte.
Draai al het montagemateriaal op de pedaalarmen en de handgreeparmen
stevig aan.
Koppel de gemonteerde linker- en rechtervoet los en draai de crank. Vervang
het crank/poelie-samenstel als het geluid aanhoudt. Als het geluid niet van
de draaiende crank komt, controleer dan de gemonteerde voeten en de
bovenste/onderste handgrepen.
Beweeg de gemonteerde voeten, benen en handgrepen met de hand om te
ontdekken waar het geluid vandaan komt. Vervang het onderdeel dat lawaai
maakt.
Draai al het montagemateriaal op de stabilisatiesteunen en de voet van de
consolemast stevig aan.
Controleer of het gelijkstellipje op de ashuls in de sleuf in de opening zit.
Zorg dat de ashuls ook door de tegenoverliggende opening in de afdekking
van de verbinding doorloopt.
53
Oplossing