Inhoudsopgave
Advertenties
5
Montage en voorbereiding
5.1
De CC300 bevestigen
De CC300 kan in een rechtopstaande positie worden bevestigd aan een verticale
GCX-rail of aan een horizontale rail (Dräger of Fairfield). Gebruik de CC300
uitsluitend met gemonteerde kap.
De bevestiging en configuratie van de CC300 worden uitgevoerd door
gespecialiseerd servicepersoneel.
De CC300 kan aan een wand, op een verzorgingssysteem of op het onderstel van
apparaten worden gemonteerd.
5.2
Montage
1. De kunststof kap verwijderen. Daartoe de kunststof kap aan de onderste rand
omhoog tillen.
2. Voor het monteren van de kabels, de kunststof kap op de bovenste
apparaatzijde van de CC300 inhangen.
3. Sluit de kabel van de netvoedingseenheid aan. De spannings-LED brandt
groen. (De CC300 kan ook worden gevoed via de netwerkpoort (PoE). Zodra de
netvoedingseenheid echter is aangesloten, wordt de voeding door de
netvoedingseenheid geleverd.)
4. Sluit de bijgeleverde kabel aan op de seriële poort van het MEDIBUS.X-
apparaat. Gebruik, indien nodig, de bijgeleverde adapters. Sluit het andere
uiteinde van de kabel aan op de CC300.
5. Sluit de CC300 via de netwerkpoort aan op het ziekenhuisnetwerk.
6. Wanneer alle kabels zijn aangesloten, de kunststof kap plaatsen. Zet daartoe de
kunststof kap tegen de bovenste apparaatzijde aan. Druk vervolgens de
onderkant van de kunststof kap op de kabelaansluitingen. De kunststof kap
fungeert als een trekontlasting voor alle aangesloten kabels.
De CC300 is klaar voor gebruik. De CC300 heeft geen eigen gebruikersinterface.
De CC300 wordt geconfigureerd via het Perseus A500-scherm, het Atlan A3xx-
scherm of de software van DrägerService.
|
Gebruiksaanwijzing
Connectivity Converter CC300
Montage en voorbereiding
17
Advertenties
Inhoudsopgave
