Download Print deze pagina

Grundfos CRE Installatie- En Bedieningsinstructies pagina 87

Advertenties

3 x 400-480 V, 50/60 Hz, model K
Toerental
[tpm]
3500-4000
13.3 Ingangen en uitgangen
Signaalreferentie
Alle spanningen ten opzichte van GND. Alle stroom
loopt terug door de signaalaarde.
Absolute maximale spannings- en stroomlimieten
Het overschrijden van de volgende elektrische
limieten kan sterk verminderde betrouwbaarheid en
een kortere gebruiksduur van de motor tot gevolg
hebben.
Relais 1:
Maximale contactbelasting: 250 VAC, 2 A of 30
VDC, 2 A.
Relais 2:
Maximale contactbelasting: 30 VDC, 2 A.
GENI klemmen: -5,5 t/m +9,0 VDC of minder dan 25
mADC.
Andere in- en uitgangsklemmen: -0,5 t/m +26 VDC of
minder dan 15 mADC.
Digitale ingangen
Interne pull-up stroom > 10 mA als V
Interne pull-up tot 5 VDC. Stroomloos als V
VDC.
Niveau geactiveerde ingang: V
Niveau gedeactiveerde ingang: V
24 VDC.
Hysterese: Nee.
Afgeschermde kabel: 0,5 - 1,5 mm
Maximale kabellengte: 500 m.
Klemmen voor Veilig Uitgeschakeld Koppel-
functie (VUK)
S24:
24 V uitgangsspanning. Alleen voor gebruik met
ingangen ST1 en ST2.
Uitgangsspanning: 24 V -5% tot +5%
Maximale stroom: 50 mADC
Beveiliging tegen overbelasting: Ja.
ST1 en ST2:
VUK geactiveerd: V
in
VUK gedeactiveerd: V
Ingangsstroom >10 mA als V
Vermogen
[kW]
26
= 0 VDC.
i
> 5
i
minder dan 1,5 VDC.
i
van 3,0 VDC tot
i
2
/ 28-16 AWG.
< 1,25 V
> 21,6 V en < 25 V
in
= 24 V.
in
Netspanning
[V]
≤ 400
> 400
Wanneer de interne spanningsbron (aansluiting S24)
wordt gebruikt, ligt de ingangsspanning voor ST1 en
ST2 binnen de geaccepteerde limieten.
Wanneer een externe spanningsbron wordt gebruikt
om de VUK-ingangen aan te sturen, moet aan de
volgende voorwaarden worden voldaan:
Wanneer het product in bedrijf is, moet de
ingangsspanning van ST1 en ST2 ten opzichte van
de signaalaarde tussen de volgende waarden liggen:
V
: 21,6 V
min
V
: 25,0 V.
max
In de veilige modus moet de ingangsspanning van
ST1 en ST2 ten opzichte van de signaalaarde als
volgt zijn:
V
: 1,25 V.
max
Wanneer het product in bedrijf is, moet de stroom
naar ST1 en ST2 tussen de volgende waarden
liggen:
Minimale contactstroom: 10 mA
Maximale contactstroom: 25 mA.
Classificatie ingangsbron: SELV
Busingang (Ethernet)
Protocollen: TC/IP, GENI, BBP.
Kabeltype: Standaard CAT5, KAT5e of KAT6.
Open-collector digitale uitgangen (OC)
Current-sink-capaciteit: 75 mADC, geen 'current
sourcing'.
Typen belasting: Resistief en/of inductief.
Lage uitgangsspanning bij 75 mADC: Maximaal 1,2
VDC.
Lage uitgangsspanning bij 10 mADC: Maximaal 0,6
VDC.
Overstroombeveiliging: Ja.
Afgeschermde kabel: 0,5 - 1,5 mm
Maximale kabellengte: 500 m.
Analoge ingangen (AI)
Bereiken van het spanningssignaal:
0,5 - 3,5 VDC, AL AU
0-5 VDC, AU
0-10 VDC, AU.
Spanningssignaal:
Ri meer dan 100 kΩ bij 25 °C.
Lekstroom (I
)
L
[mA]
3,5 < I
< 20
L
3,5 < I
< 30
L
2
/ 28-16 AWG.
87

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

CrieCrneSpkeMtreBms