Download Print deze pagina

Grundfos CRE Installatie- En Bedieningsinstructies pagina 57

Advertenties

Gemeten parameter
Selecteer een van de onderstaande parameters die
moeten worden gemeten in het systeem door de
sensor die is verbonden met de ingang.
5
11
1
DPT
3
13
Q
PT
PT
TT
2
4
DPT
DPT
9
LT
Pos.
Sensorfunctie/gemeten parameter
1
Inlaatdruk
2
Versch.drk, zuig
3
Uitlaatdruk
4
Versch.drk, pers
5
Versch.drk, pomp
6
Druk 1, extern
7
Druk 2, extern
8
Verschildruk, ext.
9
Opslagtankniveau
10
Toevoer tankniv.
11
Pompflow
12
Flow, extern
13
Vloeistoftemp.
14
Temperatuur 1
15
Temperatuur 2
16
Temp.-verschil
Niet
Omgevingstemp.
getoond
Niet
Andere param.
getoond
6
14
PT
TT
12
8
16
15
7
Q
DPT DTT
PT
TT
10
LT
Eenheid
Parameter
Beschikbare units
Druk
bar, m, kPa, psi, ft
Niveau
m, ft, in
m3
Pompdebiet
Vloeistoftemperatuur
°C, °F
Andere parameter
%
Elektrisch signaal
Beschikbare signaaltypen:
0,5 - 3,5 V
0-5 V
0-10 V
0-20 mA
4-20 mA.
Sensorbereik, minimale waarde
Stel de minimale waarde van de aangesloten sensor
in.
Sensorbereik, maximale waarde
Stel de maximale waarde van de aangesloten sensor
in.
9.9.1 Twee sensoren instellen voor verschilmeting
Er moeten twee analoge sensoren worden
geïnstalleerd en elektrisch aangesloten om een
parameter te kunnen meten op twee verschillende
locaties in een systeem.
De druk-, temperatuur- en debietparameters kunnen
worden gebruikt voor het meten van verschillen.
Stel de analoge ingangen in op de gemeten
parameter:
Sensor 1,
Parameter
gemeten
parameter
Druk, optie 1
Inlaatdruk
Druk, optie 2
Druk 1, extern Druk 2, extern
Debiet
Pompflow
Temperatuur
Temperatuur
1
Om de regelmodi 'Const.vrsch.drk' ,
Const.vsch.tmp.' of 'Const. debiet' te
gebruiken, moet u beide sensoren
configureren als Feedback sensor.
3
/uur, l/s, yd
/uur, gpm
Sensor 2,
gemeten
parameter
Uitlaatdruk
Flow, extern
Temperatuur
2
57

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

CrieCrneSpkeMtreBms