9.12 Digitale ingangen
De beschikbare ingangen en uitgangen zijn
afhankelijk van de functionele module die in de motor
is aangebracht.
Digitale ingang
1
Functionele
module
(Klemmen DI1,
GND )
FM110
•
FM310
•
FM311
•
Voorbeeld bedrading:
Digitale ingang
U kunt de ingang instellen door de onderstaande
instellingen uit te voeren:
Functie
U kunt de ingangen instellen op de volgende functies:
•
Niet actief
De ingang heeft geen functie als deze is ingesteld
op Niet actief, the input has no function.
•
Ext. stop
Wanneer de ingang is gedeactiveerd, open
kringloop, wordt de motor uitgeschakeld.
•
Min. (minimaal toerental)
Wanneer de ingang is geactiveerd, draait de
motor met het ingestelde minimale toerental.
•
Max. (maximaal toerental)
Wanneer de ingang is geactiveerd, draait de
motor met het ingestelde maximale toerental.
•
Door gebruiker gedefinieerd toerental
Wanneer de ingang is geactiveerd, draait de
motor met het door de gebruiker ingestelde
toerental.
•
Externe storing
Wanneer de ingang is geactiveerd, wordt een
timer gestart. Als de ingang meer dan 5 seconden
wordt geactiveerd, wordt de motor uitgeschakeld
en wordt er een storingsmelding gegeven. De
functie is afhankelijk van invoer vanuit externe
apparatuur.
•
Alarm resetten
Wanneer de ingang is geactiveerd, wordt een
eventuele storingsmelding gereset.
•
Digitale ingang 2
(Klemmen DI2,
GND )
-
•
•
•
•
•
•
•
De prioriteit van de geselecteerde functies is
onderling afhankelijk.
Een uitschakelopdracht heeft altijd de hoogste
prioriteit.
Digitale ingangen activeren
U kunt instellen of de digitale ingangen activeren bij
Gesloten contact of Open contact. U kunt de
triggerfunctie alleen instellen via Grundfos GO Link.
De digitale ingangen kunnen als actief laag of actief
hoog worden ingesteld.
De onderstaande tabel geeft aan hoe de digitale
ingangen reageren:
Activeren
/Gesloten
contact
GND / 0V
Droogloop
Wanneer deze functie wordt geselecteerd, kan de
pomp het ontbreken van voordruk of watertekort
(drooglopen) detecteren. Wanneer dit gebeurt,
wordt de pomp uitgeschakeld. De pomp kan niet
herstarten zolang de ingang geactiveerd is.
Hiervoor is het gebruik van toebehoren nodig,
zoals:
-
een drukschakelaar die is geïnstalleerd aan de
inlaatzijde van de pomp
-
een vlotterschakelaar die is geïnstalleerd aan
de inlaatzijde van de pomp.
Totaal debiet
Wanneer deze functie wordt geselecteerd, dan
kan het geaccumuleerde debiet worden
geregistreerd. Hiervoor is een debietmeter nodig
die een feedbacksignaal kan geven als een puls
per gedefinieerd watervolume.
Draairicht. omkeren
Met deze functie wordt de draairichting van de
motor omgekeerd.
Voorgedefinieerd setpoint 1
De functie geldt alleen voor digitale ingang 2.
Wanneer u digitale ingangen instelt als
voorgedefinieerd setpoint, werkt de pomp volgens
een setpoint dat is gebaseerd op de combinatie
van de geactiveerde digitale ingangen.
Uitvoer activeren
Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt de
gerelateerde digitale uitgang geactiveerd. Dit
gebeurt zonder wijzigingen in het pompbedrijf.
Lokale motorstop
Als de functie is geselecteerd, wordt de instelling
van de desbetreffende motor in een systeem met
meerdere motoren stopgezet zonder dat dit
gevolgen heeft voor de capaciteit van de andere
motoren in het systeem.
Deactiveren/Open contact
Floating/ 3-24V
59