Raadpleeg het typeplaatje van de motor
om te achterhalen hoeveel smeermiddel u
hierbij dient te gebruiken.
1. Druk nadat u de motorlagers hebt gesmeerd op
Lagers opnieuw gesmeerd.
9.34 Communicatie
Met deze functie kunt u bedrade en draadloze
verbindingen instellingen. Het product bevat
ingebouwde fieldbus-protocollen op de AYB-klemmen
(RS-485).
9.34.1 Pompnummer
Gebruik deze functie om een uniek nummer toe te
wijzen aan de pomp. Dit maakt het mogelijk om
onderscheid te maken tussen pompen in geval van
GENIbus communicatie.
9.34.2 Draadloze radiocommunicatie in-/
uitschakelen.
Gebruik deze functie om de draadloze communicatie
in te stellen op Ingeschakeld of Uitgeschakeld.
Selecteer Uitgeschakeld in gebieden waar draadloze
communicatie niet is toegestaan.
Bluetooth-communicatie blijft actief.
9.34.3 Bluetooth-comm. in-/uitschakelen
Deze functie gebruikt u om de
Bluetoothcommunicatie Ingeschakeld of
Uitgeschakeld. Selecteer Uitgeschakeld in
gebieden waar draadloze communicatie niet is
toegestaan.
Draadloze radiocommunicatie blijft actief.
9.34.4 Bluetooth-verbinding maken
Gebruik deze functie als Grundfos GO is
geïnstalleerd op Huawei smartphones met BLE versie
5,0 of ouder. Deze functie wordt gebruikt om via
Bluetooth verbinding te maken met Grundfos GO.
Open de Grundfos GO app op uw apparaat en
selecteer Verbinden via Bluetooth. Selecteer
vervolgens Ja en volg de instructies op het apparaat.
9.34.5 AYB-terminals instellen
9.34.5.1 Protocol selecteren
Gebruik deze functie om te selecteren welk fieldbus-
protocol u wilt activeren op de AYB-klemmen
(RS-485).
U kunt kiezen uit:
•
Modbus RTU
74
•
GENIbus.
9.34.5.2 Modbus RTU instellingen
1
4
5
4
6
4
Voorbeeld van Modbus netwerk met afsluiting
Pos.
Beschrijving
1
Master
2
Passive tap
3
Lijnafsluiting
4
Slave
5
Doorlussen
BLT (BLT = Built-in Line Termination/
6
Ingebouwde lijnafsluiting
(dompelschakelaar))
Zet de BLT van de AYB BUS AAN als de
pomp de eerste of laatste pomp binnen
een doorgeluste keten is. De
afsluitweerstand heeft een waarde van
150 ohm.
OFF
ON
Modbus RTU adres
Gebruik deze functie om een uniek nummer toe te
wijzen aan de pomp. Dit maakt het mogelijk om
onderscheid te maken tussen pompen bij Modbus
RTU-communicatie.
Kies hiervoor een getal tussen 1 en 247.
2
3
4
4
OFF
ON