Inhoudsopgave
Advertenties
•
De regelaar houdt een constante druk aan door
het toerental van de pompen continu aan te
passen.
•
Pompwisseling gebeurt automatisch en is
afhankelijk van belasting, bedrijfsuren en
storingsdetectie.
•
Alle pompen in bedrijf draaien met hetzelfde
toerental.
•
Het aantal pompen in bedrijf is ook afhankelijk van
het energieverbruik van de pompen. Als er slechts
één pomp benodigd is, werken twee pompen met
een lager toerental als dit leidt tot een lager
energieverbruik.
•
Als meerdere motoren in het systeem over een
sensor beschikken, kunnen zij als hoofdmotor
functioneren en de functie van hoofdmotor
overnemen als de andere motoren een storing
hebben.
13.43.4 Een multipomp systeem instellen
U kunt een multipomp systeem op de volgende
manieren instellen:
•
Grundofos GO en draadloze pompverbinding
•
Groundfos GO en bekabelde pompverbinding
•
Geavanceerd bedieningspaneel en draadloze
pompverbinding
•
Geavanceerd bedieningspaneel en bekabelde
pompverbinding
Zie de stapsgewijze beschrijvingen hieronder.
Grundfos GO en draadloze pompverbinding
1. Voorzie beide pompen van stroom.
2. Breng contact tot stand tussen een van de
pompen en Grundfos GO.
3. Stel de benodigde analoge en digitale ingangen in
via Grundfos GO op basis van de verbonden
apparatuur en de vereiste functionaliteit. Zie
paragraaf "Geassisteerde pompinstelling".
4. Wijs een pompnaam toe aan de pomp met behulp
van Grundfos GO. Zie paragraaf "Pompnaam".
5. Verbreek de verbinding tussen Grundfos GO en
de pomp.
6. Maak contact met de andere pomp.
7. Stel de benodigde analoge en digitale ingangen in
via Grundfos GO op basis van de verbonden
apparatuur en de vereiste functionaliteit. Zie
paragraaf "Geassisteerde pompinstelling".
8. Wijs een pompnaam toe aan de pomp met behulp
van Grundfos GO. Zie paragraaf "Pompnaam".
9. Ga naar het menu "Assistent" en selecteer
"Multipump setup".
10. Selecteer de gewenste multipomp functie. Zie
paragrafen Wisselend bedrijf, Backup-bedrijf en
Cascade-bedrijf.
11. Druk op [>] om door te gaan.
12. Stel de tijd voor pompwisseling in. Dit is het
tijdstip waarop moet worden overgeschakeld
tussen de twee pompen. Deze stap is alleen van
toepassing als u "Wisselend bedrijf, tijd" hebt
geselecteerd en als de pompen zijn uitgerust met
een FM 300.
13. Druk op [>] om door te gaan.
14. Selecteer "Radio" als de communicatiemethode
die moet worden gebruikt tussen de twee
pompen.
15. Druk op [>] om door te gaan.
16. Druk op "Select pump 2".
17. Selecteer de pomp uit de lijst. Gebruik de [OK]
knop of de knop
om de pomp te identificeren.
18. Druk op [>] om door te gaan.
19. Bevestig de multipomp instelling door op [Send] te
drukken.
20. Druk op [Finish] in het dialoogvenster "Setup
complete".
21. Wacht tot het groene lampje in het midden van
het Grundfos Eye oplicht.
Het multipomp systeem is nu ingesteld.
Grundfos GO en bekabelde pompverbinding
1. Verbind de twee pompen met elkaar via een 3-
aderige afgeschermde kabel tussen de GENIbus
klemmen A, Y, B.
2. Voorzie beide pompen van stroom.
3. Breng contact tot stand tussen een van de
pompen en Grundfos GO.
4. Stel de benodigde analoge en digitale ingangen in
via Grundfos GO op basis van de verbonden
apparatuur en de vereiste functionaliteit. Zie
paragraaf "Geassisteerde pompinstelling".
5. Wijs een pompnaam toe aan de pomp met behulp
van Grundfos GO. Zie paragraaf "Pompnaam".
6. Wijs pompnummer 1 toe aan de pomp. Zie
paragraaf "Nummer" (pompnummer).
7. Verbreek de verbinding tussen Grundfos GO en
de pomp.
8. Maak contact met de andere pomp.
9. Stel de benodigde analoge en digitale ingangen in
via Grundfos GO op basis van de verbonden
apparatuur en de vereiste functionaliteit. Zie
paragraaf "Geassisteerde pompinstelling".
10. Wijs een pompnaam toe aan de pomp met behulp
van Grundfos GO. Zie paragraaf "Pompnaam".
1379
Advertenties
Inhoudsopgave
