6.5 Buitenopstelling
Als u de motor buiten opstelt, rust u de motor uit met
een beschermkap en opent u de aftapopeningen ter
voorkoming van condensatie op de elektronische
componenten.
Houd u bij het aanbrengen van een
afdekkap op de motor aan de richtlijnen in
de paragraaf Motorkoeling waarborgen.
De beschermkap moet voldoende groot zijn om de
motor niet direct bloot te stellen aan direct zonlicht,
regen of sneeuw. Grundfos levert geen
beschermkappen. We adviseren daarom dat u een
beschermkap laat maken voor de specifieke
toepassing. In gebieden met hoge luchtvochtigheid
adviseren we u om de motor permanent op de
netvoeding aan te sluiten en de ingebouwde
stilstandverwarmingsfunctie in te schakelen. Zie
paragraaf "Stilstandsverwarming".
Voorbeelden van beschermkappen, niet geleverd
door Grundfos
Om het UL-keurmerk te behouden, volgt u
de aanvullende procedures voor de
apparatuur. Zie pagina Installatie in de VS
en Canada.
Gerelateerde informatie
A.1. Installation in the USA and Canada
6.4 Motorkoeling
6.6 Aftapopeningen
13.20 "Stilstandsverwarming"
6.6 Aftapopeningen
Wanneer de motor staat opgesteld in een vochtige
omgeving of in een gebied met hoge vochtigheid,
dient de onderste aftapopening open te zijn. De
beschermingsklasse van de motor zal dan lager zijn.
Dit helpt om condensatie in de motor te voorkomen
omdat hierdoor de motor zichzelf ventileert en water
en vochtige lucht kunnen ontsnappen.
De motor heeft een aftapopening met plug aan de
aandrijfzijde. U kunt de flens 90° naar beide zijden of
180° draaien.
B3
B14
Aftapopeningen
7. Elektrische installatie
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Schakel de voedingsspanning naar de
motor en de signaalrelais uit. Wacht
ten minste 5 minuten voordat u enige
verbindingen tot stand brengt in de
klemmenkast. U dient er zeker van te
zijn dat de voedingsspanning niet per
ongeluk kan worden ingeschakeld.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Controleer of de voedingsspanning en
-frequentie overeenkomen met de
waarden die op het typeplaatje
vermeld staan.
‐
Als de voedingskabel beschadigd is,
dient deze door de fabrikant, haar
servicepartner of door andere
gekwalificeerde persoon vervangen te
worden.
De gebruiker of de installateur is verantwoordelijk
voor het installeren van een correcte aarding en
bescherming in overeenstemming met de lokale
richtlijnen. Alle handelingen moeten worden
uitgevoerd door een bevoegd elektricien.
Voer de elektrische aansluiting uit in
overeenstemming met de lokale voorschriften.
Controleer of de voedingspanning en -frequentie
overeenkomen met de waarden die op het typeplaatje
vermeld staan.
B5
1319