Pagina 1
Nederlands (NL) Installatie- en bedieningsinstructies Installatie- en bedieningsinstructies voor UPM3 HYBRID varianten 1. UPM3 HYBRID varianten Klik op de blauwe links om een variant te selecteren en meer informatie te bekijken over regelmodi, gebruikersinterfaces en instellingen. UPM3 HYBRID UPM3 FLEX AC UPM3 FLEX AS UPM3 SOLAR UPM3 AUTO...
2. UPM3 HYBRID Deze circulatiepomp biedt de mogelijkheid van externe PWM signaalregeling met profiel A of C of interne regeling met drie regelmodi plus AUTO ADAPT De gebruikersinterface is ontworpen met een enkele druktoets, één rood/groen signaallampje en vier gele signaallampjes. druktoets LED's Afb.
2.2 Capaciteitsweergave In de capaciteitsweergave wordt de werkingsstatus of de alarmstatus weergegeven. 2.2.1 Werkingsstatus – Als de circulatiepomp in bedrijf is, brandt signaallampje 1 groen. De vier gele signaallampjes geven het huidige stroomverbruik, P1, aan zoals weergegeven in de onderstaande tabel. Zie afb. 3. –...
Pagina 4
2.3 Weergave "geselecteerde instelling" U kunt overschakelen van de capaciteitsweergave naar de weergave van de geselecteerde instelling door op de druktoets te drukken. De signaallampjes geven de huidige instelling aan. In de instellingsweergave wordt getoond welke modus de circulatiepomp regelt. U kunt hier geen instellingen wijzigen.
2.4 Regelmodi 2.4.1 Instellen van de regelmodus Als u de toets 2 tot 10 seconden ingedrukt houdt, schakelt de gebruikersinterface over naar het "instellingsmenu" als de gebruikersinter- face is ingeschakeld. PERFORMANCE SETTING MENU > 10 > 2 s. SELECTED SETTING 2 s.
2.4.2 Selectie van regelmodus Systeemtoepassing Selecteer deze regelmodus Wij adviseren AUTO proportionele druk voor de meeste verwarmingssystemen, ADAPT vooral bij systemen met relatief grote drukverliezen in de distributieleidingen. • Verwarmingssystemen met twee leidingen en het volgende: AUTO proportionele druk ADAPT –...
2.4.3 Schakelen tussen de instellingen Als u de circulatiepomp inschakelt, werkt deze met de fabrieksinstelling of de als laatste gedefinieerde instelling. Op het display wordt de huidige bedrijfsstatus weergegeven. Zie afb. 5. 1. Druk op de toets om over te schakelen naar de instellingsweergave. Het signaallampje toont 2 seconden lang de huidige instelling. 2.
Pagina 8
3. UPM3 FLEX AC Deze circulatiepomp is bestemd voor externe PWM signaalregeling met profiel A of C. Hiermee kunt u de maximale curve definiëren van het pompbedrijf en het bijbehorende profiel. De gebruikersinterface is ontworpen met een enkele druktoets, één rood/groen signaallampje en vier gele signaallampjes. druktoets LED's Afb.
Pagina 9
3.2 Capaciteitsweergave In de capaciteitsweergave wordt de werkingsstatus of de alarmstatus weergegeven. 3.2.1 Werkingsstatus Als de circulatiepomp in bedrijf is, brandt signaallampje 1 groen. De vier gele signaallampjes geven het huidige stroomverbruik, P1, aan zoals weergegeven in de onderstaande tabel. Zie afb. 11. Als de bedrijfsmodus actief is, branden alle actieve signaallampjes om onderscheid te maken tussen deze modus en de geselecteerde instellingsmodus.
Pagina 10
3.3 Weergave "geselecteerde instelling" U kunt overschakelen van de capaciteitsweergave naar de weergave van de geselecteerde instelling door op de druktoets te drukken. De signaallampjes geven de huidige instelling aan. In de instellingsweergave wordt getoond welke modus de circulatiepomp regelt. U kunt hier geen instellingen wijzigen.
Pagina 11
3.4 Regelmodi 3.4.1 Instellen van de regelmodus Als u de toets 2 tot 10 seconden ingedrukt houdt, schakelt de gebruikersinterface over naar het "instellingsmenu" als de gebruikersinter- face is ingeschakeld. PERFORMANCE SETTING MENU > 2 s. SELECTED SETTING 2 s. 10 s.
Pagina 12
3.4.2 Selectie van regelmodus Opmerking: PWM: pulsbreedtemodulatie PWM A/C: extern geregeld via PWM profiel A of C Systeemtoepassing Selecteer deze regelmodus CTRL PWM profiel A, verwarming PWM A PROFILE De circulatiepomp werkt met constante-toerentalcurven afhankelijk van de huidige PWM waarde. Het toerental neemt af als de PWM waarde toeneemt.
Pagina 13
4. UPM3 FLEX AS Deze circulatiepomp is bestemd voor externe PWM profiel A signaalregeling of voor constante-curveregeling. U kunt de maximale curve van het bedrijfsbereik van de pomp definiëren. Met PWM signaal draait de circulatiepomp op het overeenkomstige toerental. Zonder PWM signaal draait de circulatiepomp op maximaal toerental.
Pagina 14
4.2 Capaciteitsweergave In de capaciteitsweergave wordt de werkingsstatus of de alarmstatus weergegeven. 4.2.1 Werkingsstatus – Als de circulatiepomp in bedrijf is, brandt signaallampje 1 groen. De vier gele signaallampjes geven het huidige stroomverbruik, P1, aan zoals weergegeven in de onderstaande tabel. Zie afb. 19. –...
Pagina 15
4.3 Weergave "geselecteerde instelling" U kunt overschakelen van de capaciteitsweergave naar de weergave van de geselecteerde instelling door op de druktoets te drukken. De signaallampjes geven de huidige instelling aan. In de instellingsweergave wordt getoond welke modus de circulatiepomp regelt. U kunt hier geen instellingen wijzigen.
Pagina 16
4.4 Regelmodi 4.4.1 Instellen van de regelmodus Als u de toets 2 tot 10 seconden ingedrukt houdt, schakelt de gebruikersinterface over naar het "instellingsmenu" als de gebruikersinter- face is ingeschakeld. PERFORMANCE SETTING MENU > 2 s. SELECTED SETTING 2 s. 10 s.
Pagina 17
4.4.2 Selectie van regelmodus Opmerking: PWM: pulsbreedtemodulatie PWM A: extern geregeld via PWM profiel A Systeemtoepassing Selecteer deze regelmodus CTRL PWM profiel A, verwarming De circulatiepomp werkt met constante-toerentalcurven afhankelijk van de huidige PWM waarde. Het toerental neemt af als de PWM waarde toeneemt. Als PWM gelijk is aan 0, draait de circulatiepomp op het maximale toerental.
Pagina 18
5. UPM3 AUTO Deze circulatiepomp is bestemd voor interne regeling met drie regelmodi en AUTO ADAPT De gebruikersinterface is ontworpen met een enkele druktoets, één rood/groen signaallampje en vier gele signaallampjes. druktoets LED's Afb. 25 Gebruikersinterface met één druktoets en vijf signaallampjes 5.1 Gebruikersinterface De gebruikersinterface toont: •...
Pagina 19
5.2 Capaciteitsweergave In de capaciteitsweergave wordt de werkingsstatus of de alarmstatus weergegeven. 5.2.1 Werkingsstatus – Als de circulatiepomp in bedrijf is, brandt signaallampje 1 groen. De vier gele signaallampjes geven het huidige stroomverbruik, P1, aan zoals weergegeven in de onderstaande tabel. Zie afb. 27. –...
Pagina 20
5.3 Weergave "geselecteerde instelling" U kunt overschakelen van de capaciteitsweergave naar de weergave van de geselecteerde instelling door op de druktoets te drukken. De signaallampjes geven de huidige instelling aan. In de instellingsweergave wordt getoond welke modus de circulatiepomp regelt. U kunt hier geen instellingen wijzigen.
Pagina 21
5.4 Regelmodi 5.4.1 Instellen van de regelmodus Als u de toets 2 tot 10 seconden ingedrukt houdt, schakelt de gebruikersinterface over naar het "instellingsmenu" als de gebruikersinter- face is ingeschakeld. PERFORMANCE SETTING MENU > 10 > 2 s. SELECTED SETTING 2 s.
Pagina 22
5.4.2 Selectie van regelmodus Systeemtoepassing Selecteer deze regelmodus Wij adviseren AUTO proportionele druk voor systemen met grote drukverliezen in ADAPT de distributieleidingen. • Verwarmingssystemen met twee leidingen en het volgende: AUTO proportionele druk ADAPT – thermostaatkleppen – zeer lange distributieleidingen –...
Pagina 23
5.5 Functie voor toetsvergrendeling Het doel van de functie voor toetsvergrendeling is voorkomen dat de instellingen per ongeluk worden gewijzigd of verkeerd gebruikt. Als de functie voor toetsvergrendeling is ingeschakeld, wordt het lang indrukken van toetsen in alle situaties genegeerd. Hierdoor wordt voorkomen dat de gebruiker naar het instellingenmenu kan gaan.
Pagina 24
6. UPM3 AUTO L Deze circulatiepomp is bestemd voor interne regeling met drie regelmodi zonder AUTO ADAPT De gebruikersinterface is ontworpen met een enkele druktoets, één rood/groen signaallampje en vier gele signaallampjes. druktoets LED's Afb. 33 Gebruikersinterface met één druktoets en vijf signaallampjes 6.1 Gebruikersinterface De gebruikersinterface toont: •...
Pagina 25
6.2 Capaciteitsweergave In de capaciteitsweergave wordt de werkingsstatus of de alarmstatus weergegeven. 6.2.1 Werkingsstatus – Als de circulatiepomp in bedrijf is, brandt signaallampje 1 groen. De vier gele signaallampjes geven het huidige stroomverbruik, P1, aan zoals weergegeven in de onderstaande tabel. Zie afb. 35. –...
Pagina 26
6.3 Weergave "geselecteerde instelling" U kunt overschakelen van de capaciteitsweergave naar de weergave van de geselecteerde instelling door op de druktoets te drukken. De signaallampjes geven de huidige instelling aan. In de instellingsweergave wordt getoond welke modus de circulatiepomp regelt. U kunt hier geen instellingen wijzigen.
Pagina 27
6.4 Regelmodi 6.4.1 Instellen van de regelmodus Als u de toets 2 tot 10 seconden ingedrukt houdt, schakelt de gebruikersinterface over naar het "instellingsmenu" als de gebruikersinter- face is ingeschakeld. PERFORMANCE SETTING MENU > 2 s. SELECTED SETTING 2 s. 10 s.
Pagina 28
6.4.2 Selectie van regelmodus Systeemtoepassing Selecteer deze regelmodus Aanbevolen voor de meeste verwarmingssystemen, vooral bij systemen met relatief grote drukverliezen in de distributieleidingen. Proportionele druk • Twee-pijps verwarmingssystemen met thermostaatkleppen en het volgende: – zeer lange distributieleidingen – sterk gesmoorde inregelafsluiters –...
Pagina 29
6.5 Functie voor toetsvergrendeling Het doel van de functie voor toetsvergrendeling is voorkomen dat de instellingen per ongeluk worden gewijzigd of verkeerd gebruikt. Als de functie voor toetsvergrendeling is ingeschakeld, wordt het lang indrukken van toetsen in alle situaties genegeerd. Hierdoor wordt voorkomen dat de gebruiker naar het instellingenmenu kan gaan.
Pagina 30
7. UPM3 SOLAR Deze circulatiepomp is bestemd voor externe PWM profiel C signaalregeling of voor constante-curveregeling. In de interne regelmodus kunt u de maximale curve van het bedrijfsbereik van de pomp definiëren. Met PWM signaal draait de circulatie- pomp op het overeenkomstige toerental. Zonder PWM signaal stopt de circulatiepomp. In de interne regelmodus kunt u de constante curve definiëren en werkt de circulatiepomp zonder PWM signaal.
Pagina 31
7.2 Capaciteitsweergave In de capaciteitsweergave wordt de werkingsstatus of de alarmstatus weergegeven. 7.2.1 Werkingsstatus – Als de circulatiepomp in bedrijf is, brandt signaallampje 1 groen. De vier gele signaallampjes geven het huidige stroomverbruik, P1, aan zoals weergegeven in de onderstaande tabel. Zie afb. 43. –...
Pagina 32
7.3 Weergave "geselecteerde instelling" U kunt overschakelen van de capaciteitsweergave naar de weergave van de geselecteerde instelling door op de druktoets te drukken. De signaallampjes geven de huidige instelling aan. In de instellingsweergave wordt getoond welke modus de circulatiepomp regelt. U kunt hier geen instellingen wijzigen.
Pagina 33
7.4 Regelmodi 7.4.1 Instellen van de regelmodus Als u de toets 2 tot 10 seconden ingedrukt houdt, schakelt de gebruikersinterface over naar het "instellingsmenu" als de gebruikersinter- face is ingeschakeld. PERFORMANCE SETTING MENU > 2 s. SELECTED SETTING 2 s. 10 s.
Pagina 34
7.4.2 Selectie van regelmodus Opmerking: PWM: pulsbreedtemodulatie PWM A/C: extern geregeld via PWM profiel C Systeemtoepassing Selecteer deze regelmodus CTRL De circulatiepomp werkt met constante-toerentalcurven afhankelijk van de huidige PWM waarde. Het toerental neemt toe als de PWM waarde toeneemt. Als PWM gelijk is aan 0, stopt de circulatiepomp.