Gemeten parameter
Selecteer een van de parameters, zoals de
parameter die moet worden gemeten in het systeem
door de sensor die is verbonden met de actuele
analoge ingang.
5
11
1
DPT
3
13
Q
PT
PT
TT
2
4
DPT
DPT
9
LT
Overzicht van sensorlocaties
Sensorfunctie, gemeten
parameter
Inlaatdruk
Versch.drk, zuig
Vloeistoftemp.
Versch.drk, pers
Versch.drk, pomp
Bedrijfswijze
Druk 2, extern
Verschildruk, ext.
Opslagtankniveau
Toevoer tankniv.
Pompflow
Flow, extern
Vloeistoftemp.
Temperatuur 1
Temperatuur 2
Verschiltemp, ext.
Omgevingstemp.
Andere param.
Eenheid
Beschikbare meeteenheden:
1354
6
14
PT
TT
12
8
16
15
7
Q
DPT DTT
PT
TT
10
LT
Pos.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Niet getoond
Niet getoond
Parameter
Mogelijke meeteenheden
Druk
bar, m, kPa, psi, ft
Niveau
m, ft, in
m3
Debiet
Vloeistoftemp.
°C, °F
Andere param.
%
"Elektrisch signaal"
Selecteer signaaltype:
•
0,5-3,5 V
•
0-5 V
•
0-10 V
•
0-20 mA
•
4-20 mA.
Sensorbereik, minimale waarde
Stel de minimale waarde van de aangesloten sensor
in.
Sensorbereik, maximale waarde
Stel de maximale waarde van de aangesloten sensor
in.
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf Fabrieksinstellingen.
Gerelateerde informatie
7.5.1 Aansluitklemmen, geavanceerde functionele
module, FM 300
13.16.1 Setpoint-beïnvloeding
13.41 Ondersteund pomp instellen
13.42 Setup, analoge ingang
30. Fabrieksinstellingen
13.7.1 Twee sensoren instellen voor
verschilmeting
Als u het verschil van een parameter wilt meten
tussen twee punten, stelt u als volgt de
overeenkomstige sensoren in:
Analoge ingang
Parameter
voor sensor 1
Drukverschil,
Druk, optie 1
zuigzijde
Druk, optie 2
Druk 1, extern
Debiet
Pompdebiet
Temperatuur
Temperatuur 1
Als u de regelmodus "constant
drukverschil" wilt gebruiken, moet u de
functie Feedback sensor kiezen voor de
analoge ingang van beide sensoren.
3
/uur, l/s, yd
/uur, gpm
Analoge ingang
voor sensor 2
Drukverschil,
perszijde
Druk 2, extern
Debiet, extern
Temperatuur 2