13.8 Ingebouwde Grundfos sensor
Pompuitvoering
TPE, TPED, NBE,
NBGE, NKE, NKGE
TPE, TPED, NBE, NKE
serie 2000
U kunt de functie van de ingebouwde sensor
selecteren in het menu Ingebouwde Grundfos
sensor.
Stel de Ingebouwde Grundfos sensor via het menu
Ondersteund pomp instellen. Zie paragraaf
"Geassisteerde pompinstelling".
Als u de instelling handmatig uitvoert in het
geavanceerde bedieningspaneel, moet u het menu
Analoge ingangen openen onder het menu
Instellingen om toegang te krijgen tot het menu
Ingebouwde Grundfos sensor.
Als u de instelling handmatig uitvoert via Grundfos
GO, moet u het menu voor de Ingebouwde
Grundfos sensor openen onder het menu
Instellingen.
Functie
U kunt de ingebouwde sensor instellen op deze
functies:
•
Grundfos verschildruk sensor - Niet actief -
Feedback sensor - Setpoint-beïnvloeding -
Andere functie.
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf Fabrieksinstellingen.
Gerelateerde informatie
13.41 Ondersteund pomp instellen
30. Fabrieksinstellingen
13.9 Pt100/1000 ingangen
Pompuitvoering
TPE, TPED, NBE,
NBGE, NKE, NKGE
TPE, TPED, NBE, NKE
serie 2000
Functie
Pt100/1000 input 1, instelling
Pt100/1000 input 2, instelling
* Zie paragraaf
Aansluitklemmen, geavanceerde
functionele module, FM
300.
Ingebouwde Grundfos
sensor
-
●
Pt100/1000 ingangen
●
●
Klem*
17 en 18
18 en 19
Stel de Pt100 / 1000 ingang voor een
terugkoppelsensor in via het menu Ondersteund
pomp instellen. Zie paragraaf "Geassisteerde
pompinstelling".
Als u een Pt100/1000 ingang wilt instellen voor
andere doeleinden, kunt u dit handmatig doen.
U kunt de analoge ingangen instellen via het menu
Setup, analoge ingang. Zie paragraaf "Instellingen,
analoge ingang".
Als u de handmatige instelling uitvoert via Grundfos
GO, moet u het menu voor de Pt100 / 1000 ingang
openen onder het menu Instellingen.
Functie
U kunt de Pt100/1000 ingangen instellen op de
volgende functies:
•
Niet actief
•
Feedback sensor
•
Ext. setp.-beïnvl. Zie paragraaf "Setpoint-
beïnvloeding".
•
Andere functie.
Gemeten parameter
Selecteer een van de parameters, zoals de
parameter die moet worden gemeten in het systeem
door de Pt100/1000 sensor die is verbonden met de
actuele Pt100/1000 ingang.
1
TT
Overzicht van locaties van Pt100/1000 sensoren
Parameter
Vloeistoftemp.
Temperatuur 1
Temperatuur 2
Omgevingstemp.
Meetbereik
-50 tot 204 °C.
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf Fabrieksinstellingen.
Gerelateerde informatie
7.5.1 Aansluitklemmen, geavanceerde functionele
module, FM 300
13.16.1 Setpoint-beïnvloeding
13.41 Ondersteund pomp instellen
13.42 Setup, analoge ingang
30. Fabrieksinstellingen
2
TT
4
3
DTT
TT
Pos.
1
2
3
Niet getoond
1355