8. Bedrijfscondities
8.1 Maximaal aantal in- en uitschakelingen
Het aantal in- en uitschakelingen via de voeding mag
niet meer dan vier per uur bedragen.
Wanneer de pomp via de voeding wordt
ingeschakeld, zal deze na ca. 5 seconden starten.
Als een hoger aantal in- en uitschakelingen gewenst
is, gebruikt u de externe start/stop-ingang bij het in-/
uitschakelen van de pomp.
Wanneer de pomp via een externe aan/uit-schakelaar
wordt ingeschakeld, zal deze meteen starten.
8.2 Afwisselend bedrijf van dubbelpompen
Bij dubbelpompen dienen de bedrijfs- en
reservepomp regelmatig te worden afgewisseld,
bijvoorbeeld eenmaal per week, voor een gelijkmatige
verdeling van het aantal bedrijfsuren over beide
pompen. De pompen wisselen automatisch. Zie
paragraaf "Multipomp instelling" (Setup of multi-pump
system).
Als dubbelpompen worden gebruikt voor het
verpompen van warm huishoudelijk water, moeten de
bedrijfs- en reservepomp regelmatig worden
afgewisseld, bijvoorbeeld eenmaal per dag, om
blokkering van de reservepomp ten gevolge van
bezinkselen (zoals kalkafzettingen) te vermijden.
Standaard wisselen de pompen automatisch. Zie
paragraaf "Multipomp instelling" (Setup of multi-pump
system).
Gerelateerde informatie
13.43 "Multipomp instelling" (Multipomp instelling)
8.3 Omgevingstemperatuur
8.3.1 Omgevingstemperatuur tijdens opslag en
transport
Minimum: -30 °C
Maximum: 60 °C.
8.3.2 Omgevingstemperatuur tijdens bedrijf
3 x 200-240 V
Minimum
-20 °C
Maximum
40 °C
De motor kan werken met het nominale
uitgangsvermogen, P2, bij 50°C, maar continu bedrijf
bij hogere temperaturen zal de verwachte levensduur
verminderen. Als de motor moet werken bij een
omgevingstemperatuur tussen 50 en 60°C, moet een
grotere motor worden gekozen. Neem contact op met
Grundfos voor meer informatie.
1326
8.4 Installatiehoogte
De installatiehoogte is de hoogte boven zeeniveau
van de plek waar de opstelling staat.
Motoren die tot 1000 meter boven zeeniveau
opgesteld staan, kunnen 100% belast worden.
De motoren kunnen tot op 3500 meter boven
zeeniveau worden opgesteld.
P2 [%]
100
90
80
70
60
Motorvermogen in relatie tot hoogte
Pos.
X
Teneinde de galvanische isolatie te behouden en
correcte scheidingsafstanden te waarborgen conform
EN 60664-1:2007, moet u de voedingsspanning
aanpassen aan de hoogte:
A
500
480
460
440
420
3 x 380-500 V
400
-20 °C
380
50 °C
Voedingsspanning voor driefasen motor in relatie
tot hoogte
Pos.
A
B
Motoren die meer dan 1000 meter boven
zeeniveau opgesteld staan mogen niet
volledig belast worden vanwege de lagere
dichtheid en het daaraan verbonden
lagere koeleffect van de lucht.
0
500 1000 1500 2000 2500 3000 3500
Beschrijving
Hoogte [m]
500
1500
2500
Beschrijving
Voedingsspanning [V]
Hoogte [m]
X
B
3500