13.18 "Instelling van pulsdebietmeter"
Pompuitvoering
TPE, TPED, NBE,
NBGE, NKE, NKGE
TPE, TPED, NBE, NKE
serie 2000
U kunt een externe puls flowmeter aansluiten op een
van de digitale ingangen om het actuele en
geaccumuleerde debiet te registreren. Op basis
hiervan kunt u tevens de specifieke energie
berekenen.
U kunt een pulsdebietmeter activeren door een van
de functies voor digitale ingang in te stellen op Totaal
debiet en het verpompte volume per puls in te
stellen. Zie paragraaf "Digitale ingangen".
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf Fabrieksinstellingen.
Gerelateerde informatie
13.10 Digitale ingangen
30. Fabrieksinstellingen
13.19 "Ramps"
Pompuitvoering
TPE, TPED, NBE,
NBGE, NKE, NKGE
TPE, TPED, NBE, NKE
serie 2000
De verhogingen/verlagingen bepalen hoe snel de
motor kan versnellen resp. vertragen, tijdens in-/
uitschakelen of bij wijziging van het setpoint.
U kunt het volgende instellen:
•
versnellingstijd, 0,1 tot 300 seconden
•
vertragingstijd, 0,1 tot 300 seconden.
De tijden gelden voor de versnelling van 0 rpm tot het
vaste maximale toerental en voor de vertraging van
het vaste maximale toerental naar 0 rpm.
Bij korte vertragingstijden kan de vertraging van de
motor afhangen van de belasting en traagheid omdat
er geen mogelijkheid is om de motor actief te
remmen.
Als de voedingsspanning wordt uitgeschakeld hangt
de vertraging van de motor alleen af van de belasting
en de traagheid.
"Instelling van
pulsdebietmeter"
●
●
"Ramps"
●
●
A
1
2
3
0
4
6
Ramp up en ramp down
Pos.
Beschrijving
1
Vast maximum
2
Door gebruiker ingesteld maximum
3
Door gebruiker ingesteld minimum
4
Vaste initiële ramp up / ramp down
5
Vaste uiteindelijke ramp up / ramp down
6
Door gebruiker ingestelde ramp up
7
Door gebruiker ingestelde ramp down
A
Toerental
B
Tijd
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf Fabrieksinstellingen.
Gerelateerde informatie
30. Fabrieksinstellingen
13.20 "Stilstandsverwarming"
Pompuitvoering
TPE, TPED, NBE,
NBGE, NKE, NKGE
TPE, TPED, NBE, NKE
serie 2000
U kunt deze functie gebruiken om condensvorming in
vochtige omgevingen te voorkomen. Wanneer u de
functie instelt op "Active" en de pomp zich in de
bedrijfsmodus Stop bevindt, wordt er een
wisselspanning van laag voltage over de
motorwikkelingen gezet. Het voltage is niet hoog
genoeg om de motor te laten draaien maar waarborgt
B
5
7
"Stilstandsverwarming
"
●
●
1369