13.10 Digitale ingangen
Pompuitvoering
TPE, TPED, NBE, NBGE,
NKE, NKGE
TPE, TPED, NBE, NKE
serie 2000
Functie
Digitale ingang 1, instelling
Digitale ingang 2, instelling
* Zie paragraaf Aansluitklemmen, geavanceerde
functionele module, FM 300.
Als u een digitale ingang wilt instellen, voert u de
onderstaande instellingen uit.
Functie
Kies één van de volgende functies:
•
Niet actief
Wanneer ingesteld op Niet actief, heeft de ingang
geen functie.
•
Externe stop
Wanneer de ingang is gedeactiveerd, open
kringloop, schakelt de pomp uit.
•
Min.
(minimaal toerental) Wanneer de ingang is
geactiveerd, draait de pomp met het ingestelde
minimale toerental.
•
Max.
(maximaal toerental) Wanneer de ingang is
geactiveerd, draait de pomp met het ingestelde
maximale toerental.
•
"Door gebruiker gedefinieerd toerental"
Wanneer de ingang is geactiveerd, draait de
motor met het door de gebruiker ingestelde
toerental.
•
Externe fout
Wanneer de ingang is geactiveerd, wordt een
timer gestart. Als de ingang langer dan 5
seconden wordt geactiveerd, wordt de pomp
uitgeschakeld en wordt er een storingsmelding
gegeven. Deze functie is afhankelijk van invoer
vanuit externe apparatuur.
•
Alarm resetten
Wanneer de ingang is geactiveerd, wordt een
eventuele storingsmelding gereset.
•
Droogloop
Wanneer deze functie wordt geselecteerd, dan
kan te lage voordruk of watertekort worden
gedetecteerd. Wanneer te lage voordruk of
watertekort, drooglopen, wordt gedetecteerd,
wordt de pomp uitgeschakeld. De pomp kan niet
1356
Digitale ingangen
●
●
Klem*
2 en 6
1 en 9
herstarten zolang de ingang geactiveerd is.
Hiervoor is het gebruik van toebehoren nodig,
zoals:
-
een drukschakelaar die is geïnstalleerd aan de
inlaatzijde van de pomp
-
een vlotterschakelaar die is geïnstalleerd aan
de inlaatzijde van de pomp.
•
Totaal debiet
Wanneer deze functie is geselecteerd, dan kan
het geaccumuleerde debiet worden geregistreerd.
Hiervoor is een debietmeter nodig die een
feedbacksignaal kan geven als een puls per
gedefinieerd waterdebiet. Zie paragraaf "Instelling
van pulsdebietmeter".
•
Voorgedef. setpoint pos. 1, geldt alleen voor
digitale ingang 2. Wanneer digitale ingangen als
voorgedefinieerd setpoint worden ingesteld, draait
de motor volgens een setpoint dat is gebaseerd
op de combinatie van de geactiveerde digitale
ingangen. Zie paragraaf "Vooraf ingesteld
setpoint".
De prioriteit van de geselecteerde functies ten
opzichte van elkaar blijkt uit paragraaf Prioriteit van
instellingen. Een uitschakelopdracht heeft altijd de
hoogste prioriteit.
Activeringsvertraging
Selecteer de activeringsvertraging, T1.
Het is de tijd tussen het digitale signaal en de
activering van de geselecteerde functie.
Bereik: 0 tot 6000 seconden.
Modus voor duurtimer
Selecteer de modus.
•
Niet actief
•
actief met onderbreking, modus A
•
actief zonder onderbreking, modus B
•
actief met naloop, modus C.
Selecteer de duur, T2.
Het is de tijd die, samen met de modus, bepaalt hoe
lang de geselecteerde functie actief is.
Bereik: 0 tot 15.000 seconden.