2.
Druk op [Menu] ( ) midden onderin het scherm.
3.
Druk op [Huidige inst. vr programma registr.].
4.
Druk op het nummer van het programma dat u wilt registreren.
5.
Voer de programmanaam in.
6.
Selecteer het pictogram voor het programma.
7.
Druk op [OK].
8.
Druk op [Plaatsen].
Zelfs wanneer u [Niet programmeren] selecteert, kunt u snelkoppelingen toevoegen aan het
programma op het [Home]-scherm nadat de programmaregistratie is voltooid.
9.
Druk op [Afsluiten].
• [Fax] en [Snelle fax] zijn alleen beschikbaar voor de SP C360SFNw/C361SFNw.
• U kunt tot 40 tekens voor een programmanaam invoeren.
• Wanneer een bepaald programma als standaard wordt geregistreerd, worden de waarden ervan
de standaardinstellingen. Deze waarden worden weergegeven zonder het programma op te
roepen wanneer instellingen worden verwijderd of gereset en als het apparaat wordt aangezet.
Zie Handige functies.
• Wanneer de papierlade die u in een programma heeft opgegeven, leeg is en als er meer dan één
papierlade met papier van hetzelfde formaat is, wordt eerst de papierlade geselecteerd die
voorrang heeft gekregen bij [Papierladeprioriteit: Kopieerapparaat] of [Papierladeprioriteit: Fax]
op het tabblad [Instell. papierlade]. Voor meer informatie over deze instelling, zie Het apparaat
aansluiten / Systeeminstellingen.
• Mapbestemmingen die beschermingscodes hebben kunnen niet worden geregistreerd onder een
programma van de scannermodus.
• Programma's worden niet verwijderd door het apparaat uit te schakelen of door op [Resetten] te
drukken, tenzij het programma is verwijderd of overschreven.
• Programma's kunnen worden geregistreerd in het [Home]-scherm en kunnen eenvoudig opnieuw
worden opgeroepen. Voor meer informatie, zie Pag. 35 "Pictogrammen aan het [Home]-scherm
toevoegen".
Functies in een programma registreren
51