8.
Voer de horizontale afmeting van het origineel in met de cijfertoetsen en druk vervolgens
op [ ].
9.
Druk op [Verticaal].
10.
Voer de verticale afmeting in met de cijfertoetsen en druk op [ ].
11.
Druk twee keer op [OK].
12.
Druk op [Gebr.instellingen] (
13.
Druk op [Home] (
Dik papier of OHP-transparanten als papiersoort instellen via het bedieningspaneel
1.
Druk op [Home] (
2.
Veeg het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikerstools] ( ).
3.
Druk op [Instellingen papierlade].
4.
Druk herhaaldelijk op [ ] totdat [Papierformaat handinvoer] wordt weergegeven.
5.
Druk op [Papierformaat handinvoer] en selecteer vervolgens het papierformaat.
6.
Druk op [OK].
7.
Druk op [Papiertype: Handinvoerlade].
8.
Druk op [Papiertype].
9.
Selecteer [Normaal papier] en druk vervolgens op [OK].
10.
Druk op [Papierdikte].
11.
Selecteer een geschikte papierdikte en druk vervolgens op [OK].
12.
Druk op [Gebr.instellingen] (
13.
Druk op [Home] (
• Voor meer informatie over deze instelling, zie de handleiding Het apparaat aansluiten /
Systeeminstellingen.
).
) onderaan in het midden van het scherm.
) onderaan in het midden van het scherm.
).
) onderaan in het midden van het scherm.
Het papierformaat wijzigen
129