8. Papier en toner bijvullen
Papier in de handinvoer plaatsen
Gebruik de handinvoer om papier te gebruiken dat niet in de papierlades kan worden geplaatst.
• Voor meer informatie over welke papierformaten en -soorten in welke laden geplaatst kunnen
worden, zie Pag. 130 "Aanbevolen papierformaten en -soorten".
• Controleer of de stapel papier niet hoger is dan de limietmarkering. Het plaatsen van te veel
papier kan papierstoringen veroorzaken.
• Meng verschillende soorten papier niet.
• Geef na het plaatsen van het papier het papierformaat en -type aan met het bedieningspaneel.
Wanneer u een document afdrukt, moet u in het printerstuurprogramma de papiersoort en het
papiertype opgeven die u ook via het bedieningspaneel heeft ingesteld.
• Als u etikettenpapier plaatst, doe dit dan met één vel per keer.
• Laad bij het printen op papier dat langer is dan A4 alleen één vel papier tegelijkertijd in de
handinvoerlade en houd het papier zo dat het juist wordt ingevoerd. Zorg er ook voor dat u van te
voren de afdrukkwaliteit controleert van de soort papier die u wilt gebruiken. Hoe het papier wordt
ingevoerd of wat de resulterende afdrukkwaliteit zal zijn, is afhankelijk van de soort of dikte van
het papier.
1.
Trek, terwijl u de knop in het midden op de handinvoer ingedrukt houdt, de lade open.
Trek het verlengstuk naar buiten en plaats het papier dat groter is dan A4 of 8
112
DUP113
1
/
× 11 .
2