5.
Olievulplug - Als de olievulplug wordt verwijderd, kan olie worden bijgevuld.
7.7.1.3
Pomp 16 - 21 m
1.
Vacuümpomp - Creëert het vacuüm voor het proces.
2.
Olienevelfilter - Filtert de lucht door oliedampen af te vangen.
3.
Oliekijkglas - Geeft het maximale en het minimale olieniveau van de vacuümpomp aan.
4.
Olieaftapplug - Als de olieaftapplug wordt verwijderd, kan de olie worden afgetapt.
5.
Olievulplug - Als de olievulplug wordt verwijderd, kan olie worden bijgevuld.
7.7.2
Olie verwijderen, olie toevoegen
In deze sectie wordt beschreven hoe u olie uit de pomp verwijdert en olie aan de pomp toevoegt.
Zie Overzicht op pagina 30 voor de pomp die in de machine is gemonteerd en een overzicht
van de onderdelen.
Indien de machine gedurende langere tijd niet gebruikt wordt, dient de olie uit de pomp te worden
verwijderd. Dit is nodig omdat vocht en vuil in de olie tot aantasting van de pomp kunnen leiden,
waardoor de pomp bij het eerstvolgende gebruik vast kan lopen.
De olie in de vacuümpomp kan heet zijn. Tijdens het verwijderen van de olie is aanraking
met hete olie mogelijk.
U verwijdert olie uit de pomp met de volgende stappen:
1.
Plaats een opvangbankje onder de olieaftapplug.
2.
Verwijder de olieaftapplug.
De olie loopt uit de pomp.
3.
Plaats de olieaftapplug terug.
3
/h
Figuur 11: Overzicht van de pomp
Onderhoud
32