6
Bediening
Afhankelijk van de configuratie van de vacuümverpakkingsmachine is deze uitgerust met een van
de volgende besturingssystemen:
• 1-programmabesturing (1-PCS)
Lees in het betreffende hoofdstuk hoe de vacuümverpakkingsmachine wordt bediend.
• Alle personen die verantwoordelijk zijn voor de bediening van deze machine, moeten
minimaal de hoofdstukken Veiligheid op pagina 9 en Bediening op pagina 20 volledig
lezen en begrijpen.
• Het niet opvolgen of negeren van de veiligheidsinstructies kan leiden tot ernstig letsel.
6.1
1-Programmabesturing (1-PCS)
6.1.1
Bedieningselementen
Met 1-PCS kan de machine worden bediend en kunnen programma's worden gewijzigd.
1.
Aan/uit-knop
Hiermee wordt het bedieningspaneel in- of uitgeschakeld.
Afhankelijk van de uitvoering bevindt de aan/uit-knop zich links op het bedieningspaneel of
aan de achterzijde van de machine bij de netsnoeraansluiting.
2.
Cursortoets
Hiermee worden functies van het parameterdisplay en functiedisplay bediend.
3.
Toets PompreinigingsprogrammaHiermee wordt het pompreinigingsprogramma
geactiveerd. Vocht kan door de olie geabsorbeerd worden als de pomp alleen korte cycli
draait of als u vochthoudende producten verpakt. Dit programma verwijdert vocht uit de
olie van de vacuümpomp. Zie Pompreinigingsprogramma uitvoeren op pagina 35 voor
instructies.
4.
Parameterdisplay
Toont de actuele waarde van de actieve functie tijdens de programmacyclus of de ingestelde
waarde van de geselecteerde functie als de machine niet actief is.
Figuur 3: Bedieningspaneel van de 1-PCS
Bediening
20