Hoofdstuk 6 – Persoonlijke profielen
5. Voer via het toetsenbord op het
scherm een profielnaam
(max. 16 tekens) in en tik op
Gebruik van het letter-toetsenbord:
tik één keer voor de eerste letter, 2
keer snel voor de middelste letter of
3 keer snel voor de derde letter.
6. Tik op Instellen om te beginnen met
het instellen van de instellingen voor
de insulinetoediening.
86
6.3
Een nieuw persoonlijk profiel
programmeren
.
Nadat het persoonlijke profiel is
aangemaakt, moeten de instellingen
worden geprogrammeerd. Het eerste
tijdsegment begint om middernacht.
•
U moet een basaalsnelheid
programmeren om een persoonlijk
profiel te hebben dat u kunt
activeren.
•
Om de Basal-IQ-technologie in te
kunnen schakelen moet u een
basaalsnelheid, correctiefactor,
koolhydratenverhouding en doel-
BG instellen.
•
Vergeet niet om op
nadat u een waarde hebt ingevoerd
of gewijzigd.
VOORZORGSMAATREGEL
Controleer ALTIJD of de decimale punt juist is
geplaatst wanneer u informatie in uw persoonlijk
profiel invoert. Een onjuiste plaatsing van de
decimale punt kan ertoe leiden dat u niet de
juiste hoeveelheid insuline krijgt toegediend die
uw zorgverlener heeft voorgeschreven.
Getimede instellingen
1. Tik op Basaal nadat het nieuwe
profiel is aangemaakt.
Voer uw basaalsnelheid in met het
toetsenbord op het scherm en tik
op
.
te tikken
2. Tik op Correctiefactor.
3. Voer met het toetsenbord op het
scherm uw correctiefactor in (het
mmol/L waarmee 1 eenheid insuline
de BG verlaagt) en tik op
4. Tik op Koolhydratenratio.
5. Voer via het toetsenbord
op het scherm de insuline-
koolhydratenratio (het aantal gram
koolhydraten dat wordt omgezet
.