Hoofdstuk 20 – Belangrijke veiligheidsinformatie over CGM
VOORZORGSMAATREGEL
Kalibreer NIET als uw BG met een aanzienlijke
snelheid verandert (normaal gesproken meer
dan 0.1 mmol/L per minuut). Kalibreer niet als
het scherm van uw ontvanger de enkele of
dubbele pijl voor stijging of daling weergeeft.
Dit duidt erop dat uw BG snel stijgt of daalt.
Kalibratie tijdens een aanzienlijke stijging of
daling van uw BG kan de nauwkeurigheid van de
sensor verstoren en kan ertoe leiden dat
ernstige hypoglykemie (lage BG) of
hyperglykemie (hoge BG) niet wordt opgemerkt.
VOORZORGSMAATREGEL
De nauwkeurigheid van de Dexcom G6 CGM
kan worden aangetast wanneer uw glucose
stijgt met een aanzienlijke snelheid (bijv. met
0.1 tot en met 0.2 mmol/l/min. of meer dan
0.2 mmol/L per minuut), zoals tijdens
lichaamsbeweging of na een maaltijd.
VOORZORGSMAATREGEL
VOORKOM dat de zender en pomp meer dan
20 foot (6 meter) van elkaar verwijderd raken.
Het zendbereik van de zender naar de pomp
bedraagt maximaal 20 foot (6 meter), zonder
obstakels. Draadloze communicatie door water
werkt niet goed, waardoor het zendbereik veel
kleiner is in een zwembad of bad of op een
waterbed enz. Voor een goede communicatie
176
wordt aangeraden om het pompscherm van uw
lichaam vandaan te richten en om de pomp aan
dezelfde zijde van het lichaam te dragen als de
CGM. Er bestaan meer verschillende soorten
obstakels die niet zijn getest Als uw zender en
ontvanger meer dan 20 foot (6 meter) van elkaar
verwijderd zijn of worden gescheiden door een
obstakel, communiceren de onderdelen
mogelijk niet met elkaar of is de
communicatieafstand kleiner, wat kan leiden tot
het niet opmerken van ernstige hypoglykemie
(lage BG) of hyperglykemie (hoge BG).
VOORZORGSMAATREGEL
Gebruik voor kalibratie GEEN alternatieve
locaties om uw BG te meten (bloed uit uw
handpalm of onderarm enz.). BG-waarden van
alternatieve locaties kunnen afwijken van die
van een vingerprikmeting en geven mogelijk niet
de meest actuele BG-waarden weer. Gebruik
voor de kalibratie alleen een BG-waarde die u
met een vingerprik hebt verkregen. BG-waarden
van alternatieve locaties kunnen de
nauwkeurigheid van de sensor beïnvloeden
en het is mogelijk dat u hierdoor ernstige
hypoglykemie (lage BG) of hyperglykemie
(hoge BG) niet opmerkt.
VOORZORGSMAATREGEL
ZORG ERVOOR dat uw zender-ID in de pomp is
geprogrammeerd voordat u het systeem gaat
gebruiken als u onder garantie een vervangende
pomp hebt ontvangen. De pomp kan alleen
communiceren met de zender als de zender-ID
is ingevoerd. Als de pomp en de zender niet met
elkaar communiceren, ontvangt u geen
glucosemetingen van uw sensor, waardoor
u ernstige hypoglykemie (lage BG) of
hyperglykemie (hoge BG) mogelijk niet opmerkt.
VOORZORGSMAATREGEL
Werp uw zender NIET weg. Deze kan opnieuw
worden gebruikt. Voor iedere sessie wordt
dezelfde zender gebruikt, totdat het einde van
de levensduur van de zenderbatterij is bereikt.
VOORZORGSMAATREGEL
De Dexcom G6-sensor kan niet met oudere
versies van zenders of ontvangers worden
gebruikt. Gebruik geen zenders, ontvangers en
sensoren van verschillende generaties met
elkaar.