Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kalibratieoverzicht - Tandem t:slim X2 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor t:slim X2:
Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 26 – Kalibreren van uw CGM-systeem

26.1 Kalibratieoverzicht

Als u aan het begin van een
sensorsessie geen CGM-sensorcode
hebt ingevoerd, wordt u telkens na de
volgende perioden gevraagd om een
kalibratie te verrichten:
Opstartperiode van 2 uur:
2 kalibraties 2 uur na het starten
van uw sensorsessie
Update om de 12 uur: 12 uur na
de opstartkalibratie na 2 uur
Update om de 24 uur: 24 uur na
de opstartkalibratie na 2 uur
Om de 24 uur: om de 24 uur na
de update na 24 uur
Als dit wordt gemeld
Op de eerste dag na uw sensorsessie
moet u 4 BG-waarden invoeren in
uw pomp om te kalibreren. Na de
opstartkalibratie moet u elke 24 uur
1 BG-waarde invoeren om te
kalibreren. De pomp geeft een melding
wanneer het systeem deze kalibraties
nodig heeft. Daarnaast kan het
gebeuren dat u, wanneer nodig, wordt
214
gevraagd om aanvullende BG-waarden
in te voeren voor kalibratie.
VOORZORGSMAATREGEL
Verricht GEEN kalibratie als de trendpijl
omhoog, dubbel omhoog, omlaag of dubbel
omlaag wijst, omdat uw BG op dat moment
verandert met meer dan 0.11 mmol/L per
minuut.
Tijdens het kalibreren moet u de BG-
waarden handmatig invoeren in de
pomp. U kunt elke in de handel
verkrijgbare bloedglucosemeter
gebruiken. U moet kalibreren met
nauwkeurige bloedglucosemeterwaarden
om nauwkeurige sensorglucosemetingen
te krijgen.
Volg de volgende belangrijke
instructies wanneer u BG-waarden
voor kalibratie meet:
BG-waarden die worden gebruikt
voor kalibratie moeten tussen
2.2 en 22.2 mmol/L liggen en
moeten binnen de laatste 5 minuten
zijn verkregen.
Uw sensor kan niet worden
gekalibreerd als de glucosewaarde
van uw meter minder is dan
2.2 mmol/L. Als uw BG laag is,
behandel om veiligheidsredenen
dan eerst uw lage BG.
Controleer of rechtsboven op
het CGM-startscherm een
sensorglucosewaarde wordt
weergegeven voordat u gaat
kalibreren.
Controleer voordat u gaat kalibreren
of rechts van de batterij-indicator op
het CGM-startscherm het
antennesymbool zichtbaar en actief
is (wit, niet grijs).
Gebruik altijd dezelfde meter voor het
kalibreren die u normaal gesproken
voor uw BG-metingen gebruikt.
Stap niet over op een andere meter
gedurende een sensorsessie.
De nauwkeurigheid van de
bloedglucosemeter en de strip kan
variëren tussen de verschillende
merken bloedglucosemeters.
De nauwkeurigheid van de
bloedglucosemeter die wordt
gebruikt voor kalibratie kan van
invloed zijn op de nauwkeurigheid
van de sensorglucosemetingen.
Volg de instructies van de fabrikant

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Tandem t:slim X2

Inhoudsopgave