Pagina 1
07:35 14 Nov 2019 100% 235 e mmol/L ACTIEVE INSULINE 3.4 e BOLUS met Control-IQ -technologie Control-IQ: 0.80 e ™ Gebruikershandleiding MEETEENHEDEN MMOL/L...
Pagina 3
GEBRUIKERSHANDLEIDING VOOR DE T:SLIM X2-INSULINEPOMP MET CONTROL-IQ-TECHNOLOGIE Software-versie: Moonlight (7.4) Gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe t:slim X2™- WAARSCHUWING: insulinepomp met Control-IQ™-technologie. Control-IQ-technologie mag niet worden gebruikt bij kinderen jonger dan zes jaar. Control-IQ-technologie mag Deze gebruikershandleiding is bedoeld om u te helpen met de ook niet worden gebruikt bij patiënten die minder dan een...
Pagina 4
Voorzorgsmaatregelen t:slim X2-insulinepomp ........
Pagina 5
Uitleg van de pictogrammen op de t:slim X2-insulinepomp ....... . .
Pagina 6
4.14 Geluidsvolume ................65 4.15 Het in- of uitschakelen van de beveiligingscode .
Pagina 8
12.15 Waarschuwing datafout ..............140 Hoofdstuk 13 • Alarmen van de t:slim X2-insulinepomp 13.1...
Pagina 9
Mogelijke voordelen van gebruik van het t:slim X2-systeem ....... . .
Pagina 10
Redenen waarom kalibreren nodig kan zijn ............208 Hoofdstuk 24 • CGM-gegevens weergeven op uw t:slim X2-insulinepomp 24.1...
Pagina 11
Hoofdstuk 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.1 Waarschuwing opstartkalibratie ............. . . 219 25.2 Waarschuwing tweede opstartkalibratie .
Pagina 12
Deel 4: Functies van de Control-IQ-technologie Hoofdstuk 27 • Control-IQ-technologie Belangrijke veiligheidsinformatie 27.1 Control-IQ-waarschuwingen ..............248 27.2 Control-IQ-voorzorgsmaatregelen .
Pagina 13
Prestatiekenmerken t:slim X2-pomp ........
Pagina 14
Afstanden tussen de t:slim X2-pomp en RF-apparatuur ........
Pagina 15
Voordat u begint HOOFDSTUK 1 Inleiding...
Pagina 16
HOOFDSTUK 1 • Inleiding 1.1 Conventies in deze handleiding Hieronder volgt een lijst van conventies die in deze gebruikershandleiding worden gebruikt (zoals termen, pictogrammen, tekstopmaak en andere conventies) met een uitleg ervan. Opmaakconventies Conventie Uitleg Vetgedrukte tekst Vetgedrukte tekst in een zin of stap wordt gebruikt voor de naam van een schermpictogram of fysieke knop. Cursieve tekst Cursieve tekst wordt gebruikt voor de naam van een scherm of menu op de pompdisplay.
Pagina 17
HOOFDSTUK 1 • Inleiding Symbooldefinities Symbool Definitie Wijst op een belangrijke opmerking over het gebruik of de bediening van het systeem. Wijst op veiligheidsmaatregelen die getroffen moeten worden om licht tot matig letsel te voorkomen. Wijst op cruciale veiligheidsinformatie die tot ernstig of dodelijk letsel kan leiden als deze wordt genegeerd. Geeft aan hoe de pomp reageert op de voorgaande instructie.
Pagina 18
Deze symbolen informeren u over correct en veilig gebruik van de pomp. Sommige van deze symbolen zijn misschien niet relevant in uw regio en worden uitsluitend ter informatie vermeld. Uitleg van de symbolen op de t:slim X2-insulinepomp Symbool Definitie...
Pagina 19
HOOFDSTUK 1 • Inleiding Uitleg van de symbolen op de t:slim X2-insulinepomp (vervolg) Symbool Definitie Symbool Definitie Gelijkspanning Vochtigheidsbeperking Gescheiden inzameling voor afgedankte elektrische en Temperatuurgrens elektronische apparatuur Elektrische apparatuur die hoofdzakelijk ontworpen is voor Droog houden gebruik binnenshuis Apparatuur van IEC-klasse II...
Pagina 20
HOOFDSTUK 1 • Inleiding De t:slim X2-pomp is voorgeladen met geautomatiseerde functie voor 1.3 Systeembeschrijving een geautomatiseerde insulinedosering. insulinedoseringsfunctie, of kan worden De sensor is een wegwerphulpmiddel, De t:slim X2™-insulinepomp bestaat uit bijgewerkt zodat deze een dat onder de huid wordt ingebracht om...
Pagina 21
Deel 1 geeft insuline, met vaste en variabele belangrijke informatie die u moet snelheden, voor de behandeling van De t:slim X2-pomp, -zender en -sensor kennen voordat u het systeem in diabetes mellitus bij personen die moeten worden verwijderd voordat u gebruik neemt.
Pagina 22
X2-pomp of de Dexcom-ontvanger), maar u kunt de Dexcom G6 CGM-app en uw t:slim X2-pomp programmeren, beheren en verzorgen Als CGM nieuw is voor u, blijf uw tegelijkertijd met dezelfde zender-ID gebruiken.
Pagina 23
Zorg dat u altijd een insulinespuit en WAARSCHUWING bedoeld om te voorkomen dat het scherm per een flacon met insuline of een De t:slim X2-insulinepomp met Control-IQ- ongeluk wordt aangetikt of knoppen worden voorgevulde insulinepen bij u draagt als technologie mag niet worden gebruikt bij ingedrukt waardoor insuline wordt toegediend of alternatief voor noodsituaties.
Pagina 24
HOOFDSTUK 1 • Inleiding dragen. Overleg met uw zorgverlener • Diabetesidentificatiekaart of - welke artikelen dit pakket moet sieraad bevatten. Benodigdheden die u elke dag bij u dient te hebben: • Benodigdheden voor het testen van BG: meter, strips, controleoplossing, lancetten, batterijen voor de meter •...
Pagina 25
Functies van de t:slim X2-insulinepomp HOOFDSTUK 2 Belangrijke veiligheidsinformatie...
Pagina 26
HOOFDSTUK 2 • Belangrijke veiligheidsinformatie Hieronder volgt belangrijke gediplomeerd opleider of via het » de pomp, CGM en alle andere veiligheidsinformatie over uw t:slim X2™- trainingsmateriaal online, als u uw pomp systeemcomponenten te gebruiken in pomp en de bijbehorende componenten.
Pagina 27
WAARSCHUWING NOOIT reservoirs hergebruiken of reservoirs insuline het gevolg zijn, met voorvallen van gebruiken die niet zijn gemaakt door Tandem GEEN insuline verwijderen uit of toevoegen aan hypoglykemie (lage BG) of hyperglykemie (hoge Diabetes Care. Het gebruik van reservoirs die een gevuld reservoir nadat deze in de pomp is BG) tot gevolg.
Pagina 28
HOOFDSTUK 2 • Belangrijke veiligheidsinformatie WAARSCHUWING WAARSCHUWING Radiologie en medische procedures en uw t:slim X2-systeem GEEN bolus toedienen voordat u de berekende Bij patiënten die hun ziekte niet zelf behandelen, bolushoeveelheid op het scherm van de pomp moet de functie Beveiligingscode ALTIJD aan WAARSCHUWING hebt gecontroleerd.
Pagina 29
VERVANG uw gerepareerd door Tandem Diabetes Care. » Narcose – Afhankelijk van de gebruikte infusieset als u lekken opmerkt rond de apparatuur moet u mogelijk uw systeem Wijzigingen aan het apparaat kunnen leiden tot infusieplaats.
Pagina 30
HOOFDSTUK 2 • Belangrijke veiligheidsinformatie VOORZORGSMAATREGEL dat u het alarm bij een leeg reservoir niet hoort gebruik van de pomp en neem contact op met en u een toediening van basale insuline mist. de klantenservice in uw regio als deze functies CONTROLEER de slang van uw infusieset niet werken.
Pagina 31
HOOFDSTUK 2 • Belangrijke veiligheidsinformatie VOORZORGSMAATREGEL controleer dan op tekenen van het VOORZORGSMAATREGEL binnendringen van vloeistof. Staak het gebruik Gebruik uw pomp NIET als u vermoedt dat deze ONTKOPPEL de infusieset van uw lichaam van de pomp en neem contact op met de is beschadigd door een val op of stoten tegen voordat u vliegt in een vliegtuig zonder klantenservice in uw regio als u tekenen van...
Pagina 32
HOOFDSTUK 2 • Belangrijke veiligheidsinformatie • De pomp biedt u de mogelijkheid toediening kunnen de toediening van insuline van uw pomp en mobiele telefoon een beïnvloeden en letsel veroorzaken. tussenafstand van minimaal 16.3 cm (6.4 inch) om een bolus in een keer toe te aan te houden.
Pagina 33
HOOFDSTUK 2 • Belangrijke veiligheidsinformatie de hoeveelheid AI af van de uw zorgverlener en bel de 2.4 Mogelijke risico's van het aanbevolen bolus indien uw BG klantenservice in uw regio. gebruik van de pomp lager is dan het doel dat is ingesteld Andere risico’s in verband met het in uw actieve persoonlijk profiel.
Pagina 34
HOOFDSTUK 2 • Belangrijke veiligheidsinformatie softwarefout of een storing in de alleen uw zorgverlener bepalen wat uw • Druk op de knop Scherm aan/ infusieset. Het hebben van CGM-instellingen horen te zijn en hoe u Snelle bolus om het scherm aan te een back-upmethode voor de trendgegevens van uw sensor moet zetten zodat u de weergave kunt...
Pagina 35
Functies van de t:slim X2-insulinepomp HOOFDSTUK 3 Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp...
Pagina 36
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp Uw pomp wordt geleverd met een • rubberen klep van de USB-poort 3.1 Inhoud van het pakket met de beschermende afdekking op de plaats t:slim X2-pomp • USB-kabel waar normaal gesproken het reservoir wordt geplaatst.
Pagina 37
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp BG-doel 1 eenheid insuline. Dit wordt ook wel de Laden BG-doel is een specifiek streefdoel voor insulinegevoeligheidsfactor (Insulin Laden is het proces van het verwijderen, bloedglucose. Het is een exact cijfer, Sensitivity Factor, ISF) genoemd.
Pagina 38
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp 20% minder dan de geprogrammeerde basaalsnelheid. USB-kabel USB is een afkorting voor Universal Serial Bus (universele seriële bus). De USB-kabel wordt aangesloten op de micro-USB-poort van de pomp. Verlengde bolus Een verlengde bolus is een bolus die gedurende een bepaalde periode wordt toegediend.
Pagina 39
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp 3.3 Uitleg van de pictogrammen op de t:slim X2-insulinepomp Op het pompscherm kunnen de volgende pictogrammen verschijnen: Definities pomppictogrammen Symbool Definitie Symbool Definitie De hoeveelheid spanning die resteert in de pompbatterij.
Pagina 40
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp Definities pomppictogrammen (vervolg) Symbool Definitie Symbool Definitie Spatie. Tik hierop om een spatie op het tekentoetsenbord in OK. Tik om de huidige instructie of instelling op het scherm te voeren. te bevestigen.
Pagina 41
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp 3.4 Uitleg van de kleuren op de pomp Rode led 1 rood knipperlicht om de 30 seconden geeft een storing of alarmsituatie aan. Gele led 1 geel knipperlicht om de 30 seconden geeft een waarschuwings- of herinneringssituatie aan.
Pagina 42
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp 7. Status: geeft de actuele 3.5 Vergrendelingsscherm systeeminstellingen en de status van de insulinetoediening weer. Het vergrendelingsscherm verschijnt altijd als u het scherm aanzet. Tik een 8. Insulineniveau: geeft de actuele voor een op 1–2–3 om de pomp te...
Pagina 43
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp...
Pagina 44
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp 7. Status: geeft de actuele 3.6 Startscherm systeeminstellingen en de status van de insulinetoediening weer. 1. Batterijniveau: geeft de resterende batterijcapaciteit weer. Wanneer de 8. Insulineniveau: geeft de actuele batterij wordt opgeladen, wordt het...
Pagina 45
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp...
Pagina 46
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp 6. Pijl omhoog/omlaag: geeft aan dat 13. Zenderbatterij: geeft de status van 3.7 Actuele status-scherm er meer informatie is. de CGM-zenderbatterij weer. Het scherm Actuele status is toegankelijk 7. Correctiefactor: geeft de actuele 14.
Pagina 47
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp...
Pagina 48
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp er een CGM-waarde aanwezig is 3.8 Bolusscherm een CGM-trendpijl beschikbaar is : keert terug naar het op het CGM-startscherm startscherm. OPMERKING 2. Koolhydraten: aantal gram Raadpleeg de gebruikershandleiding van de koolhydraten invoeren.
Pagina 49
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp in gram in eenheden...
Pagina 50
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp 8. Apparaatinstellingen: 3.9 Optiesscherm scherminstellingen, Bluetooth- instellingen, tijd en datum, : keert terug naar het geluidsvolume en beveiligingscode. startscherm. 9. Geschiedenis: geeft een historisch 2. Insuline stoppen: stopt de logboek van pomp- en CGM- toediening van insuline.
Pagina 51
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp...
Pagina 52
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp 3.10 Mijn pompscherm : keert terug naar het optiesscherm. 2. Persoonlijke profielen: een groep instellingen waarmee basaal- en bolustoediening worden gedefinieerd. 3. Control-IQ: schakel de Control-IQ- technologie in/uit en voer de vereiste waarden in.
Pagina 53
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp...
Pagina 54
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp 3.11 Scherm met apparaatinstellingen : keert terug naar het optiesscherm. 2. Scherminstellingen: aanpassen van de time-out scherminstellingen. 3. Bluetooth-instellingen: in-/ uitschakelen van de mobiele verbinding. Het kan zijn dat de mobiele verbinding in uw regio nog niet verkrijgbaar is.
Pagina 55
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp...
Pagina 56
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp 3.12 Scherm met cijfertoetsenbord 1. Waarde ingevoerd. : terugkeren naar het vorige scherm. 3. Toetsenbordcijfers. : hiermee kunnen cijfers worden toegevoegd op het gramscherm. In het geval van eenheden wordt dit weergegeven met een decimale punt.
Pagina 57
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp...
Pagina 58
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp 3.13 Scherm met lettertoetsenbord 1. Naam van profiel. : terugkeren naar het vorige scherm. : voor het invoeren van een spatie. 4. 123: wijzigt de modus van het toetsenbord van letters (ABC) naar cijfers (123).
Pagina 59
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp...
Pagina 60
HOOFDSTUK 3 • Vertrouwd raken met uw t:slim X2-insulinepomp Deze pagina is met opzet leeg gelaten...
Pagina 61
Functies van de t:slim X2-insulinepomp HOOFDSTUK 4 Aan de slag...
Pagina 62
HOOFDSTUK 4 • Aan de slag neemt af of toe in stappen van 5% niet bent aangesloten, is het mogelijk 4.1 De t:slim X2-pomp opladen (bijvoorbeeld 100%, 95%, 90%, 85%). dat u gemiste basaal- en/of Wanneer de capaciteit minder is dan bolusinsuline moet toedienen.
Pagina 63
4.3 Het gebruik van het situaties die uw aandacht vereisen. Staak het aanraakscherm 2. Steek het andere uiteinde van de gebruik van de t:slim X2™-pomp en neem kabel in de micro-USB-poort in de contact op met de klantenservice in uw regio als pomp.
Pagina 64
Scherm aan/ pomp kunt u terugkeren naar het startscherm Snelle bolus te drukken voordat u de pomp door op het Tandem-logo te klikken of naar het terug in de houder of in uw zak/kleding doet. vorige scherm door op te tikken.
Pagina 65
5. Tik op Tijd bewerken. bolus 30 seconden ingedrukt. scherm is ontgrendeld. 6. Tik op Tijd. 4.8 Het t:slim X2-pompscherm 4.9 Het bewerken van de tijd ontgrendelen 7. Voer de uren en minuten in met het toetsenbord op het scherm.
Pagina 66
Basale grens had, wordt 8. Controleer de nieuwe basale Tik op het Tandem-logo om terug te de Basale grens ingesteld op een grenswaarde en tik op keren naar het startscherm.
Pagina 67
Opties voor geluidsvolume OPGESLAGEN wordt tijdelijk zijn onder meer hoog, gemiddeld, laag weergegeven. en trillen. 7. Tik op het Tandem-logo om terug VOORZORGSMAATREGEL te keren naar het startscherm. 4.12 Scherminstellingen Gebruik de trilfunctie voor waarschuwingen en alarmen NIET terwijl u slaapt, tenzij uw 4.13 Beveiliging mobiele...
Pagina 68
1. Tik op het startscherm op OPTIES. zijn gemaakt. aan te maken. 2. Tik op de Pijl omlaag. 9. Tik op het Tandem-logo om terug 8. Voer met het toetsenbord een getal 3. Tik op Apparaatinstellingen. te keren naar het startscherm.
Pagina 69
HOOFDSTUK 4 • Aan de slag 10. Tik op om een nieuwe beveiligingscode in te voeren. 11. Gebruik het toetsenbord om een nieuwe beveiligingscode in te voeren. 12. Tik op 13. Tik op om de nieuwe beveiligingscode te verifiëren. 14. Gebruik het toetsenbord om de nieuwe beveiligingscode te herhalen en te verifiëren.
Pagina 70
HOOFDSTUK 4 • Aan de slag Deze pagina is met opzet leeg gelaten...
Pagina 71
Functies van de t:slim X2-insulinepomp HOOFDSTUK 5 Instellingen insulinetoediening...
Pagina 72
CGM-instellingen horen te zijn en hoe u de geautomatiseerde functie voor insulinedosering trendgegevens van uw sensor moet gebruiken De t:slim X2-pomp gebruikt de is ingeschakeld. Zie hoofdstuk 29 Inleiding tot bij de behandeling van uw diabetes. Onjuiste instellingen in uw actieve profiel om de Control-IQ-technologie.
Pagina 73
HOOFDSTUK 5 • Instellingen insulinetoediening • Basaalsnelheid (uw basaalsnelheid niet overschrijden. Als u uw basale grens eindigt of wanneer er een zender- of in eenheden/uur) instelt nadat u uw persoonlijke profielen hebt sensorfout is. Schakel de Control-IQ- ingesteld, kunt u uw basale grens niet lager technologie uit om meer dan 3 eenheden/ •...
Pagina 74
HOOFDSTUK 5 • Instellingen insulinetoediening De standaardinstellingen en -bereiken Insulineduur en actieve insuline (AI) Als u Control-IQ-technologie heeft voor bolusinstellingen zijn: ingeschakeld, omvat AI alle Uw pomp onthoudt hoeveel insuline u toegediende basaal boven en onder de • Insulineduur (standaard: 5 uur, toegediend hebt gekregen bij eerdere geprogrammeerde basaalsnelheid, bereik: 2 tot 8 uur)
Pagina 75
HOOFDSTUK 5 • Instellingen insulinetoediening 6. Tik op Instellen om te beginnen met koolhydratenratio en doel-BG 2. Voer uw basaalsnelheid in met het het instellen van de instellingen voor instellen om de geautomatiseerde toetsenbord op het scherm en tik de insulinetoediening. functie voor insulinedosering in te schakelen.
Pagina 76
HOOFDSTUK 5 • Instellingen insulinetoediening 8. Voer met het toetsenbord op het 11. Tik op om de bolusinstellingen 2. Voer het tijdstip (uren en minuten) scherm uw doel-BG in en tik op in te stellen of tik op om extra waarop u wilt dat een segment tijdsegmenten aan te maken.
Pagina 77
Tik op om wijzigingen aan te brengen. 5.4 Een bestaand profiel bewerken of raadplegen 6. Tik op het Tandem-logo om terug te keren naar het startscherm. 1. Tik op het startscherm op OPTIES. Meer persoonlijke profielen toevoegen 2. Tik op Insulineduur.
Pagina 78
HOOFDSTUK 5 • Instellingen insulinetoediening 12. Tik op nadat u alle Persoonlijke profielen te navigeren of tik op 5.5 Een bestaand profiel het Tandem-logo om terug te gaan naar tijdsegmenten hebt bewerkt. dupliceren het startscherm. 13. Tik zo nodig op het paneel 1.
Pagina 79
6. Wijzig via het toetsenbord op het scherm de profielnaam (max. 16 Als u slechts één profiel hebt 7. Tik op het Tandem-logo om terug tekens) en tik op gemaakt, hoeft u het niet te te keren naar het startscherm.
Pagina 80
HOOFDSTUK 5 • Instellingen insulinetoediening Als u een tijdelijke snelheid van meer 6. Tik op 5.9 Een tijdelijke basaalsnelheid dan de maximaal toegestane starten basaalsnelheid van 15 eenheden/uur 7. Tik op Duur. Voer met het programmeert, of meer dan uw toetsenbord op het scherm de Een tijdelijke snelheid wordt gebruikt om basale grens die is ingesteld in de...
Pagina 81
HOOFDSTUK 5 • Instellingen insulinetoediening OPMERKING Tijdelijke snelheid terwijl insuline is gestopt: als een Tijdelijke snelheid actief is wanneer u insuline stopt, ook wanneer u een reservoir of infusieset vervangt, blijft de timer voor de tijdelijke snelheid actief. De tijdelijke snelheid wordt hervat wanneer de insulinetoediening wordt hervat als er nog tijd resteert op de timer voor de tijdelijke snelheid.
Pagina 82
HOOFDSTUK 5 • Instellingen insulinetoediening Deze pagina is met opzet leeg gelaten...
Pagina 83
Functies van de t:slim X2-insulinepomp HOOFDSTUK 6 Verzorging infusieplaats en laden reservoir...
Pagina 84
HOOFDSTUK 6 • Verzorging infusieplaats en laden reservoir • De buik wordt het meest gebruikt infusieset als u lekken rond de locatie opmerkt, 6.1 Selectie en verzorging van of als u vermoedt dat de canule van uw vanwege de toegang tot vetweefsel. een infusieplaats infusieset is losgeraakt.
Pagina 85
HOOFDSTUK 6 • Verzorging infusieplaats en laden reservoir • De infusieset moet iedere 48 tot 72 uur worden vervangen en afgewisseld, of vaker indien nodig. Plaats op het lichaam voor het inbrengen van de infusieset • Na verloop van tijd ontdekt u welke plaatsten niet alleen een betere absorptie bieden, maar ook comfortabeler zijn.
Pagina 86
CGM- reservoir vult met insuline en hoe u het VAN HET VOLGENDE: waarden terwijl het reservoir wordt gevuld. reservoir in uw t:slim X2-pomp plaatst. Aangezien er tijdens het vullen van het reservoir • 1 ongeopend reservoir...
Pagina 87
HOOFDSTUK 6 • Verzorging infusieplaats en laden reservoir De afbeelding toont de -connector en Instructies om insuline uit de flacon in 50 eenheden beschikbaar te -vulpoort voor insuline die worden de spuit te zuigen hebben voor toediening. gebruikt voor het vullen van het 1.
Pagina 88
HOOFDSTUK 6 • Verzorging infusieplaats en laden reservoir 6. Steek de naald in de insulineflacon 8. Trek de plunjer langzaam terug tot terwijl u de flacon rechtop houdt. aan de gewenste hoeveelheid Injecteer lucht vanuit de spuit in de insuline. flacon.
Pagina 89
HOOFDSTUK 6 • Verzorging infusieplaats en laden reservoir 2. Open de verpakking en verwijder 6. Trek de naald uit de vulpoort. het reservoir. 7. Draai de spuit rechtop en druk de 3. Houd het reservoir rechtop en steek plunjer in. Geef een tikje tegen de voorzichtig de naald in de witte cilinder zodat eventuele luchtbellen insulinevulpoort in het reservoir.
Pagina 90
Tijdens het laadproces is het reservoir gemakkelijker te maken. Tandem-logo uitgeschakeld. U kunt er niet op tikken om terug te 7. Plaats de onderkant van het gaan naar het startscherm.
Pagina 91
HOOFDSTUK 6 • Verzorging infusieplaats en laden reservoir pomp. Zorg ervoor dat het reservoir Het scherm Reservoir detecteren tot gevolg hebben. Dat kan resulteren in aansluit op beide geleiders. wordt weergegeven. voorvallen van hypoglykemie (lage BG). Nadat het vervangen van het reservoir In dit deel wordt beschreven hoe u de is voltooid, roept de pomp u slang van de infusieset vult met insuline...
Pagina 92
HOOFDSTUK 6 • Verzorging infusieplaats en laden reservoir geknikte slang kan de toediening van insuline belemmeren of geheel stoppen en tot een te lage toediening van insuline leiden. 1. Controleer of de infusieset is ontkoppeld van uw lichaam. 2. Controleer of de verpakking van de nieuwe infusieset niet is beschadigd, en haal de steriele slang uit de verpakking.
Pagina 93
HOOFDSTUK 6 • Verzorging infusieplaats en laden reservoir 6. Tik op STOP nadat u 3 druppels b. als u de slang wilt vullen met dat zich nog in het reservoir bevindt op het insuline hebt waargenomen aan het meer dan 30 eenheden, tik dan startscherm weergegeven einde van de infusiesetslang.
Pagina 94
HOOFDSTUK 6 • Verzorging infusieplaats en laden reservoir Als u een infusieset met een stalen een waarde tussen 0.1 en 6.6 Instelling Herinnering locatie naald gebruikt, hebt u geen canule en 1.0 eenheden in. kunt u dit deel overslaan. In dit deel wordt beschreven hoe u de 5.
Pagina 95
HOOFDSTUK 6 • Verzorging infusieplaats en laden reservoir 5. Controleer of Herinnering locatie OPMERKING correct is ingesteld en tik op Reservoir vervangen met geautomatiseerde insulinedosering: Het scherm Instelling opgeslagen de geautomatiseerde functie voor wordt weergegeven. insulinedosering blijft werken tijdens het vervangen van een reservoir.
Pagina 96
HOOFDSTUK 6 • Verzorging infusieplaats en laden reservoir Deze pagina is met opzet leeg gelaten...
Pagina 97
Functies van de t:slim X2-insulinepomp HOOFDSTUK 7 Handmatige bolus...
Pagina 98
CONTROLEER de pompinstellingen regelmatig occlusie, luchtbellen, of op lekkage of losraken Uw t:slim X2-pomp biedt u de om er zeker van te zijn dat ze juist zijn. Onjuiste van de canule. Als de toestand aanhoudt, bel...
Pagina 99
CGM voor meer zolang uw symptomen met de CGM-metingen informatie. • lager dan 3.9 mmol/L: de overeenkomen. De t:slim X2-insulinepomp voedingsbolus wordt verminderd kan automatisch CGM-metingen in de Uw bloedglucosewaarde wordt om de lage bloedglucosewaarde boluscalculator gebruiken wanneer Control-IQ- automatisch ingevoerd in het automatisch te corrigeren.
Pagina 100
HOOFDSTUK 7 • Handmatige bolus BLOEDGLUCOSE-veld op het Als de CGM-waarde automatisch in de Bolusscherm wanneer aan de volgende boluscalculator wordt ingevuld, wordt voorwaarden wordt voldaan: alleen de huidige CGM-waarde gebruikt om de correctiebolus te berekenen. • Control-IQ-technologie is De trendpijl wordt niet voor de ingeschakeld en beschikbaar bolusberekening gebruikt.
Pagina 101
HOOFDSTUK 7 • Handmatige bolus handmatig ingevoerde waarde na die u aanvraagt op het die u op het bolusscherm wijziging van het doel hoger of lager is bolusscherm. aanvraagt. dan de doel-BG, toont de pomp • Druk op om de correctiebolus •...
Pagina 102
HOOFDSTUK 7 • Handmatige bolus • een CGM-trendpijl is beschikbaar 3. Voer met het toetsenbord op het 7.4 Voedingsbolus in eenheden op het CGM-startscherm scherm de BG-waarde in en tik op . Nadat u op hebt getikt, OPMERKING Als u de geautomatiseerde functie voor wordt de BG-waarde opgeslagen in Raadpleeg de gebruikershandleiding van de insulinedosering gebruikt, ga dan direct...
Pagina 103
HOOFDSTUK 7 • Handmatige bolus Tik op als de ingevoerde Tik op de pijl terug om de 7.6 Verlengde bolus gegevens juist zijn. ingevoerde waarde te wissen en opnieuw te beginnen. De functie Verlengde bolus maakt het Tik op om terug te keren om mogelijk om een deel van de bolus wijzigingen aan te brengen of...
Pagina 104
HOOFDSTUK 7 • Handmatige bolus 3. Voer het aantal gram koolhydraten 8. Tik onder NU TOEDIENEN op 50% de duur van het LATER (of eenheden insuline) in. Tik op om aan te passen welk percentage TOEDIENEN-deel aangepast. van de voedingsbolus onmiddellijk wordt toegediend.
Pagina 105
HOOFDSTUK 7 • Handmatige bolus Tik op om terug te keren om 3. Tik op Pers. profielen (persoonlijke toe te dienen tot een extra 25 eenheden wijzigingen aan te brengen of profielen). (zie deel 12.9 Waarschuwingen maximale berekeningen weer te geven. bolus).
Pagina 106
Snelle bolus configureren toedienen zonder dat u op het scherm 7. Tik voor een selectie op eenheden van de t:slim X2-pomp hoeft te kijken. insuline of gram koolhydraten. Tik De standaardinstelling voor de functie U hoeft slechts op de knop Scherm Snelle bolus is uit.
Pagina 107
HOOFDSTUK 7 • Handmatige bolus 2. Druk voor iedere stap op de knop maximale bolus bereikt, klinkt er een OPMERKING Scherm aan/Snelle bolus totdat de andere toon om u op de hoogte te stellen Snelle bolus tijdens insuline-aanpassing: gewenste hoeveelheid is bereikt. De (indien Snelle bolus is ingesteld op trillen, als de geautomatiseerde functie voor pomp piept/trilt bij elke druk op de...
Pagina 108
HOOFDSTUK 7 • Handmatige bolus BOLUS blijft inactief terwijl de bolus wordt geannuleerd. Nadat de bolus is geannuleerd, wordt BOLUS weer actief op het startscherm. Een bolus stoppen wanneer de toediening van de BOLUS AL GESTART is: 1. Tik op 1–2–3 om naar het startschermte gaan.
Pagina 109
Functies van de t:slim X2-insulinepomp HOOFDSTUK 8 Insuline starten, stoppen of hervatten...
Pagina 110
1. Tik op het startscherm op OPTIES. Scherm aan/Snelle bolus om het ook de geautomatiseerde functie voor scherm van uw t:slim X2-pomp in te insulinedosering stopt, waardoor het 2. Tik op INSULINE STOPPEN. schakelen.
Pagina 111
Functies van de t:slim X2-insulinepomp HOOFDSTUK 9 Informatie en geschiedenis voor de t:slim X2- insulinepomp...
Pagina 112
HOOFDSTUK 9 • Informatie en geschiedenis voor de t:slim X2-insulinepomp vervangen door de meest recente De letter “D” (D: waarschuwing) bij een 9.1 t:slim X2 Pompinfo gebeurtenissen. De volgende informatie waarschuwing of alarm geeft het kan worden opgezocht in bijbehorende tijdstip aan. De letter “C”...
Pagina 113
Functies van de t:slim X2-insulinepomp HOOFDSTUK 10 t:slim X2-insulinepomp Herinneringen...
Pagina 114
HOOFDSTUK 10 • t:slim X2-insulinepomp Herinneringen Uw pomp geeft u belangrijke informatie De informatie in dit gedeelte helpt 1. Tik op het startscherm op OPTIES. over het systeem in de vorm van verduidelijken hoe u op herinneringen herinneringen, waarschuwingen en moet reageren.
Pagina 115
HOOFDSTUK 10 • t:slim X2-insulinepomp Herinneringen Reageren op de herinnering bij lage BG 5. Tik op Hoge BG. 10.3 Herinnering BG na bolus Tik op om de herinnering te wissen 6. Hoge BG is ingesteld op aan; tik op en controleer uw bloedglucose.
Pagina 116
HOOFDSTUK 10 • t:slim X2-insulinepomp Herinneringen 8. Tik op wanneer alle wijzigingen 5. Tik op Gemiste maaltijdbolus. g. Tik op Tijdstip om AM of PM te zijn gemaakt. selecteren en tik vervolgens 6. Tik op de herinnering die u wilt 9.
Pagina 117
Functies van de t:slim X2-insulinepomp HOOFDSTUK 11 Door gebruiker instelbare waarschuwingen en alarmen...
Pagina 118
(van 10 tot 40 eenheden) voor de Uw t:slim X2-pomp registreert hoeveel Uw pomp kan de insulinetoediening waarschuwing bij lage insuline insuline resteert in het reservoir en stoppen en u (of degene die bij u is) en tik op waarschuwt u wanneer het bijna leeg is.
Pagina 119
Met uw pomp kunt u een grens als alle wijzigingen zijn voltooid. instellen voor de basaalsnelheid die de pomp u niet zal laten overschrijden 10. Tik op het Tandem-logo om terug tijdens een Tijdelijke snelheid. te keren naar het startscherm. Zodra de Basale grens in de...
Pagina 120
HOOFDSTUK 11 • Door gebruiker instelbare waarschuwingen en alarmen Het uitzetten van de pomp), ontvangt u een waarschuwing als de volgende scenario's zich voordoen. 1. Er werd verzocht om een tijdelijke snelheid die boven de basale grens ligt. 2. Er is een tijdelijke snelheid aan de gang en er is een nieuw tijdsegment uit een Persoonlijk profiel begonnen, waardoor de tijdelijke...
Pagina 121
Functies van de t:slim X2-insulinepomp HOOFDSTUK 12 Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp...
Pagina 122
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp Uw pomp geeft u belangrijke informatie De informatie in dit gedeelte helpt over het systeem in de vorm van verduidelijken hoe u op herinneringen, waarschuwingen en waarschuwingen moet reageren. alarmen. Herinneringen worden...
Pagina 123
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp 12.1 Waarschuwing bij lage insuline Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Wat betekent het? Er zijn 5 eenheden of minder over in het reservoir. Hoe stelt het systeem mij op de...
Pagina 124
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp 12.2 Waarschuwingen zwakke voeding Waarschuwing zwakke voeding 1 Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Wat betekent het? Minder dan 25% batterijcapaciteit resterend. Hoe stelt het systeem mij op de 2 reeksen van 3 tonen of 2 trillingen, afhankelijk van de in hoogte? Geluidsvolume gekozen instelling voor volume/trilling.
Pagina 125
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp Waarschuwing zwakke voeding 2 Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Minder dan 5% batterijcapaciteit resterend. De insulinetoediening Wat betekent het? duurt 30 minuten, waarna de pomp wordt uitgeschakeld en de toediening van insuline stopt.
Pagina 126
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp 12.3 Waarschuwing bolus niet voltooid Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? U bent begonnen aan een bolusaanvraag, maar u hebt de aanvraag Wat betekent het? niet binnen 90 seconden voltooid.
Pagina 127
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp 12.4 Waarschuwing tijdelijke snelheid niet voltooid Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? U bent begonnen met het instellen van een tijdelijke snelheid, maar Wat betekent het? u hebt de aanvraag niet binnen 90 seconden voltooid.
Pagina 128
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp 12.5 Waarschuwingen onvoltooide laadprocedure Waarschuwing reservoir vervangen niet voltooid Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? U hebt Reservoir vervangen geselecteerd in het menu Laden, maar Wat betekent het? hebt het proces niet binnen 3 minuten voltooid.
Pagina 129
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp Waarschuwing slang vullen niet voltooid Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? U hebt Slang vullen geselecteerd in het menu Laden, maar hebt het Wat betekent het? proces niet binnen 3 minuten voltooid.
Pagina 130
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp Waarschuwing canule vullen niet voltooid Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? U hebt Canule vullen geselecteerd in het menu Laden, maar hebt Wat betekent het? het proces niet binnen 3 minuten voltooid.
Pagina 131
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp 12.6 Waarschuwing instelling niet voltooid Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? U bent begonnen met het instellen van een nieuw persoonlijk profiel Wat betekent het? of geautomatiseerde insulinedosering maar u hebt de programmering niet binnen 5 minuten opgeslagen of voltooid.
Pagina 132
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp 12.7 Waarschuwing basaalsnelheid vereist Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? U hebt geen basaalsnelheid in een tijdsegment ingevoerd in Wat betekent het? Persoonlijke profielen. In elk tijdsegment moet een basaalsnelheid worden ingevoerd (de snelheid kan 0 e/uur zijn).
Pagina 133
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp 12.8 Waarschuwing max. bolus per uur Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? In de voorgaande 60 minuten hebt u een totale bolustoediening Wat betekent het? aangevraagd die meer dan 1.5 keer zo groot is als uw ingestelde maximale bolus.
Pagina 134
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp 12.9 Waarschuwingen maximale bolus Waarschuwing max. bolus 1 Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? U hebt een bolus aangevraagd die groter is dan de maximale bolus Wat betekent het? die is ingesteld in uw actieve persoonlijk profiel.
Pagina 135
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp Waarschuwing max. bolus 2 Het volgende is alleen van toepassing als u koolhydraten hebt ingeschakeld in uw actieve persoonlijk profiel en uw maximale bolus is ingesteld op 25 eenheden. Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm?
Pagina 136
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp 12.10 Waarschuwing maximale basaal Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Een actieve Tijdelijke snelheid overschrijdt uw instelling voor Basale grens als gevolg van een activering van een nieuw tijdsegment in Wat betekent het? Persoonlijke profielen.
Pagina 137
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp 12.11 Waarschuwingen minimale basaal Waarschuwing min. basaal 1 Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Bij het invoeren van een basaalsnelheid of het aanvragen van een tijdelijke snelheid hebt u een basaalsnelheid aangevraagd die...
Pagina 138
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp Waarschuwing min. basaal 2 Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Een actieve tijdelijke snelheid is gedaald tot onder de helft van de Wat betekent het? laagste basaalinstelling die is gedefinieerd in uw persoonlijk profiel.
Pagina 139
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp 12.12 Waarschuwing aansluitingsfout Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? U hebt de pomp via de USB-kabel op een computer aangesloten om Wat betekent het? deze op te laden en er kon geen verbinding tot stand worden gebracht.
Pagina 140
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp 12.13 Time-out koppelingscode Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? U hebt geprobeerd om een mobiel apparaat met de pomp te Wat betekent het? koppelen, maar het koppelingsproces heeft te lang (langer dan 5 minuten) geduurd en is mislukt.
Pagina 141
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp 12.14 Waarschuwing energiebron Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? U hebt uw pomp aangesloten op een energiebron die niet krachtig Wat betekent het? genoeg is om de pomp op te laden.
Pagina 142
HOOFDSTUK 12 • Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp 12.15 Waarschuwing datafout Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Uw pomp heeft een probleem gedetecteerd dat tot gegevensverlies Wat betekent het? zou kunnen leiden. Hoe stelt het systeem mij op de...
Pagina 143
Functies van de t:slim X2-insulinepomp HOOFDSTUK 13 Alarmen van de t:slim X2- insulinepomp...
Pagina 144
HOOFDSTUK 13 • Alarmen van de t:slim X2-insulinepomp Als er meerdere herinneringen, VOORZORGSMAATREGEL OPMERKING waarschuwingen en alarmen Geautomatiseerde waarschuwingen voor CONTROLEER uw pomp regelmatig op tegelijkertijd plaatsvinden, worden eerst alarmsituaties die kunnen worden weergegeven. insulinedosering: er is een lijst met...
Pagina 145
HOOFDSTUK 13 • Alarmen van de t:slim X2-insulinepomp 13.1 Alarm hervatten pomp Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? U hebt INSULINE STOPPEN geselecteerd in het menu Opties en de Wat betekent het? insulinetoediening is voor meer dan 15 minuten gestopt.
Pagina 146
HOOFDSTUK 13 • Alarmen van de t:slim X2-insulinepomp 13.2 Alarm zwakke voeding Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Uw pomp heeft een voedingssterkte van 1% of minder gedetecteerd Wat betekent het? en alle toedieningen zijn gestopt. Hoe stelt het systeem mij op de...
Pagina 147
HOOFDSTUK 13 • Alarmen van de t:slim X2-insulinepomp 13.3 Alarm leeg reservoir Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Uw pomp heeft gedetecteerd dat het reservoir leeg is en alle Wat betekent het? toedieningen zijn gestopt. Hoe stelt het systeem mij op de...
Pagina 148
HOOFDSTUK 13 • Alarmen van de t:slim X2-insulinepomp 13.4 Alarm reservoirfout Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Uw pomp heeft gedetecteerd dat het reservoir niet kon worden gebruikt en alle toedieningen zijn gestopt. Dit kan worden Wat betekent het?
Pagina 149
HOOFDSTUK 13 • Alarmen van de t:slim X2-insulinepomp 13.5 Alarm verwijdering reservoir Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Uw pomp heeft gedetecteerd dat het reservoir is verwijderd en alle Wat betekent het? toedieningen zijn gestopt. Hoe stelt het systeem mij op de...
Pagina 150
HOOFDSTUK 13 • Alarmen van de t:slim X2-insulinepomp 13.6 Temperatuuralarm Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Uw pomp heeft een interne temperatuur onder 2 ºC (35 ºF) of boven 45 ºC (113 ºF) of een batterijtemperatuur onder 2 ºC (35 ºF) of Wat betekent het? boven 52 ºC (125 ºF) gedetecteerd, en alle toedieningen zijn...
Pagina 151
HOOFDSTUK 13 • Alarmen van de t:slim X2-insulinepomp 13.7 Verstoppingalarmen Verstoppingalarm 1 Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Uw pomp heeft gedetecteerd dat de toediening van insuline is geblokkeerd en dat alle toedieningen zijn gestopt. Zie deel 33.4...
Pagina 152
HOOFDSTUK 13 • Alarmen van de t:slim X2-insulinepomp Verstoppingalarm 2 Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Uw pomp heeft kort na het eerste verstoppingalarm een tweede Wat betekent het? verstoppingalarm gedetecteerd en alle toedieningen zijn gestopt. Hoe stelt het systeem mij op de...
Pagina 153
HOOFDSTUK 13 • Alarmen van de t:slim X2-insulinepomp 13.8 Knopalarm Scherm aan/Snelle bolus Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? De knop Scherm aan/Snelle bolus (boven op uw pomp) zit vast of Wat betekent het? werkt niet goed en alle toedieningen zijn gestopt.
Pagina 154
HOOFDSTUK 13 • Alarmen van de t:slim X2-insulinepomp 13.9 Alarm hoogte Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Uw pomp heeft een drukverschil gedetecteerd tussen de binnenkant van het reservoir en de omgevingslucht binnen het gevalideerde Wat betekent het? bedrijfsbereik van -396 meter tot 3,048 meter (-1,300 voet tot 10,000 voet) en alle toedieningen zijn gestopt.
Pagina 155
HOOFDSTUK 13 • Alarmen van de t:slim X2-insulinepomp 13.10 Alarm resetten Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Uw pomp heeft gedetecteerd dat een van de microprocessors is Wat betekent het? gereset en alle toedieningen zijn gestopt. Hoe stelt het systeem mij op de...
Pagina 156
HOOFDSTUK 13 • Alarmen van de t:slim X2-insulinepomp Deze pagina is met opzet leeg gelaten...
Pagina 157
Functies van de t:slim X2-insulinepomp HOOFDSTUK 14 t:slim X2-insulinepomp Storing...
Pagina 158
HOOFDSTUK 14 • t:slim X2-insulinepomp Storing 14.1 Storing Als uw pomp een systeemfout detecteert, verschijnt het scherm STORING en worden alle toedieningen gestopt. Neem contact op met de klantenservice in uw regio. U wordt op de hoogte gebracht van storingen door 3 reeksen van 3 tonen op het hoogste volume en 3 trillingen.
Pagina 159
HOOFDSTUK 14 • t:slim X2-insulinepomp Storing Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Uw pomp heeft een systeemfout gedetecteerd en alle toedieningen Wat betekent het? zijn gestopt. Hoe stelt het systeem mij op de 3 reeksen van 3 tonen op het hoogste volume en 3 trillingen.
Pagina 160
HOOFDSTUK 14 • t:slim X2-insulinepomp Storing Deze pagina is met opzet leeg gelaten...
Pagina 161
Functies van de t:slim X2-insulinepomp HOOFDSTUK 15 Verzorging van uw pomp...
Pagina 162
HOOFDSTUK 15 • Verzorging van uw pomp Uw pomp onderhouden Opslag van de pomp 15.1 Overzicht De pomp heeft geen preventief Als u uw pomp langere tijd niet zult onderhoud nodig. gebruiken, kunt u de pomp in de Dit deel biedt informatie over de opslagmodus zetten.
Pagina 163
Functies van de t:slim X2-insulinepomp HOOFDSTUK 16 Problemen in verband met levensstijl en reizen...
Pagina 164
HOOFDSTUK 16 • Problemen in verband met levensstijl en reizen Bij activiteiten waarbij contact een Uw pomp is gedurende maximaal 16.1 Overzicht probleem kan zijn, zoals honkbal, 30 minuten waterdicht tot een diepte ijshockey, gevechtssporten of van 0.91 meter (3 voet) (IPX7- Hoewel het gemak en de flexibiliteit van basketbal, kunt u de pomp voor korte classificatie), maar niet waterbestendig.
Pagina 165
HOOFDSTUK 16 • Problemen in verband met levensstijl en reizen Andere activiteiten waarbij u uw pomp is nog steeds noodzakelijk. Bestel de röntgenstraling en uw pomp mag hier niet aan moet verwijderen pompbenodigdheden voordat u op reis worden blootgesteld. Laat een medewerker van gaat, zodat u onderweg voldoende de luchthavenbeveiliging weten dat uw systeem VOORZORGSMAATREGEL...
Pagina 166
HOOFDSTUK 16 • Problemen in verband met levensstijl en reizen Pak uw pompbenodigdheden in uw handbagage. Verpak uw benodigdheden NIET in de bagage die u incheckt, omdat deze vertraging kan oplopen of zoek kan raken. Als u van plan bent om buiten uw land te reizen, neem dan voorafgaand aan uw reis contact op met uw lokale klantenservice om strategieën te...
Pagina 167
CGM-functies HOOFDSTUK 17 Belangrijke veiligheidsinformatie over CGM...
Pagina 168
(hoge BG) mogelijk niet opmerkt. ondergaan en is niet beoordeeld in deze Gebruik van Dexcom G6 met uw populaties. Sensorglucosemetingen kunnen in WAARSCHUWING t:slim X2™-insulinepomp deze populaties onnauwkeurig zijn, waardoor u Verwacht GEEN CGM-waarschuwingen binnen ernstige voorvallen van hypoglykemie (lage BG) WAARSCHUWING de 2 uur na het opstarten.
Pagina 169
Gebruik van de Dexcom G6 CGM met plaatsen die gestoten, geduwd of samengedrukt BG-meterwaarden. uw t:slim X2-insulinepomp kunnen worden of op plekken met littekens, tatoeages of irritatie, omdat dit geen goede VOORZORGSMAATREGEL VOORZORGSMAATREGEL plaatsen voor het meten van bloedglucose zijn.
Pagina 170
HOOFDSTUK 17 • Belangrijke veiligheidsinformatie over CGM glucosewaarden van de sensor in voor VOORZORGSMAATREGEL nauwkeurigheid van de sensor beïnvloeden en kalibratie. Als u onjuiste BG-waarden invoert, het is mogelijk dat u hierdoor ernstige VOORKOM dat de zender en pomp meer dan BG-waarden invoert die meer dan 5 minuten hypoglykemie (lage BG) of hyperglykemie 6 meter (20 voet) van elkaar verwijderd raken.
Pagina 171
De mate van onnauwkeurigheid 17.3 Mogelijke voordelen van dan wanneer u alleen een hangt af van de hoeveelheid hydroxyurea in uw gebruik van het t:slim X2- bloedglucosemeter gebruikt. lichaam. Gebruik uw BG-meter en overleg met systeem uw zorgverlener over alternatieve benaderingen •...
Pagina 172
Effect of continue glucose monitoring of voelt. 17.4 Mogelijke risico’s van gebruik hypoglycemia in type 1 diabetes. van het t:slim X2-systeem Diabetes Care 2011; 34(4):795-800. • Er zijn een aantal risico’s in verband met het feit dat de Dexcom G6...
Pagina 173
CGM-functies HOOFDSTUK 18 Vertrouwd raken met uw CGM-systeem...
Pagina 174
HOOFDSTUK 18 • Vertrouwd raken met uw CGM-systeem scherm wordt weergegeven en wat uw Ontvanger 18.1 CGM-terminologie bloedglucosegehalte op dat moment is. Als de Dexcom G6 CGM met de pomp wordt gebruikt voor weergave van Hypo Herhaling Applicator CGM-waarden, vervangt de Hypo Herhaling is een optionele De applicator is een onderdeel dat bij insulinepomp de ontvanger voor de...
Pagina 175
HOOFDSTUK 18 • Vertrouwd raken met uw CGM-systeem Sensorhouder Zender-ID De sensorhouder is de kleine plastic De zender-ID is een reeks van cijfers voet van de sensor, die aan uw huid en/of letters die u invoert in de pomp, wordt bevestigd en die de zender op zodat de pomp verbinding kan maken zijn plaats houdt.
Pagina 176
HOOFDSTUK 18 • Vertrouwd raken met uw CGM-systeem 18.2 Uitleg van CGM-pictogrammen op de pomp Op het pompscherm kunnen de volgende CGM-pictogrammen verschijnen: Definities van CGM-pictogrammen Symbool Betekenis Symbool Betekenis Onbekende sensorwaarde. Zenderfout. mmol/L CGM-sensorsessie is actief, maar de zender en pomp zijn CGM-sensorsessie is actief en de zender communiceert buiten bereik.
Pagina 177
HOOFDSTUK 18 • Vertrouwd raken met uw CGM-systeem Deze pagina is met opzet leeg gelaten...
Pagina 178
HOOFDSTUK 18 • Vertrouwd raken met uw CGM-systeem 8. 1–2–3: ontgrendelt het 18.3 CGM-vergrendelingsscherm pompscherm. Het CGM-vergrendelingsscherm 9. Pictogram Actieve bolus: geeft aan verschijnt altijd als u het scherm aanzet dat er een bolus wordt toegediend. wanneer u uw pomp met een CGM gebruikt.
Pagina 179
HOOFDSTUK 18 • Vertrouwd raken met uw CGM-systeem...
Pagina 180
HOOFDSTUK 18 • Vertrouwd raken met uw CGM-systeem starten/stoppen, reservoir laden en CGM-informatie op het volledige 18.4 CGM-startscherm geschiedenis weergeven. scherm weergeven: Tik op het startscherm op een 1. Weergave van tijd en datum: geeft 9. Bolus: een bolus programmeren en willekeurige plek op de CGM- de actuele tijd en datum weer.
Pagina 181
HOOFDSTUK 18 • Vertrouwd raken met uw CGM-systeem...
Pagina 182
HOOFDSTUK 18 • Vertrouwd raken met uw CGM-systeem 18.5 Mijn CGM-scherm 1. Sensor starten: start een CGM- sessie. Wanneer de sensor actief is, wordt SENSOR STOPPEN weergegeven. 2. CGM kalibreren: voer een BG- waarde voor kalibratie in. Alleen actief wanneer er een sensorsessie actief is.
Pagina 183
HOOFDSTUK 18 • Vertrouwd raken met uw CGM-systeem...
Pagina 184
HOOFDSTUK 18 • Vertrouwd raken met uw CGM-systeem Deze pagina is met opzet leeg gelaten...
Pagina 185
CGM-functies HOOFDSTUK 19 Overzicht van CGM...
Pagina 186
Als de CGM-waarden tot kan slechts met één medisch hulpmiddel tegelijk 3.1 mmol/L of lager dalen, klinkt de worden gekoppeld (de t:slim X2™-pomp of de vaste waarschuwing bij lage Dit deel bevat informatie over CGM- Dexcom-ontvanger), maar u kunt de Dexcom G6 bloedglucose.
Pagina 187
HOOFDSTUK 19 • Overzicht van CGM website van de fabrikant voor de • Waterbestendig Voor een goede communicatie wordt aangeraden betreffende gebruikershandleidingen. om het pompscherm van uw lichaam vandaan te • Kan over een afstand van maximaal richten en om de pomp aan dezelfde zij te dragen De zender wordt in de zenderhouder 6 meter (20 voet) gegevens naar uw als de CGM.
Pagina 188
HOOFDSTUK 19 • Overzicht van CGM 19.4 Sensoroverzicht Dit deel bevat informatie over CGM- apparaten met een afzonderlijke sensor. De informatie in dit deel geldt specifiek voor de Dexcom G6 CGM en dient als voorbeeld. Ga voor informatie over de Dexcom G6-sensor naar de website van de fabrikant voor de betreffende gebruikershandleidingen.
Pagina 189
CGM-functies HOOFDSTUK 20 CGM-instellingen...
Pagina 190
4. Tik op Mijn CGM. pomp koppelt. De ontvanger moet helemaal wordt gebruikt in mobiele telefoons en uitgeschakeld zijn om verbindingsproblemen te tal van andere apparaten. Uw t:slim X2 5. Tik op Zender-ID. voorkomen. pomp en CGM-zenderkoppelen draadloos aan andere apparaten via 6.
Pagina 191
HOOFDSTUK 20 • CGM-instellingen Als de zender-ID’s die u hebt uitzondering hierop is de vaste hun eigen unieke geluidspatroon, toon ingevoerd niet overeenkomen, krijgt waarschuwing bij lage glucose bij en volume hebben. Zo kunt u elke u de oproep om het proces 3.1 mmol/L.
Pagina 192
HOOFDSTUK 20 • CGM-instellingen Beschrijvingen van geluidsopties CGM-volume Trillen Zacht Normaal HypoHerhaling Waarschuwing bij hoge 2 lange trillingen + 2 lange trillingen + 2 lange trillingen + 2 lange trillingen glucose 2 lage pieptonen 2 middelhoge pieptonen 2 middelhoge pieptonen Waarschuwing bij lage 3 korte trillingen + 3 korte trillingen +...
Pagina 193
HOOFDSTUK 20 • CGM-instellingen • Hardwarerevisie Uw CGM-volume selecteren: 1. Tik op het startscherm op OPTIES. • BLE-hardware-ID • Softwarenummer 2. Tik op de Pijl omlaag. U kunt deze informatie op elk moment 3. Tik op Apparaatinstellingen. raadplegen. 1. Tik op het startscherm op OPTIES. 4.
Pagina 194
HOOFDSTUK 20 • CGM-instellingen Deze pagina is met opzet leeg gelaten...
Pagina 195
CGM-functies HOOFDSTUK 21 CGM-waarschuwingen instellen...
Pagina 196
HOOFDSTUK 21 • CGM-waarschuwingen instellen Uw CGM-waarschuwingen instellen De waarschuwing Buiten bereik laat u 21.1 Uw waarschuwing bij hoge weten dat de zender en pomp niet met bloedglucose en de functie U kunt persoonlijke instellingen elkaar communiceren. Zorg dat de Herhalen instellen aanmaken voor hoe en wanneer u wilt zender en de pomp niet verder dan...
Pagina 197
HOOFDSTUK 21 • CGM-waarschuwingen instellen 8. Voer met het toetsenbord op het 11. Tik op de tijd waarop u wilt dat de 6. Tik op Waarsch. laag om de scherm de waarde in waarboven u waarschuwing wordt herhaald om waarschuwing bij lage een melding wilt ontvangen.
Pagina 198
HOOFDSTUK 21 • CGM-waarschuwingen instellen standaardwaarde is: nooit (de 12. Tik op De pomp trilt of piept, afhankelijk van waarschuwing wordt niet opnieuw het geselecteerde CGM-volume. gegeven). U kunt de herhaalfunctie 21.3 Snelheidswaarschuwingen zo instellen dat elke 15 minuten, 30 minuten, 1 uur, 2 uur, 3 uur, Snelheidswaarschuwingen vertellen u 4 uur of 5 uur een geluidssignaal wanneer uw bloedglucosewaarde stijgt...
Pagina 199
HOOFDSTUK 21 • CGM-waarschuwingen instellen Nadat een waarde is geselecteerd, 8. Tik op 0.11 mmol/L/min om deze 21.4 Uw waarschuwing bij stijging keert de pomp terug naar het vorige te selecteren. instellen scherm. Nadat een waarde is geselecteerd, 1.
Pagina 200
HOOFDSTUK 21 • CGM-waarschuwingen instellen Zorg dat de zender en de pomp niet het bereik zijn werken. Zodra de Buiten bereik- verder dan 6 meter (20 voet) van elkaar situatie gedurende 20 minuten bestaat, stopt de zijn verwijderd, zonder obstakels. Voor geautomatiseerde functie voor insulinedosering een goede communicatie wordt totdat de twee apparaten binnen bereik zijn.
Pagina 201
CGM-functies HOOFDSTUK 22 Een CGM-sensorsessie starten of stoppen...
Pagina 202
HOOFDSTUK 22 • Een CGM-sensorsessie starten of stoppen de fabrikant voor de betreffende Het scherm SENSOR GESTART 22.1 De sensor starten gebruikershandleidingen. verschijnt om u te laten weten dat de opstartperiode is begonnen. Volg de onderstaande stappen om een ...
Pagina 203
HOOFDSTUK 22 • Een CGM-sensorsessie starten of stoppen b. Als de pomp en de zender nog Tijdlijn van de opstartperiode van de 22.2 Opstartperiode sensor steeds niet met elkaar sensor communiceren, controleer dan De Dexcom G6-sensor bijvoorbeeld het scherm Mijn CGM om te heeft een opstartperiode van 2 uur nodig controleren of de juiste zender- Start...
Pagina 204
HOOFDSTUK 22 • Een CGM-sensorsessie starten of stoppen Als u 90 minuten geleden uw Sla de kalibratieaanwijzingen over als u WAARSCHUWING sensorsessie heeft gestart, ziet u dit een sensorcode hebt ingevoerd. U kunt Blijf tijdens deze opstartperiode van 2 uur een aftelsymbool op het CGM-startscherm.
Pagina 205
Vervang de sensor sensor op de plaats waar de Er worden geen nieuwe sensorglucosemetingen normaliter Uw t:slim X2-pomp laat u weten sensorglucosewaarden op uw pomp worden weergegeven. hoeveel tijd u nog hebt voordat uw weergegeven nadat uw sensorsessie sensorsessie wordt beëindigd.
Pagina 206
HOOFDSTUK 22 • Een CGM-sensorsessie starten of stoppen Ga voor informatie over het verwijderen van de Dexcom G6-sensor en Dexcom G6-zender naar de website van de fabrikant voor de betreffende gebruikershandleidingen.
Pagina 207
CGM-functies HOOFDSTUK 23 Het kalibreren van uw CGM- systeem...
Pagina 208
HOOFDSTUK 23 • Het kalibreren van uw CGM-systeem wordt gevraagd om aanvullende BG- uw BG laag is, behandel om 23.1 Kalibratieoverzicht waarden in te voeren voor kalibratie. veiligheidsredenen dan eerst uw lage BG. VOORZORGSMAATREGEL Als u aan het begin van een •...
Pagina 209
HOOFDSTUK 23 • Het kalibreren van uw CGM-systeem van uw bloedglucosemeter voor het bloeddruppels rechtsboven op het 6. Tik op Mijn CGM. testen van BG. scherm. De twee bloeddruppels blijven op het scherm staan totdat u 7. Tik op CGM kalibreren. 2 aparte BG-waarden hebt 23.2 Opstartkalibratie ingevoerd voor de kalibratie.
Pagina 210
GEACCEPTEERD wordt terug naar het CGM-startscherm. weergegeven. Uw t:slim X2-pomp gebruikt de BG- waarde die is ingevoerd voor kalibratie 23.4 Redenen waarom kalibreren Het scherm Mijn CGM wordt om te bepalen of een correctiebolus nodig kan zijn weergegeven.
Pagina 211
CGM-functies HOOFDSTUK 24 CGM-gegevens weergeven op uw t:slim X2-insulinepomp...
Pagina 212
HOOFDSTUK 24 • CGM-gegevens weergeven op uw t:slim X2-insulinepomp verandert. De trendgrafiek kan ook laten 24.1 Overzicht zien waar uw bloedglucose is geweest gedurende een bepaalde periode. WAARSCHUWING Uw bloedglucosemeter meet Negeer NIET hoe u zich voelt. Als de bloedglucose in uw bloed. Uw sensor bloedglucosewaarschuwingen en -waarden niet meet glucose in uw interstitiële vloeistof...
Pagina 213
HOOFDSTUK 24 • CGM-gegevens weergeven op uw t:slim X2-insulinepomp • Sensorglucosemetingen worden waarschuwingen bij hoge en lage 22.2 mmol/L als uw bloedglucose zich weergegeven in millimol per liter bloedglucose: wit bij een waarde buiten dit bereik bevindt. (mmol/L). tussen de instellingen voor de...
Pagina 214
HOOFDSTUK 24 • CGM-gegevens weergeven op uw t:slim X2-insulinepomp De trendgrafiek van 6 uur toont uw De trendgrafiek van 24 uur toont uw LAAG wordt weergegeven wanneer de actuele bloedglucosewaarde samen actuele bloedglucosewaarde samen meest recente sensorglucosemeting met de sensorglucosewaarden van de met de sensorglucosewaarden van de lager is dan 2.2 mmol/L.
Pagina 215
HOOFDSTUK 24 • CGM-gegevens weergeven op uw t:slim X2-insulinepomp Als er tijdens de afgelopen 15– 24.3 Pijlen voor 20 minuten sprake was van veranderingssnelheid onderbroken communicatie tussen de sensor en uw pomp omdat ze buiten Uw pijlen voor veranderingssnelheid bereik van elkaar waren of als gevolg...
Pagina 216
HOOFDSTUK 24 • CGM-gegevens weergeven op uw t:slim X2-insulinepomp De onderstaande tabel toont de verschillende trendpijlen die uw ontvanger of pomp weergeeft: Definities voor de trendpijl Constant: uw bloedglucosewaarde is stabiel (stijgt/daalt met Langzaam dalend: uw bloedglucosewaarde daalt elke niet meer dan 0.06 mmol/L per minuut). Uw minuut 0.06–0.11 mmol/L Als deze daling aanhoudt, zou...
Pagina 217
HOOFDSTUK 24 • CGM-gegevens weergeven op uw t:slim X2-insulinepomp voor elke sensorsessie en alle geven. Gebruik de Pijl omlaag om 24.4 CGM-geschiedenis ingevoerde BG-waarden voor kalibratie. door meer data te bladeren. Het gedeelte Waarschuwingen en CGM-geschiedenis geeft het 24.5 Gemiste waarden...
Pagina 218
HOOFDSTUK 24 • CGM-gegevens weergeven op uw t:slim X2-insulinepomp insulinedosering totdat CGM-metingen beschikbaar zijn. Hoewel de geautomatiseerde functie voor insulinedosering niet werkt, blijft uw pomp insuline toedienen volgens uw persoonlijke profielinstellingen. Zodra CGM- metingen beschikbaar zijn, wordt de geautomatiseerde functie voor insulinedosering automatisch hervat.
Pagina 219
CGM-functies HOOFDSTUK 25 CGM-waarschuwingen en - foutmeldingen...
Pagina 220
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen De informatie in dit gedeelte helpt VOORZORGSMAATREGEL verduidelijken hoe u op CGM- De CGM-waarschuwingen op de t:slim X2-pomp waarschuwingen en -foutmeldingen en in de Dexcom G6 CGM-app moeten moet reageren. Het is alleen van afzonderlijk worden ingesteld.
Pagina 221
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.1 Waarschuwing opstartkalibratie Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? CGM-opstartperiode van 2 uur is voltooid. Deze melding verschijnt Wat betekent het? alleen als u geen sensorcode hebt ingevoerd. Hoe stelt het systeem mij op de Het trilt 1 keer en trilt/piept vervolgens om de 5 minuten totdat hoogte? wordt bevestigd.
Pagina 222
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.2 Waarschuwing tweede opstartkalibratie Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Het systeem heeft een extra BG-waarde nodig om de Wat betekent het? opstartkalibratie te voltooien. Deze melding verschijnt alleen als u geen sensorcode hebt ingevoerd. Hoe stelt het systeem mij op de Het trilt 1 keer en trilt/piept vervolgens om de 5 minuten totdat hoogte?
Pagina 223
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.3 Kalibratiewaarschuwing na 12 uur Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Het systeem heeft een BG-waarde nodig voor kalibratie. Deze Wat betekent het? melding verschijnt alleen als u geen sensorcode hebt ingevoerd. Hoe stelt het systeem mij op de Via het scherm, zonder trillingen of pieptonen.
Pagina 224
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.4 Kalibratie niet voltooid Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Indien u een kalibratiewaarde invoert met het toetsenbord en het Wat betekent het? invoeren niet binnen 90 seconden voltooit, wordt dit scherm weergegeven.
Pagina 225
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.5 Time-out kalibratie Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Indien u een kalibratiewaarde invoert met het toetsenbord en het Wat betekent het? invoeren niet binnen 5 minuten voltooit, wordt dit scherm weergegeven. Hoe stelt het systeem mij op de 2 pieptonen of trillingen, afhankelijk van het geselecteerde hoogte?
Pagina 226
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.6 Waarschuwing kalibratiefout 15 minuten wachten Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Wat betekent het? De sensor kan niet kalibreren. Hoe stelt het systeem mij op de Het trilt 1 keer en trilt/piept vervolgens om de 5 minuten totdat hoogte? wordt bevestigd.
Pagina 227
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.7 Waarschuwing kalibratie vereist Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Het systeem heeft een BG-waarde nodig voor kalibratie. Er worden Wat betekent het? nu geen sensorglucosemetingen weergegeven. Hoe stelt het systeem mij op de Het trilt 1 keer en trilt/piept vervolgens om de 5 minuten totdat hoogte? wordt bevestigd.
Pagina 228
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.8 CGM-waarschuwing bij hoge glucose Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? De meest recente glucosemeting van uw sensor is gelijk aan of Wat betekent het? hoger dan de instelling voor de waarschuwing bij hoge glucose. Het trilt 2 keer, trilt/piept vervolgens 2 keer om de 5 minuten totdat Hoe stelt het systeem mij op de wordt bevestigd of totdat uw glucosewaarde is gedaald tot onder het...
Pagina 229
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.9 CGM-waarschuwing bij lage glucose Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? De meest recente glucosemeting van uw sensor is gelijk aan of Wat betekent het? lager dan de instelling voor de waarschuwing bij lage glucose. Het trilt 3 keer, trilt/piept vervolgens 3 keer om de 5 minuten totdat Hoe stelt het systeem mij op de wordt bevestigd of totdat uw glucosewaarde is gestegen tot boven...
Pagina 230
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.10 Vaste CGM-waarschuwing bij lage glucose Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? De meest recente glucosemeting van uw sensor is gelijk aan of Wat betekent het? lager dan 3.1 mmol/L. Het trilt 4 keer, trilt/piept vervolgens 4 keer om de 5 minuten totdat Hoe stelt het systeem mij op de wordt bevestigd of totdat uw glucosewaarde is gestegen tot boven hoogte?
Pagina 231
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.11 CGM-waarschuwing bij stijging Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Uw glucosespiegel stijgt met 0.11 mmol/L per minuut of sneller (ten Wat betekent het? minste 1.7 mmol/L binnen 15 minuten). Hoe stelt het systeem mij op de Het trilt 2 keer, trilt/piept vervolgens 2 keer om de 5 minuten of hoogte? totdat wordt bevestigd.
Pagina 232
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.12 CGM-waarschuwing snel stijgend Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Uw glucosespiegel stijgt met 0.17 mmol/L per minuut of sneller (ten Wat betekent het? minste 2.5 mmol/L binnen 15 minuten). Hoe stelt het systeem mij op de Het trilt 2 keer, trilt/piept vervolgens 2 keer om de 5 minuten of hoogte? totdat wordt bevestigd.
Pagina 233
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.13 CGM-waarschuwing bij daling Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Uw glucosespiegel daalt met 0.11 mmol/L per minuut of sneller (ten Wat betekent het? minste 1.7 mmol/L binnen 15 minuten). Hoe stelt het systeem mij op de Het trilt 3 keer, trilt/piept vervolgens 3 keer om de 5 minuten of hoogte? totdat wordt bevestigd.
Pagina 234
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.14 CGM-waarschuwing snel dalend Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Uw glucosespiegel daalt met 0.17 mmol/L per minuut of sneller (ten Wat betekent het? minste 2.5 mmol/L binnen 15 minuten). Hoe stelt het systeem mij op de Het trilt 3 keer, trilt/piept vervolgens 3 keer om de 5 minuten of hoogte? totdat wordt bevestigd.
Pagina 235
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.15 Onbekende sensorglucosewaarde Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? De sensor verzendt glucosewaarden die het systeem niet begrijpt. Wat betekent het? U ontvangt geen glucosemetingen van uw sensor. Hoe stelt het systeem mij op de Via het scherm, zonder trillingen of pieptonen.
Pagina 236
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.16 Waarschuwing buiten bereik Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? De zender en pomp communiceren niet. De pomp ontvangt geen bloedglucosemetingen van de sensor en de functie voor Wat betekent het? automatische insulinedosering kan de glucosespiegels niet voorspellen of de insulinetoediening aanpassen.
Pagina 237
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.17 Waarschuwing zenderbatterij zwak Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Wat betekent het? De batterij van de zender is bijna leeg. Hoe stelt het systeem mij op de Het trilt 1 keer en trilt/piept vervolgens om de 5 minuten totdat hoogte? wordt bevestigd.
Pagina 238
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.18 Zenderfout Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Wat betekent het? De zender is defect en de CGM-sessie is gestopt. Hoe stelt het systeem mij op de Het trilt 1 keer en trilt/piept vervolgens om de 5 minuten. hoogte? Blijft het systeem mij herinneren? Nee.
Pagina 239
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.19 Foutmelding Sensor defect Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Wat betekent het? De sensor werkt niet goed en de CGM-sessie is gestopt. Hoe stelt het systeem mij op de Het trilt 1 keer en trilt/piept vervolgens om de 5 minuten. hoogte? Blijft het systeem mij herinneren? Nee.
Pagina 240
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.20 CGM niet beschikbaar Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Uw CGM-sessie is langer dan 20 minuten gestopt en de CGM kan Wat betekent het? niet meer worden gebruikt. Hoe stelt het systeem mij op de Het trilt 2 keer, trilt/piept vervolgens 2 keer om de 5 minuten of hoogte? totdat wordt bevestigd.
Pagina 241
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen 25.21 CGM-systeemfout Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Uw CGM-systeem werkt niet goed; de CGM-sessie is gestopt en Wat betekent het? CGM kan niet langer worden gebruikt. Hoe stelt het systeem mij op de Het trilt 1 keer en trilt/piept vervolgens om de 5 minuten.
Pagina 242
HOOFDSTUK 25 • CGM-waarschuwingen en -foutmeldingen Deze pagina is met opzet leeg gelaten...
Pagina 243
CGM-functies HOOFDSTUK 26 CGM-problemen oplossen...
Pagina 244
Dexcom G6 CGM-app en uw t:slim X2- stappen voor probleemoplossing in dit insulinepomp blijven gebruiken als ze Verricht geen kalibratie als uw BG- hoofdstuk het probleem niet oplossen.
Pagina 245
3 eenheden/uur. is losgeraakt of loslaat. 10 minuten tot uw t:slim X2-pomp Schakel de Control-IQ-technologie uit om meer begint te communiceren met uw dan 3 eenheden/uur te ontvangen terwijl de •...
Pagina 246
20% bij een sensorwaarde >4.4 mmol/L sensorglucosemetingen zijn uitsluitend of groter dan 1.1 mmol/L bij een t:slim X2-pomp weergegeven. Als u dit bedoeld voor het bepalen van trends. sensorwaarde <4.4 mmol/L , kalibreer scherm ziet, betekent dit dat uw CGM-...
Pagina 247
HOOFDSTUK 26 • CGM-problemen oplossen • controleer of uw sensor niet is • voordat u een BG-waarde voor verlopen. kalibratie meet: was uw handen, controleer of uw glucoseteststrips • voer geen kalibratie uit als “- - -” of goed bewaard zijn en niet verlopen het pictogram Buiten bereik op het zijn en controleer of uw scherm wordt weergegeven.
Pagina 248
HOOFDSTUK 26 • CGM-problemen oplossen Deze pagina is met opzet leeg gelaten...
Pagina 249
Functies van de Control-IQ-technologie HOOFDSTUK 27 Control-IQ-technologie Belangrijke veiligheidsinformatie...
Pagina 250
Control- WAARSCHUWING sensorglucosemetingen om insuline aan te IQ-technologie gebruikt. Het gebruik van De t:slim X2-insulinepomp met Control-IQ- passen, automatische correctiebolussen te insuline die niet door de pomp wordt geleverd technologie mag niet worden gebruikt bij...
Pagina 251
HOOFDSTUK 27 • Control-IQ-technologie Belangrijke veiligheidsinformatie tot gemiste hypoglykemiewaarschuwingen en fouten bij diabetesmanagement, zoals de toediening van overtollige basale insuline en correctiebolussen, waaronder automatische correctiebolussen. Hydroxyurea kan ook leiden tot fouten bij het beoordelen, analyseren en interpreteren van historische patronen voor het beoordelen van bloedglucosecontrole.
Pagina 252
HOOFDSTUK 27 • Control-IQ-technologie Belangrijke veiligheidsinformatie Deze pagina is met opzet leeg gelaten...
Pagina 253
Functies van de Control-IQ-technologie HOOFDSTUK 28 Maak kennis met Control-IQ- technologie...
Pagina 254
28.1 Verantwoord gebruik van bloedglucose actief controleren en Control-IQ-technologie beheren en dienovereenkomstig behandelen. Systemen zoals de t:slim X2- insulinepomp met Control-IQ™- technologie zijn geen vervanging voor het actieve beheer van diabetes, inclusief het toedienen van handmatige bolussen voor maaltijden. Er zijn...
Pagina 255
HOOFDSTUK 28 • Maak kennis met Control-IQ-technologie 28.2 Uitleg van de pictogrammen van Control-IQ-technologie Als er een CGM-sessie actief is en u Control-IQ-technologie gebruikt, ziet u mogelijk de volgende extra pictogrammen op uw pompscherm: Definities van de pictogrammen voor Control-IQ-technologie Symbool Betekenis Symbool Betekenis Control-IQ-technologie is ingeschakeld, maar verhoogt of...
Pagina 256
HOOFDSTUK 28 • Maak kennis met Control-IQ-technologie 28.3 Control-IQ- vergrendelingsscherm Het Controle-IQ-vergrendelingsscherm verschijnt altijd als u het scherm aanzet wanneer u uw pomp met een CGM gebruikt en de Control-IQ-technologie is ingeschakeld. Het Control-IQ- vergrendelingsscherm is hetzelfde als het CGM-vergrendelingsscherm, met de volgende toevoegingen.
Pagina 257
HOOFDSTUK 28 • Maak kennis met Control-IQ-technologie...
Pagina 258
HOOFDSTUK 28 • Maak kennis met Control-IQ-technologie 28.4 Control-IQ-startscherm Het startscherm met Control-IQ- technologie ingeschakeld is hetzelfde als het CGM-startscherm met de volgende toevoegingen. Zie deel 18.4 CGM-startscherm. 1. Status Control-IQ-technologie: geeft de status van de Control-IQ- technologie aan. 2. Activiteitsstatus Control-IQ: geeft aan dat een activiteit is ingeschakeld.
Pagina 259
HOOFDSTUK 28 • Maak kennis met Control-IQ-technologie...
Pagina 260
HOOFDSTUK 28 • Maak kennis met Control-IQ-technologie OPMERKING 28.5 Control-IQ-scherm Control-IQ totale dagelijkse insuline: als u uw totale dagelijkse insuline (TDI) niet 1. Control-IQ-technologie aan/uit: weet, neem dan contact op met uw schakelt de Control-IQ-technologie zorgverlener om deze waarde te krijgen. De in of uit.
Pagina 261
HOOFDSTUK 28 • Maak kennis met Control-IQ-technologie...
Pagina 262
HOOFDSTUK 28 • Maak kennis met Control-IQ-technologie Deze pagina is met opzet leeg gelaten...
Pagina 263
Functies van de Control-IQ-technologie HOOFDSTUK 29 Inleiding tot de Control-IQ- technologie...
Pagina 264
5.9 Een tijdelijke hyperglykemie (hoge BG) te voorkomen. Control-IQ™-technologie is een functie basaalsnelheid starten), moet u de Control-IQ- van de t:slim X2™-pomp die automatisch technologie uitschakelen. WAARSCHUWING de insulinetoedieningssnelheden en - Control-IQ-technologie past de toediening van hoeveelheden aanpast als reactie op OPMERKING insuline aan, maar behandelt geen lage BG.
Pagina 265
HOOFDSTUK 29 • Inleiding tot de Control-IQ-technologie De Control-IQ-technologie past de VOORZORGSMAATREGEL toedienen met de snelheid die wordt insulinetoediening op verschillende bepaald door de actieve instellingen in Wij bevelen aan om de waarschuwing manieren aan. Het verlaagt of het persoonlijk profiel. hoge bloedglucosewaarde en lage onderbreekt de insulinetoediening bloedglucosewaarde in te schakelen als u...
Pagina 266
HOOFDSTUK 29 • Inleiding tot de Control-IQ-technologie Actuele Voorspelling waarde 30 minuten 6.25 6.25 CGM-SENSORWAARDEN CGM-SENSORWAARDEN INSULINETOEDIENING INSULINETOEDIENING Interval van 5 minuten CGM-voorspelling Basaalsnelheid persoonlijk profiel Door Control-IQ verlaagde basaalsnelheid OPMERKING Diagrammen zijn illustratief: diagrammen zijn alleen voor illustratieve doeleinden en zijn niet bedoeld om werkelijke resultaten weer te geven.
Pagina 267
HOOFDSTUK 29 • Inleiding tot de Control-IQ-technologie Insuline verlaagd of toediening van OPMERKING 0 eenheden per uur Als de Control-IQ-technologie de basaalsnelheid op 0 eenheden per uur instelt, gaat toediening Control-IQ-technologie kan de van bolussen door. Hieronder valt ook het basaaltoediening verlagen tot een starten van een nieuwe bolus en een eventuele percentage van de basaalsnelheid,...
Pagina 268
HOOFDSTUK 29 • Inleiding tot de Control-IQ-technologie Actuele Voorspelling Toediening van Toediening Voorspelling waarde 30 minuten 0 eenh./uur hervat 30 minuten CGM-SENSORWAARDEN CGM-SENSORWAARDEN INSULINETOEDIENING INSULINETOEDIENING Interval van 5 minuten CGM-voorspelling Door Control-IQ verlaagde basaalsnelheid OPMERKING Diagrammen zijn illustratief: diagrammen zijn alleen voor illustratieve doeleinden en zijn niet bedoeld om werkelijke resultaten weer te geven.
Pagina 269
HOOFDSTUK 29 • Inleiding tot de Control-IQ-technologie Toegenomen toediening van insuline technologie op basis van de werkelijke totale dagelijkse insulinewaarden en de Wanneer de Control-IQ-technologie huidige hoeveelheid actieve insuline (AI). voorspelt dat uw bloedglucosewaarde 30 minuten in de toekomst boven de bovengrens van het beoogde bereik zal liggen, zal de snelheid van toegediende insuline worden verhoogd om te...
Pagina 270
HOOFDSTUK 29 • Inleiding tot de Control-IQ-technologie OPMERKING Diagrammen zijn illustratief: diagrammen zijn alleen voor illustratieve doeleinden en zijn niet bedoeld om werkelijke resultaten weer te geven. Actuele Voorspelling Actuele Voorspelling waarde 30 minuten waarde 30 minuten CGM-SENSORWAARDEN CGM-SENSORWAARDEN INSULINETOEDIENING INSULINETOEDIENING Interval van 5 minuten CGM-voorspelling...
Pagina 271
HOOFDSTUK 29 • Inleiding tot de Control-IQ-technologie Automatische toediening van tussen bolussen zijn ontworpen om bericht geven aan dat er een automatische correctiebolussen stapeling van insuline te vermijden, wat correctiebolus wordt toegediend. een onveilige verlaging van de Als de Control-IQ-technologie voorspelt bloedglucosewaarden kan dat uw CGM-waarde 30 minuten in de veroorzaken.
Pagina 272
HOOFDSTUK 29 • Inleiding tot de Control-IQ-technologie Actuele Voorspelling waarde 30 minuten 10.0 10.0 Interval van 5 minuten CGM-voorspelling Basaalsnelheid persoonlijk profiel CGM-SENSORWAARDEN Door Control-IQ verhoogde basaalsnelheid Door Control-IQ gemaximaliseerde basaalsnelheid Automatische INSULINETOEDIENING correctiebolus OPMERKING Diagrammen zijn illustratief: diagrammen zijn alleen voor illustratieve doeleinden en zijn niet bedoeld om werkelijke resultaten weer te geven.
Pagina 273
HOOFDSTUK 29 • Inleiding tot de Control-IQ-technologie de toekomst een CGM-waarde van Control-IQ-technologie configureren en 29.3 Control-IQ-technologie en ≤6.25 mmol/L voorspelt. gebruiken en zie deel Het activeren van activiteit een slaapschema voor instructies over Insuline opschorten zonder activiteit het instellen van de uren die u van plan ingeschakeld Als de Control-IQ-technologie is bent om te slapen en...
Pagina 274
HOOFDSTUK 29 • Inleiding tot de Control-IQ-technologie Insuline verhogen tijdens slaap Wanneer Control-IQ-technologie Insuline verlagen tijdens beweging Insuline wordt verhoogd wanneer de terugschakelt naar de instellingen Insuline wordt verlaagd wanneer de Control-IQ-technologie 30 minuten in zonder ingeschakelde activiteit, hetzij Control-IQ-technologie 30 minuten in de toekomst een CGM-waarde van volgens ingeroosterde wektijd of als de toekomst een CGM-waarde van...
Pagina 275
Functies van de Control-IQ-technologie HOOFDSTUK 30 Control-IQ-technologie configureren en gebruiken...
Pagina 276
HOOFDSTUK 30 • Control-IQ-technologie configureren en gebruiken • totale dagelijkse insuline Het Control-IQ-scherm wordt 30.1 Vereiste instellingen weergegeven. Aanbevolen pompinstellingen voor Control-IQ-technologie Vereiste instellingen voor persoonlijk profiel Hoewel Slaap handmatig kan worden gestart en gestopt, is het raadzaam om Om de Control-IQ™-technologie te slaap in te roosteren.
Pagina 277
24 uur worden toegediend. Raadpleeg van Control-IQ, tikt u op het worden ingeschakeld als Totale uw zorgverlener als u hulp nodig heeft Tandem-logo om terug te keren dagelijks insuline is ingevoerd. De totale bij het inschatten van uw naar het CGM-startscherm.
Pagina 278
HOOFDSTUK 30 • Control-IQ-technologie configureren en gebruiken U kunt twee verschillende een melding dat als u doorgaat, de tijdelijke slaapdoelbereik niet kan bereiken of behouden. snelheid of verlengde bolus wordt gestopt. slaapschema's configureren om met Schakel Slaap niet in als u minder dan vijf uur veranderingen in levensstijl rekening te slaapt.
Pagina 279
HOOFDSTUK 30 • Control-IQ-technologie configureren en gebruiken Tik op de Pijl omlaag om meer 10. Voer de tijd in waarop u wilt dat het dagen van de week te zien. slaapschema begint door de cijfers in te voeren voor de uren en vervolgens de minuten.
Pagina 280
5. Tik op de wisselknop naast de scherm Activiteitof tikt u op het 4. Tik op de wisselknop. naam van het rooster. Tandem-logo om terug te keren naar het startscherm. 5. Tik op 6. Tik op 30.6 Het activeren of uitzetten van Het uitzetten van een slaapschema 30.7 Het handmatig starten of...
Pagina 281
HOOFDSTUK 30 • Control-IQ-technologie configureren en gebruiken ingeschakeld en er moet een CGM- 2. Tik op Activiteit. Een bericht BEWEGING GESTART sessie actief zijn om Slaap te starten. wordt tijdelijk weergegeven. Het 3. Tik op de tekst STOP naast Slaap. bewegingspictogram wordt Het handmatig starten van Slaap weergegeven op het startscherm.
Pagina 282
3.3 Uitleg van de Control-IQ-technologie vindt u de pictogram op dezelfde plaats op het pictogrammen op de t:slim X2- verschillende kleuren en hun betekenis. scherm weergegeven omdat ze nooit insulinepomp voor de tegelijkertijd actief kunnen zijn. De...
Pagina 283
HOOFDSTUK 30 • Control-IQ-technologie configureren en gebruiken vertegenwoordigt een stap van vijf OPMERKING minuten. Bolusindicator Control-IQ-technologie: de tekst BOLUS gevolgd door 3 punten wordt onder de CGM-grafiek weergegeven. De Control-IQ- tekst die onder BOLUS verschijnt, geeft aan dat er een automatische correctiebolus wordt toegediend door Control-IQ-technologie.
Pagina 284
HOOFDSTUK 30 • Control-IQ-technologie configureren en gebruiken Deze pagina is met opzet leeg gelaten...
Pagina 285
Functies van de Control-IQ-technologie HOOFDSTUK 31 Waarschuwingen door Control-IQ-technologie...
Pagina 286
12 Waarschuwingen van de t:slim X2-insulinepomp, 13 Alarmen van de t:slim X2-insulinepomp t:slim X2-insulinepomp Storing voor informatie over herinneringen, waarschuwingen en alarmen voor insulinetoediening. hoofdstuk 25 CGM- waarschuwingen en -foutmeldingen voor informatie over CGM- waarschuwingen en -foutmeldingen.
Pagina 287
HOOFDSTUK 31 • Waarschuwingen door Control-IQ-technologie 31.1 Waarschuwing buiten bereik – Control-IQ-technologie uitgeschakeld Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? De zender en pomp communiceren niet. De pomp ontvangt geen sensorglucosewaarden, en de Control-IQ-technologie is niet in staat Wat betekent het? om een glucosespiegels te voorspellen of de insulinetoediening aan te passen.
Pagina 288
HOOFDSTUK 31 • Waarschuwingen door Control-IQ-technologie 31.2 Waarschuwing buiten bereik – Control-IQ-technologie ingeschakeld Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Control-IQ-technologie is ingeschakeld, maar de zender en de pomp communiceren niet. De pomp ontvangt geen glucosemetingen van uw sensor. De Control-IQ-technologie zal de basale doseringen blijven aanpassen en gedurende de eerste 20 minuten dat de Wat betekent het? zender en de pomp buiten bereik zijn, automatische...
Pagina 289
HOOFDSTUK 31 • Waarschuwingen door Control-IQ-technologie 31.3 Waarschuwing laag door Control-IQ-technologie Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Control-IQ Waarschuwing laag heeft voorspeld dat uw Wat betekent het? glucosemeting de komende 15 minuten onder 3.9 mmol/L zal dalen of onder 4.4 mmol/L als Beweging is ingeschakeld. Hoe stelt het systeem mij op de Het trilt 2 keer, trilt/piept vervolgens 2 keer om de 5 minuten totdat hoogte?
Pagina 290
HOOFDSTUK 31 • Waarschuwingen door Control-IQ-technologie 31.4 Waarschuwing hoog door Control-IQ Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? Control-IQ-technologie heeft de insulinetoediening verhoogd, maar Wat betekent het? detecteert een glucosemeting boven 11.1 mmol/L en voorspelt niet dat de glucosemeting de komende 30 minuten zal afnemen. Hoe stelt het systeem mij op de Het trilt 2 keer, trilt/piept vervolgens 2 keer om de 5 minuten totdat hoogte?
Pagina 291
HOOFDSTUK 31 • Waarschuwingen door Control-IQ-technologie 31.5 Waarschuwing bij maximale insuline Scherm Uitleg Wat zie ik op het scherm? De pomp heeft de maximaal toegestane hoeveelheid insuline binnen 2 uur toegediend op basis van uw instellingen voor totale dagelijks insuline. U ziet deze waarschuwing wanneer Control-IQ-technologie 50% van uw totale dagelijkse insuline in de afgelopen 2 uur heeft Wat betekent het? afgegeven (via basale en/of bolustoediening) en deze situatie...
Pagina 292
HOOFDSTUK 31 • Waarschuwingen door Control-IQ-technologie Deze pagina is met opzet leeg gelaten...
Pagina 293
Functies van de Control-IQ-technologie HOOFDSTUK 32 Overzicht van klinische studies met Control-IQ- technologie...
Pagina 294
De twee de SAP-groep uit 23 deelnemers. De vertegenwoordigen de klinische onderzoeksprotocollen leken erg op onderzoekspopulatie was vergelijkbaar prestaties van de t:slim X2™- elkaar. In de DCLP3 werden met de DCLP5 doordat deelnemers insulinepomp met Control-IQ™- deelnemers (n=168) willekeurig een klinische diagnose hadden van technologie in twee onderzoeken.
Pagina 295
HOOFDSTUK 32 • Overzicht van klinische studies met Control-IQ-technologie 85 deelnemers aan de DCLP3 en 33 deelnemers aan de DCLP5 de training voltooiden. Degenen die de training voltooiden, waren met name nieuw met het gebruik van de pomp- of CGM-therapie, of beide. Er was in de DCLP3 Control-IQ-groep één episode van diabetische ketoacidose (DKA), veroorzaakt door...
Pagina 296
HOOFDSTUK 32 • Overzicht van klinische studies met Control-IQ-technologie 32.3 Demografische gegevens De basislijn demografische kenmerken van het onderzoeksdeelnemers staan in onderstaande tabel vermeld. DCLP3: basislijnkenmerken inclusief demografie bij inschrijving (n=168) Gemiddelde Gemiddeld HbA MDI- CGM- Mediane duur van Geslacht leeftijd (jaar) (bereik) gebruikers...
Pagina 297
HOOFDSTUK 32 • Overzicht van klinische studies met Control-IQ-technologie 32.4 Interventiecompliantie De volgende tabellen geven een overzicht van hoe vaak de t:slim X2-insulinepomp met Control-IQ-technologie, Dexcom G6 CGM- en BG-meters tijdens de onderzoeken werden gebruikt, respectievelijk. De analyse voor het gebruik van de Control-IQ-technologie is specifiek voor de Control-IQ-groep, terwijl de analyse voor het gebruik van CGM- en BG-meters zowel de Control-IQ-groep als de SAP-groep vertegenwoordigt.
Pagina 298
HOOFDSTUK 32 • Overzicht van klinische studies met Control-IQ-technologie DCLP5: percentage van t:slim X2-insulinepomp met gebruik van Control-IQ-technologie gedurende een periode van 4 maanden (n=78) Gemiddelde tijd Control-IQ beschikbaar* Week 1–4 93,4% Week 5–8 93,8% Week 9–12 94,1% Week 13 tot einde...
Pagina 299
HOOFDSTUK 32 • Overzicht van klinische studies met Control-IQ-technologie DCLP5: percentage van CGM-gebruik gedurende de periode van 4 maanden (n=101) Control-IQ* SAP* Week 1–4 Week 5–8 Week 9–12 Week 13 tot einde Totaal *Het gemeenschappelijke kenmerk is de totaal mogelijke tijd binnen de onderzoeksperiode van 4 maanden. CGM-gebruik bevat opwarmtijd. DCLP3: dagelijks gebruik van BG-meter gedurende periode van 6 maanden (n=168) Control-IQ Gebruik van BG-meter per dag...
Pagina 300
HOOFDSTUK 32 • Overzicht van klinische studies met Control-IQ-technologie 32.5 Primaire analyse De primaire uitkomst van zowel de DCLP3- als DCLP5-onderzoeken was het vergelijken van de CGM-sensorwaarden in het bereik tussen 3,9–10 mmol/L tussen de Control-IQ-groepen en de SAP-groepen. De gegevens vertegenwoordigen de algehele systeemprestaties gedurende 24 uur per dag.
Pagina 301
HOOFDSTUK 32 • Overzicht van klinische studies met Control-IQ-technologie DCLP5: vergelijking van CGM-waarden tussen Control-IQ- en SAP-gebruikers (n=101) Verschil tussen onderzoeksgroep Kenmerk Control-IQ en controlegroep Gemiddelde bloedglucose 9,0 mmol/L 9,9 mmol/L -0,9 mmol/L (standaarddeviatie) (1,0 mmol/L) (1,4 mmol/L) Gemiddeld % 3,9–10 mmol/L +11% (standaarddeviatie) (10%)
Pagina 302
HOOFDSTUK 32 • Overzicht van klinische studies met Control-IQ-technologie De onderstaande tabellen beschrijven de gemiddelde tijd die deelnemers aan beide onderzoeken doorbrachten met een glucosespiegel tussen 3,9 en 10 mmol/L per maand op de basislijn en tijdens de onderzoeksperiode. DCLP3: percentage van tijd binnen bereik per onderzoeksgroep per maand (n=168) Maand Control-IQ Basislijn...
Pagina 303
HOOFDSTUK 32 • Overzicht van klinische studies met Control-IQ-technologie 32.6 Secundaire analyse In de volgende tabellen wordt het percentage tijd vergeleken dat deelnemers overdag en 's nachts op de aangegeven glucosespiegels hebben doorgebracht. De definities van dag en nacht verschillen enigszins tussen de twee onderzoeken en zijn in de tabellen gedefinieerd.
Pagina 304
HOOFDSTUK 32 • Overzicht van klinische studies met Control-IQ-technologie In de volgende tabel wordt het percentage tijd vergeleken waarin de deelnemers tussen 3,9 en 10 mmol/L hebben doorgebracht over de verschillende basislijn HbA1c-waarden die in het DCLP3-onderzoek in beide behandelingsgroepen werden waargenomen. Percentage van tijd in bereik per onderzoeksarm per Basislijn HbA1c (n=168) Tijd in bereik Basislijn HbA1c...
Pagina 305
HOOFDSTUK 32 • Overzicht van klinische studies met Control-IQ-technologie 32.7 Verschillen insulinetoediening In de volgende tabel worden de insulinetoedieningsstatistieken binnen het DCLP3-onderzoek vergeleken tussen de Control-IQ- groep en de SAP-groep. DCLP3: vergelijking van insulinetoediening (n=168) Kenmerk Tijdstip Control-IQ Na 2 weken gemiddeld (std dev) (25) (21)
Pagina 306
HOOFDSTUK 32 • Overzicht van klinische studies met Control-IQ-technologie In de volgende tabel worden de insulinetoedieningsstatistieken binnen het DCLP5-onderzoek vergeleken tussen de Control-IQ- groep en de SAP-groep. De totale dagelijkse insuline wordt weergegeven als eenheden insuline per lichaamsgewicht van de deelnemer, in kilogram (kg) per dag.
Pagina 307
HOOFDSTUK 32 • Overzicht van klinische studies met Control-IQ-technologie 32.8 Nauwkeurigheid van waarschuwingen hoog en laag door Control-IQ-technologie In de volgende gegevenstabel wordt de nauwkeurigheid weergegeven van respectievelijk de hoge en lage waarschuwingen door Control-IQ-technologie. Deze analyse toont het percentage waarschuwingen dat werd geactiveerd in verhouding tot de resulterende glucosewaarde die het niveau bereikte dat de waarschuwing voorspelde.
Pagina 308
HOOFDSTUK 32 • Overzicht van klinische studies met Control-IQ-technologie In de onderstaande tabel worden de prestaties weergegeven van de hoge en lage waarschuwingen door Control-IQ-technologie bij het evalueren van de resulterende bloedglucosewaarde na 15 minuten en 30 minuten. DCLP3: percentage nauwkeurige waarschuwingen door Control-IQ-technologie (n=112) Prestatie Voorspellende waarschuwing 15 minuten...
Pagina 309
HOOFDSTUK 32 • Overzicht van klinische studies met Control-IQ-technologie 32.9 Aanvullende analyse van het automatisch invullen van de bloedglucosewaarde met CGM Na voltooiing van de cruciale studie werd een evaluatie van het automatisch invullen van de CGM-metingen in de boluscalculator uitgevoerd.
Pagina 310
HOOFDSTUK 32 • Overzicht van klinische studies met Control-IQ-technologie DCLP3: CGM-waarden na correctie van bolus (5 uur): gebaseerd op startglucosemetingen Een of meer CGM- Drie opeenvolgende CGM- Vijf of meer CGM- CGM-waarden Type vermelding waarden <3,0 mmol/L metingen <3,9 mmol/L waarden <3,9 mmol/L (95% CI) (95% CI)
Pagina 311
HOOFDSTUK 32 • Overzicht van klinische studies met Control-IQ-technologie DCLP5: CGM-waarden na correctie van bolus (5 uur): gebaseerd op startbloedglucosemetingen Een of meer CGM- Drie opeenvolgende CGM- Vijf of meer CGM- CGM-waarden Type vermelding waarden <3,0 mmol/L metingen <3,9 mmol/L waarden <3,9 mmol/L (95% CI) (95% CI)
Pagina 312
HOOFDSTUK 32 • Overzicht van klinische studies met Control-IQ-technologie Deze pagina is met opzet leeg gelaten...
Pagina 313
Technische specificaties en garantie HOOFDSTUK 33 Technische specificaties...
Pagina 314
BF. Het risico van ontsteking van ontvlambare anesthetica en explosieve gassen door de pomp is klein. Hoewel Classificatie dit risico klein is, wordt afgeraden om de t:slim X2-pomp te gebruiken in de aanwezigheid van ontvlambare anesthetica of explosieve gassen. Afmetingen 7,95 cm x 5,08 cm x 1,52 cm (3,13”...
Pagina 315
HOOFDSTUK 33 • Technische specificaties Specificaties t:slim X2-pomp (vervolg) Specificatietype Specificatiedetails Insulineconcentratie U-100 Alarmtype Zichtbaar, hoorbaar en trillend ±5% De pomp is ontworpen om automatisch te ontluchten wanneer er een drukverschil bestaat tussen de Nauwkeurigheid van de basale toediening binnenkant van het reservoir en de omringende lucht. Onder bepaalde omstandigheden, zoals een geleidelijke...
Pagina 316
45 dBA op 1 meter OPMERKING Nauwkeurigheidswaarden toedieningen: de in deze tabel vermelde nauwkeurigheidswaarden gelden voor alle infusiesets van de merken van Tandem Diabetes Care, Inc., waaronder infusiesets van de merken AutoSoft™ 90, AutoSoft™ XC, AutoSoft™ 30, VariSoft™ en TruSteel™.
Pagina 317
HOOFDSTUK 33 • Technische specificaties Specificaties USB-oplaad-/gegevenskabel Specificatietype Specificatiedetail Tandem-productnummer 004113 Lengte 2 meter (6 voet) Type USB A naar USB Micro B Specificaties elektrische voeding/lader, netspanning, wandmontage, USB Specificatietype Specificatiedetail Tandem-productnummer 007866 Ingang 100 tot 240 volt AC, 50/60 Hz...
Pagina 318
HOOFDSTUK 33 • Technische specificaties Autoadapter (afzonderlijk verkrijgbaar), specificaties Specificatietype Specificatiedetail Tandem-productnummer 003934 Ingang 12 volt DC Uitgangsspanning 5 volt DC Max. uitgangsvermogen Minimaal 5 watt Uitgangsconnector USB type A Computer, USB-connector, specificaties Specificatietype Specificatiedetail Uitgangsspanning 5 volt DC Uitgangsconnector...
Pagina 319
Vereisten voor het opladen vanaf een computer van de apparatuur die op de computer is aangesloten. De t:slim X2-pomp is ontworpen om te worden aangesloten op een hostcomputer voor het opladen van de batterij en gegevensoverdracht. Voor de hostcomputer zijn minimaal de volgende kenmerken vereist: •...
Pagina 320
HOOFDSTUK 33 • Technische specificaties 33.3 t:slim X2 Opties en instellingen -pomp Opties en instellingen t:slim X2-pomp Type optie/instelling Details optie/instelling Tijd Kan op 12- of 24-uursklok worden ingesteld (standaard 12-uursklok) Maximale basaalsnelheid 0,1 – 15 eenheden/uur Profielen voor insulinetoediening...
Pagina 321
HOOFDSTUK 33 • Technische specificaties Opties en instellingen t:slim X2-pomp (vervolg) Type optie/instelling Details optie/instelling Maximale tijd verlengde bolus 8 uur (2 uur wanneer Control-IQ-technologie is ingeschakeld) Maximale bolusgrootte 25 eenheden Maximale automatische bolusgrootte 6 eenheden Statusindicator zichtbaar op startscherm; waarschuwing bij lage insuline kan door de gebruiker worden Volume-indicator Reservoir laag ingesteld tussen 10 en 40 eenheden (standaard 20 eenheden).
Pagina 322
HOOFDSTUK 33 • Technische specificaties 33.4 Prestatiekenmerken t:slim X2-pomp De t:slim X2-insulinepomp dient op twee manieren insuline toe: basaal (continu) en als een bolus. De volgende nauwkeurigheidsgegevens zijn verzameld over beide soorten toediening in laboratoriumonderzoeken uitgevoerd door Tandem. Basaaltoediening Om de nauwkeurigheid van de basaaltoediening te beoordelen, werden 32 t:slim X2-pompen getest door toediening met lage, gemiddelde en hoge basaalsnelheden (0,1, 2,0 en 15 eenh./uur).
Pagina 323
[175,0, 187,0] Bolustoediening Om de nauwkeurigheid van de bolustoediening te beoordelen, werden 32 t:slim X2-pompen getest door opeenvolgende toediening met lage, gemiddelde en hoge bolusvolumes te leveren (0,05, 2,5 en 25 eenheden). Zestien van de pompen waren nieuw en 16 waren verouderd om te simuleren dat deze vier jaar regelmatig waren gebruikt.
Pagina 326
HOOFDSTUK 33 • Technische specificaties Toedieningssnelheid Kenmerk Waarde Toedieningssnelheid bolus van 25 Gewoonlijk 2,97 eenheden/min. eenheden Toedieningssnelheid bolus van 2,5 Gewoonlijk 1,43 eenheden/min. eenheden Voorvullen met 20 eenheden Gewoonlijk 9,88 eenheden/min. Duur van bolus Kenmerk Waarde Duur bolus van 25 eenheden Gewoonlijk 8 minuten en 26 seconden Duur bolus van 2,5 eenheden Gewoonlijk 1 minuut en 45 seconden...
Pagina 327
Als dag doorbrengen voorkomen. Zie deel melden. het systeem in de nabijheid van andere 33.9 Afstanden tussen de t:slim X2- elektrische apparatuur moet worden pomp en RF-apparatuur voor meer • Het systeem dient geen klinisch gebruikt, moet het systeem in deze informatie.
Pagina 328
HOOFDSTUK 33 • Technische specificaties 33.7 Elektromagnetische emissies Het systeem is bestemd voor gebruik in de hieronder beschreven elektromagnetische omgeving. Zorg er altijd voor dat het systeem in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Richtlijn en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische emissies Emissietest Overeenstemming Elektromagnetische omgeving –...
Pagina 329
HOOFDSTUK 33 • Technische specificaties 33.8 Elektromagnetische immuniteit Het systeem is bestemd voor gebruik in de hieronder beschreven elektromagnetische omgeving. Zorg er altijd voor dat het systeem in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Richtlijn en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit Niveau van Elektromagnetische omgeving –...
Pagina 330
HOOFDSTUK 33 • Technische specificaties Richtlijn en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit (vervolg) Niveau van Elektromagnetische omgeving – Immuniteitstest Testniveau volgens IEC 60601 overeenstemming richtlijn Geleide RF IEC 61000-4-6 3 Vrms 150 kHz tot 80 MHz 10 Vrms De afstand tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en enig 10 V/m...
Pagina 331
HOOFDSTUK 33 • Technische specificaties Richtlijn en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit (vervolg) Niveau van Elektromagnetische omgeving – Immuniteitstest Testniveau volgens IEC 60601 overeenstemming richtlijn 70% UR (30% afname Ur) De kwaliteit van de netvoeding dient 70% UR (30% afname Ur) gedurende gedurende 25 cycli hetzelfde te zijn als in een normale 25 cycli...
Pagina 332
HOOFDSTUK 33 • Technische specificaties 33.9 Afstanden tussen de t:slim X2-pomp en RF-apparatuur Het systeem is ontworpen om te worden gebruikt in een elektromagnetische omgeving zoals die thuis, op het werk, in winkels en op locaties voor vrijetijdsbesteding waar mensen hun dag doorbrengen voorkomen. De onderstaande tabel kan worden gebruikt als richtlijn voor het bepalen van de aanbevolen minimale afstand tussen een radiofrequentie (RF)-zender en het systeem.
Pagina 333
HOOFDSTUK 33 • Technische specificaties De onderstaande tabel geeft een lijst met gebruikelijke apparaten voor verschillende zendvermogens en -frequenties en de aanbevolen tussenafstand tussen de zender en het systeem. Aanbevolen afstanden tussen het systeem en apparaten Nominaal maximumvermogen Gebruikelijke apparaten Aanbevolen tussenafstand in meter (inch) van de zender in watt Bluetooth van klasse 3...
Pagina 334
1. Dit apparaat mag geen schadelijke buurt zijn die ook de 2,4GHz-band interferentie veroorzaken; en gebruiken, benut de t:slim X2- Het systeem waarschuwt de gebruiker insulinepomp de ingebouwde co- op verschillende manieren bij een 2. Dit apparaat moet alle eventueel...
Pagina 335
Dit apparaat genereert en gebruikt antenne voldoet aan de RF- radiofrequentie-energie en kan deze blootstellingslimieten van de FCC/IC De voorvalgegevens van de t:slim X2- uitstralen. Als het niet wordt geplaatst voor de algemene populatie/ pomp worden gemonitord en op de en gebruikt conform de aanwijzingen, ongecontroleerde blootstelling.
Pagina 350
Tandem Diabetes Care, het Tandem Diabetes Care-logo, t:lock, t:slim X2, Control-IQ, AutoSoft, TruSteel en VariSoft zijn handelsmerken van Tandem Diabetes Care, Inc. Dexcom en Dexcom G6 zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Dexcom, Inc. in de VS en/of andere landen.