krijgt u de oproep om het proces
opnieuw uit te voeren.
Nadat overeenkomende waarden
zijn ingevoerd, keert u terug naar
het scherm CGM-instellingen en is
de zender-ID die u hebt ingevoerd
geel gemarkeerd.
10. Tik op
.
23.4 Instelling CGM-volume
U kunt het geluidspatroon en het
volume voor uw CGM-waarschuwingen
en oproepen instellen aan de hand van
uw persoonlijke behoeften. De
herinneringen, waarschuwingen en
alarmen voor de pompfuncties
verschillen van de waarschuwingen en
fouten voor CGM-functies en volgen
niet hetzelfde patroon en volume.
Zie
paragraaf 11.4 Geluidsvolume
het pompvolume in te stellen.
Opties CGM-volume:
Trillen
U kunt uw CGM zo instellen dat er voor
waarschuwingen geen geluid maar
trilling wordt gebruikt. De enige
uitzondering hierop is de vaste
waarschuwing bij lage glucose bij
3.1 mmol/L. Deze waarschuwt u eerst
met een trilling, na 5 minuten gevolgd
door hoorbare pieptonen als de
waarschuwing niet wordt bevestigd.
Zacht
Als u wilt dat de waarschuwing discreet
is. Hierbij worden de pieptonen voor
alle waarschuwingen en alarmen op
een lager volume ingesteld.
Normaal
Het standaardprofiel bij ontvangst van
uw pomp. Hierbij worden de pieptonen
voor alle waarschuwingen en alarmen
op een hoger volume ingesteld.
HypoHerhaling
Lijkt op het normale profiel, maar blijft de
vaste waarschuwing bij lage glucose
iedere 5 seconden herhalen totdat de
door de sensor gemeten glucosewaarde
weer tot boven 3.1 mmol/L is gestegen
om
of totdat de waarschuwing wordt
bevestigd. Dit kan handig zijn als u extra
waarschuwingen wilt ontvangen voor
zeer lage sensorglucosewaarden.
De CGM-volume-instelling die u kiest,
geldt voor alle CGM-waarschuwingen,
-fouten en -oproepen, die alle hun eigen
unieke geluidspatroon, toon en volume
Hoofdstuk 23 – CGM-instellingen
hebben. Zo kunt u elke waarschuwing
en fout en de betekenis ervan
herkennen.
De vaste waarschuwing bij lage glucose
bij 3.1 mmol/L kan niet worden
uitgeschakeld of gewijzigd.
De opties Zacht, Normaal en
HypoHerhaling hebben de volgende
reeks:
•
De eerste waarschuwing is alleen
een trilling.
•
Indien de waarschuwing niet binnen
5 minuten wordt bevestigd, trilt en
piept het systeem.
•
Indien de waarschuwing na nog
5 minuten niet wordt bevestigd, trilt
en piept het systeem luider. Dit gaat
om de 5 minuten door met
hetzelfde volume, totdat wordt
bevestigd.
•
Als de waarschuwing wordt
bevestigd en de glucosemetingen
van uw sensor op of onder
3.1 mmol/L blijven, herhaalt
uw systeem de bovenstaande
waarschuwingsreeks na 30 minuten
(alleen voor de optie HypoRepeat).
197